In Nederland krijgen vrouwen ter controle van de baby en de zwangerschap standaard een aantal medische echo’s. Deze echo’s zijn bedoeld om te kijken of alles medische gezien goed zit met de baby en de zwangerschap. Wil je buiten die standaard medische echo’s zelf nog een keer uitgebreid van het zicht op je baby genieten, dan kun je altijd zelf een zogenaamde “pretecho” laten maken.
Soorten medische echo’s
Vitaliteitsecho
Tussen de zeven en negen weken van de zwangerschap kun je een vitaliteitsecho laten maken. Bij deze echo kijkt de echoscopist of de zwangerschap zich op de juiste plek bevindt en of het embryo intact is. Omdat het nog erg vroeg in de zwangerschap is, de baarmoeder nog niet boven het schaambot uitkomt en het kindje nog erg klein is, zal het hier meestal om een inwendige (vaginale) echo gaan om een goed beeld te kunnen krijgen. In plaats van óp de buik wordt er een dunne echokop in de vagina ingebracht. Een vaginale echoscopie is bijna altijd pijnloos als er verder geen klachten zijn.
In sommige gevallen treedt aan het begin van de zwangerschap helderrood bloedverlies op. Dit kán – maar hoeft zeker niet – een teken zijn dat het niet goed gaat met de zwangerschap. Het is mogelijk door middel van een vitaliteitsecho te bekijken of de zwangerschap wel of niet intact is.
Bij de vitaliteitsecho kijkt de echoscopist naar de volgende punten:
- Is er sprake van hartactie: bij een gezonde baby kun je het hartje zien kloppen.
- Locatie van de zwangerschap: een buitenbaarmoederlijke zwangerschap is niet levensvatbaar en kan bovendien gevaarlijk zijn voor de moeder.
- Zijn het er één of twee? Bij acht weken kan de echoscopist zien of het een tweeling wordt.
- Soms kan er ook een voorzichtige inschatting van de duur van de zwangerschap worden gemaakt.
Als de echoscopist niet met zekerheid kan zeggen of de embryo vitaal is, krijg je een week later nogmaals een echo om te kijken of er dan wel sprake is van hartactie. Wanneer je een goede vitaliteitsecho hebt, is dit een goed teken. De kans op een miskraam wordt dan een stuk kleiner.
Termijnecho
In het begin van de zwangerschap is er nog heel weinig te zien. Het embryo is nog erg klein en het is moeilijk voor ongeoefende ogen om de aparte lichaamsdelen te onderscheiden. In het algemeen wordt rond de 10 tot 12 weken zwangerschap de eerste echo gemaakt.
Aan de hand van de termijnecho rekent de echoscopiste uit hoe lang je zwanger bent en wat de uitgerekende datum is. De vrucht wordt gemeten en aan de hand hiervan is vrij duidelijk te zeggen hoe “oud” het kindje is en dus hoe ver de zwangerschap. Deze datum is betrouwbaarder dan de berekening aan de hand van de laatste menstruatiedatum, zeker in geval van een onregelmatige menstruatiecyclus of pilgebruik bijvoorbeeld kan dat echt wel wat afwijken.
Omdat je echo vaak in de twaalfde week krijgt, staat hij ook wel bekend als de twaalf- wekenecho. Als je geen vitaliteitsecho hebt gehad, krijg je nu ook te horen of je een eenling of een tweeling of meerling krijgt.
Combinatietest
Tussen de elf en de veertien weken kun je de combinatietest laten doen. Hierbij onderzoeken ze welke kans er is dat je kindje syndroom van Down, syndroom van Patau en syndroom van Edwards heeft. De combinatietest heet zo omdat er een aantal factoren wordt meegenomen in de berekening: de grootte van de nekplooi van de baby zoals die tijdens deze echo wordt gemeten, de leeftijd van de moeder, de zwangerschapsduur en de resultaten van een bloedonderzoek. Heb je een verhoogd risico? Dan kun je verder onderzoek laten doen.
De NIPT-test
NIPT staat voor Niet Invasieve Prenatale test. Ook deze test meet hoe groot de kans is dat je kindje een van de drie syndromen (Edwards, Down en Patau) heeft. Hierbij wordt wat bloed van de moeder afgenomen. Daarin zit het DNA van de moeder en van de placenta. De NIPT-test is betrouwbaarder dan de combinatietest.
De combinatietest wordt zonder medische indicatie niet vergoed door de zorgverzekeraar. De NIPT-test moet je gedeeltelijk zelf betalen zonder medische indicatie. Beide testen kosten je zonder medische indicatie ongeveer €175.
Lees meer over de combinatietest en andere controles van de baby tijdens de zwangerschap op deze pagina.
Structureel echoscopisch onderzoek
Dit onderzoek halverwege de zwangerschap is bedoeld om eventuele aangeboren afwijkingen bij je baby op te sporen. De echoscopist kijkt naar de ontwikkeling van de organen, de groei en de hoeveelheid vruchtwater. Deze echo is een betrouwbare manier om eventuele aangeboren afwijkingen aan het licht te brengen.
Helaas zijn niet alle aandoeningen op een echo te zien. Daarom is een goede echo geen garantie op een gezond kind. De echoscopist kijkt naar:
- Het hart: is er bijvoorbeeld sprake van een hartprobleem?
