Je kind loopt al lekker rond, maar plast nog steeds in de luier. Wordt het niet eens tijd om daar wat aan te gaan doen? Veel ouders vragen zich af wanneer hun kind zindelijk zal worden. Wanneer gaat hij of zij op het potje plassen? En hoe kun je dit stimuleren?
Zindelijkheidstraining
Kinderen worden pas echt zindelijk wanneer zij dit zelf willen, kunnen én begrijpen. Dwing je kind nooit om zindelijk te worden, dit werkt namelijk alleen maar averechts. Aanmoedigen is natuurlijk wel prima. En nog een goede tip: heb geduld. Wanneer een kind er zélf aan toe is gaat het zindelijk worden ook bijna vanzelf.
Algemene praktische tips zindelijk maken
- Kies een leuk potje uit. Dat is trekt net wat meer aan dan die grote witte wc pot.
- Wil je je kind direct aanleren op de grote wc te plassen, zorg voor een stevig opstapje of krukje. Zo kan je kind er goed bij, en kan het met de beentjes lekker steunen als het een tijdje op de wc zit.
- Vind je kind het gat eng? Met een toiletbrilverkleiners die je op de normale toiletbril kunt zetten zal je kind geen angst hebben er in te kunnen vallen.
- Laat je kleine zelf een paar hele mooie onderbroekjes uitzoeken.
- Goed voorbeeld doet goed volgen. Plassen op de wc is heel normaal en niet vies, of eng. Laat de deur open als je zelf gaat, laat je kleine een keer doortrekken of wc papier afscheuren voor je. Samen handjes wassen!
- Er zijn veel leuke boekjes te koop over het onderwerp zindelijkheid die je aan je kind kunt voorlezen, zoals et Droge Broeken Boek – zindelijkheidslessen voor het jong kind met tips van PiPi de wc-fee – van Vivienne van Eijkelenborg.
Lees hieronder meer over zindelijkheidstraining, stap voor stap.
Zindelijkheid stap voor stap aanleren
Stap 1: het kind moet het aanvoelen
Wanneer kun je beginnen met zindelijkheidstraining? Wanneer heeft het zin om je kind op het potje te wijzen?
Het kind moet lichamelijk in staat zijn om zelf aan te voelen wanneer hij plassen of poepen moet. Het kind moet niet alleen aanvoelen dát er aandrang is maar het moet lichamelijk ook in staat zijn om controle te hebben over blaas en darmen. Dat wil zeggen, hij moet het op kunnen houden als dat nodig is en laten gaan wanneer hij op het potje of op de wc zit. Bij de meeste kinderen is de nodige controle over blaas en darmen (sluitspier) om zindelijk te worden er rond anderhalf, twee jaar. Maar sommige kinderen zijn pas drie als dat lukt. Meisjes zijn over het algemeen wat eerder zindelijk dan jongens.
Bij de meeste kinderen is de nodige controle over blaas en darmen (sluitspier) om zindelijk te worden er rond anderhalf, twee jaar.
In eerste instantie zal je kind zich er wel bewust van zijn dat hij nu moet plassen of poepen, maar kan dat nog niet (lang) van te voren aan zien komen. Pas later zal hij zich ook bewust worden van de aandrang en weten wat er aan de hand is vóór het gaat gebeuren. Als ouder merk je vaak dat je kind bezig is zijn luier vies te maken aan een bepaalde houding of een blik in zijn ogen. Je kunt hem hier zelf opmerkzaam op maken door te vragen of hij aan het plassen is bijvoorbeeld.
6 tekenen dat je kind klaar is voor zindelijkheidstraining
- De luier blijft zeker twee uur achter elkaar droog
- De luier is droog na een middagslaapje
- Je kind weet het zelf als hij plast of poept. Soms gaan kinderen zich even afzonderen als ze voelen dat ze iets in hun luier moeten doen
- Hij doet andere na als ze naar het potje of wc gaan
- Hij begrijpt wat de bedoeling is, kan de instructies volgen
- Je kind lijkt gemotiveerd om het te gaan proberen. Het zegt misschien iets over onderbroeken, of potjes, vind de luier niet fijn meer.
Begin vooral nog niet aan zindelijkheidstraining als je kind er niet klaar voor lijkt. Ook is het een slecht idee om je kind aan zindelijkheidstraining te onderwerpen als er spanningen in de omgeving zijn of te verwachten zijn (denk aan ziekte, een scheiding, een nabije verhuizing…)
Begin je te vroeg of ben je als ouders te gespannen bezig met zindelijk maken van je kind dan kan dit leiden tot angst en onzekerheid bij je kind. Dat werkt averechts! Voorkom ook vooral dat het een machtsstrijd wordt tussen jou en je kind, want dat ga jij verliezen: je kind kan zelf bepalen wanneer hij plast of poept, niet jij!
Stap 2: Op het potje
Je kind is er klaar voor! Tijd om te beginnen met oefenen op een potje. Nu is de volgende belangrijke stap dat je kind zelf gemotiveerd raakt om op het potje te plassen. Hij moet zelf de zin van op potjes en op de wc plassen in gaan zien, en hij moet zelf graag afstand van die (vieze) luier willen doen. Maar je kunt hem wel helpen.
Heb je het idee dat je kind er lichamelijk klaar voor is probeer dan zijn belangstelling te wekken. Zet een leuk potje binnen handbereik en maak duidelijk wat de bedoeling is. Bijvoorbeeld door hem erop te zetten als je denkt dat hij moet plassen/poepen, of door hem te laten kijken wat pappa en mamma doen op de grote wc. Als je kind liever op de grote wc gaat, eventueel met toiletpotverkleiner is dat natuurlijk ook prima. Laat hem zelf kiezen.
Word niet boos als je kind niet op het potje gaat zitten, maar prijs of beloon hem als hij er wel op gaat zitten, met of zonder luier. Als er ook nog een keer een plas of een poepje in valt zal hij apetrots zijn.
Stap 3: blijf aanmoedigen
Als je kind eenmaal weet wat de bedoeling is en het is een paar keer gelukt, zet dan door. Blijf alert, en blijf positief. Dwing je kind niet en houd er rekening mee dat er zeker de eerste tijd nog veel “ongelukjes” zullen gebeuren. Zeker als hij aan het spelen is zal hij niet altijd op tijd aan dat potje denken. En als het kind er de leeftijd voor heeft zal het zindelijk worden haast vanzelf gaan.
En moet je je kind nu wel of niet belonen als het op het potje plast? Het beste is natuurlijk als je kind er zelf plezier in krijgt op het potje plassen. Maar je kunt hem wel direct een complimentje geven, elke keer dat hij zelf aangeeft te moeten plassen of poepen of als hij het potje heeft gebruikt. Een direct complimentje werkt bovendien beter bij jonge kinderen dan een cadeau beloven dat hij pas later krijgt, die relatie begrijpen ze vaak nog niet.
Je kunt, als je kind iets groter is en je toch met een beloning wilt werken, de stickerkaart gebruiken. Maak een plaat, hang deze op in het toilet, badkamer en spreek met je kind af dat hij een stickertje of een plaatje krijgt wanneer hij op de wc/potje heeft geplast. Wanneer er bijvoorbeeld 10 stickertjes zijn geplakt krijgt hij een klein cadeautje of iets wat hij leuk vindt om te doen.
Het belangrijkste is, blijf positief! Prijzen mag gaat het een keer mis: jammer dan. Besteed er niet te veel aandacht aan en ruim de troep op. Volgende keer beter!
Stap 4: eerst plassen, dan poepen
Een kind wordt eerst overdag zindelijk voor plassen, pas later ook voor poepen. Er zijn heel wat kinderen die wel zonder luier kunnen maar als ze voelen dat ze moeten poepen toch nog om een luier vragen. Het kan ermee te maken hebben dat kinderen hun ontlasting zien als “deel van zichzelf” en bang zijn om dit kwijt te raken of het eng vinden de drol in een diep donker gat te laten vallen in plaats van in hun luier.
Stap 5: zindelijk tijdens de slaapjes en ‘s nachts
Hoe maak je je kind ‘s nachts zindelijk? Pas als je kind overdag zindelijk is leert hij ook ‘s nachts zindelijk te zijn. Ga niet opeens minder drinken geven omdat hij dan minder zal plassen. Zet hem wel vlak voor het slapen gaan nog even op de pot. Laat de luier ‘s nachts pas uit als hij vaker droge luiers heeft gehad gedurende de nacht, dus als je er vrij zeker van bent dat het bed niet nat zal worden. Het is namelijk wel erg vervelend voor een kindje om ‘s nachts in een koud en nat bed wakker te worden.
Om de schade voor het matras te beperken zijn er waterdichte hoeslakens met een zachte bovenkant en een waterafstotende laag aan de onderkant. Super handig voor de nachtelijke “ongelukjes”.
Terugval of regressie zindelijkheid
Soms gaan kinderen die al wel echt goed zindelijk waren zijn opeens weer in hun broek plassen, of willen weer een luier om. Dat kan een lichamelijke oorzaak hebben zoals bijvoorbeeld een blaasontsteking. Maar veel vaker is de oorzaak niet lichamelijk. Oorzaken als spanning of stress kunnen ervoor zorgen dat je kind opeens weer veel ongelukjes heeft. Denk aan een ingrijpende gebeurtenis voor je kind, zoals de komst van een broertje of zusje, voor het eerst naar school, ziekte, spanningen in het gezin of op het kinderdagverblijf… Probeer de oorzaak te achterhalen en bedenk hoe je eventueel verandering in de situatie kan brengen om de stress te verminderen. Geef je kind op een positieve manier aandacht maar besteed niet te veel aandacht aan het zindelijkheidsprobleem zelf.
Blijf zelf vooral rustig en raak niet gefrustreerd. Hiermee leg je alleen maar extra druk op het kind. Meestal gaat zo’n fase vanzelf weer over. Beloon je kind als het wel goed gaat.
Nog niet zindelijk en wel naar school?
Natuurlijk willen zowel ouders als school graag dat het kind zindelijk is als het naar de basisschool gaat. Maar zoals gezegd, je kunt het niet dwingen. Het ene kind zal er al wel aan toe zijn, en de ander heeft nog wat tijd nodig om helemaal 100 procent zindelijk zijn op de dag dat hij naar school moet. Vijftien procent van de kinderen van vijf jaar zijn nog niet helemaal zindelijk overdag of ‘s nachts. Soms zijn er lichamelijke of geestelijke problemen die het je kind moeilijker maken zindelijk te worden. Overleg met consultatiebureau of huisarts om dit uit te sluiten.
Je kunt het het beste eerlijk vertellen op school als je kind nog niet helemaal zindelijk is. Sommige scholen stellen de eis dat een kind zindelijk moet zijn voor het op school komt. De juf of meester heeft geen tijd om luiers te gaan verschonen. Aan de andere kant gebeuren er bij heel veel kinderen van vier jaar nog wel eens ongelukjes en liggen er vaak schone kleren klaar. Overleg even met de school over jullie specifieke situatie.