- De hersenen: ontwikkelen de hersenen zich goed?
- De maag
- Nieren en blaas: is de urineweg goed aangelegd?
- Buikwand
- Het ruggetje: is het ruggenmerg al gesloten?
- Armen en benen: zijn de ledematen compleet?
- Botten en schedel: zijn alle botten netjes aan elkaar gegroeid?
Als je graag het geslacht van je kindje wilt weten, kun je er tijdens deze echo achter komen. Helaas kan het zijn dat je baby dit nog niet prijs wil geven.
Ook wordt gekeken naar de groei van de baby en vruchtwater, en de ligging van baby en de placenta. Bij ongeveer 15% van de zwangerschappen blijkt bij de structurele echo dat de placenta (gedeeltelijk) voor de baarmoedermond ligt. Meestal is dit later in de zwangerschap niet meer het geval. Voor de zekerheid wordt er rond de 34-35 weken nog een keer een liggingsecho gemaakt.
Groeiecho
Blijkt tijdens het structureel echoscopisch onderzoek dat je kindje wat achterloopt in de groei? Of groeit je baby juist te hard? Dan kan het een indicatie zijn om de zwangerschap verder te volgen met echoscopie. Als je al eerder bevallen bent van een klein of juist erg zwaar kindje, kan dit voor de verloskundige ook een extra reden zijn om enkele groeiecho’s in te plannen. Ook wordt er gekeken naar de hoeveelheid vruchtwater waar het kind in ligt.
Liggingsecho
Als de verloskundige of arts twijfelt over de ligging van je baby, wordt je doorverwezen voor een liggingsecho. Een liggingsecho wordt aan het einde van de zwangerschap (vanaf week 35) gemaakt om te bekijken hoe baby in de buik ligt. Met het hoofdje naar beneden, de meest gunstige houding om de bevalling goed te laten verlopen, of in stuit of halfstuit.
Als blijkt dat het kindje in stuitligging ligt, overlegt je verloskundige met je wat de opties zijn.
- Een uitwendige draaipoging: hierbij draait de verloskundige het kindje met het hoofd naar beneden.
- Bevalling via keizersnede: je baby wordt met behulp van een keizersnede geboren.
- Bevalling met de voeten eerst: je kindje wordt met de voeten eerst geboren. Als er complicaties optreden tijdens deze bevalling, kan er altijd nog worden overgegaan op een keizersnede.
Ligt de baby niet goed dan kan er besloten worden om de baby proberen te draaien. Ook wordt gekeken of de placenta niet voor de baarmoedermond ligt, wat een natuurlijke bevalling in de weg kan staan.
Hoe werkt een echo?
Met behulp van een echo kun je echt een kijkje nemen. Zo’n echo wordt gemaakt met ultrageluidsgolven die worden uitgezonden door een apparaatje waarmee de echografiste over de buik beweegt. De golven worden door de organen in het lichaam van de baby teruggekaatst waarna ze door het echoapparaat omgezet worden in beelden. Dit is niet schadelijk voor moeder of kind en het onderzoek is ook niet vervelend voor de moeder.
Een inwendige of vaginale echo wordt alleen gedaan als de baby op de uitwendige echo niet te zien is, bijvoorbeeld omdat de baarmoeder nog niet groot genoeg is en achter het schaambot verstopt zit. In dat geval wordt een klein zendertje in de vagina gebracht, maar ook dit is niet pijnlijk.
Pretecho
Als er verder geen medische noodzaak is worden er in Nederland geen andere echo’s gemaakt. Je kunt natuurlijk zelf wel een zogenaamde “pretecho” laten maken. Er wordt dan niet actief gezocht naar afwijkingen – mocht de echoscopiste iets zien zal ze het vertellen – maar is vooral bedoeld om voor ouders, grootouders, vrienden of wie je ook maar mee wilt nemen om naar de ongeboren baby te kijken.
Er bestaan verschillende echo’s: de gewone platte foto in 2d, een 3d echo (drie dimensionale echo, dus ook met diepte) of 4d echo met bewegende beelden. De kwaliteit van de echobeelden is wel afhankelijk van de hoeveelheid vruchtwater en natuurlijk de ligging van de baby en de beweeglijkheid van de baby. De duur van zo’n echo is meestal een half uur tot een uur, dus je hebt wel de tijd om goed te kijken. Je krijgt meestal een film (dvd, video) en een paar foto’s mee naar huis.
Beste periode pretecho
Wat is de beste periode om een pretecho laten maken? Het kan in principe gedurende de hele zwangerschap, maar houd rekening met het volgende. Vanaf week 13 is de baby groot genoeg om herkenbaar te zijn als een “echt kindje” met alles erop en eraan. Tot week 22 week past de baby in zijn geheel “in beeld”. Daarna kun je details beter onderscheiden. Vanaf 18 weken is het geslacht te bepalen.
Een 2d pretecho is het leukst tussen de 17 en 25 weken, een 3d echo tussen de 27 en 32 weken. De laatste paar weken ligt de baby zo in elkaar gekruld dat het lastig wordt om hem nog goed in beeld te krijgen.
Bronnen: www.inspe-verloskunde.nl, deverloskundige.nl