Een baby in de baarmoeder slaapt het grootste gedeelte van de dag, al heeft hij de laatste paar weken in de baarmoeder ook al een slaap-waak ritme. En ook een pasgeboren baby zal nog steeds het grootste deel van de tijd – zo’n 16 tot 17 uur – slapen. Hij heeft nog weinig benul van dag en nacht en zal gedurende de hele dag en nacht perioden van een paar uur slaap met even wakker zijn afwisselen. De eerste zes weken slaapt een baby meestal zo’n drie uur voor hij weer wakker wordt omdat er gedronken moet worden. De baby kan nog niet zo lang zonder voeding.
Doorslapen na drie maanden?
Langzaam aan, als de baby groter wordt, krijgt je baby een eigen slaapritme waarbij hij overdag meer wakker zal zijn en ‘s nachts meer en dieper gaat slapen, en hopelijk ook gaat doorslapen. Je kunt je baby helpen een dag en nachtritme aan te leren door ‘s nachts de omgeving donkerder en stiller te maken dan overdag.
De eerste paar maanden worden baby’s ook ‘s nachts na een paar uur nog wakker omdat ze honger hebben. Zo tussen week 9 en 13 beginnen veel kinderen wat langer zonder voeding te kunnen en zullen ‘s nachts langer doorslapen. Voor de meeste ouders die zelf inmiddels de gebroken nachten zat zijn een moment om naar uit te kijken. Baby’s van 4 tot 6 maanden hebben nog zo’n 15 uur slaap nodig, verdeeld over 3 tot 4 slaapjes overdag en misschien wel 8 uur achtereen in de nacht.
Er zijn natuurlijk ook nog kinderen die tegen deze tijd nog niet klaar zijn om een nacht door te slapen. Soms duurt het wat korter of langer. Er zijn nog veel baby’s die pas echt “doorslapen” tot ze ergens tussen de 1 en 2 jaar zijn. Ieder kind is anders, en je kunt het niet afdwingen. Wel kun je proberen de omstandigheden zo goed mogelijk te maken. Lees hieronder wat tips en trucs om je kind beter te helpen doorslapen.
Slapen en slaapritme baby van 6 tot 12 maanden
De baby begint steeds langere nachten te maken en zal steeds minder slaapjes overdag nodig hebben.
Een, twee of drie vaste slaapjes per dag
Na een maand of vijf slaapt een baby gemiddeld 8 tot 10 uur ‘s nachts en 4 tot 5 uur overdag, verdeeld over twee of drie dutjes. Een paar maanden later worden dit twee dutjes van twee uur, één keer ‘s ochtends en één keer ‘s middags. Aan het einde van het eerste jaar of in het tweede jaar zullen de meeste kinderen nog maar één keer per dag een middagslaapje doen tot ook dat slaapje uiteindelijk niet meer nodig is.
Ook baby’s dromen
Rond de negende of tiende maand zal een kind voor het eerst gaan dromen. Hij zal hierdoor ‘s nachts mogelijk wat onrustiger gaan slapen. De baby maakt heel wat mee overdag. Je kind leert taal verstaan en brabbelen, het leert kruipen en lopen en krijgt veel nieuwe indrukken overdag. Dat heeft zijn weerslag wellicht ‘s nachts. Hij kan dan onrustiger gaan slapen of moeilijker in slaap vallen.
Een bekend probleem is ook de verlatingsangst waar baby’s rond de acht maanden mee beginnen. Je baby vindt het niet fijn als jij wegloopt en hem alleen in zijn bedje achterlaat!
Hoe merk je dat je kind naar bed moet?
Je baby kan nog niet praten, maar kan wel op andere manieren duidelijk maken dat hij slaap heeft. Als ouders of vaste verzorgers leer je op den duur vanzelf herkennen hoe jouw kind reageert als hij moe is. Veel voorkomende slaapsignalen zijn:
- gapen;
- roze wangen;
- dreinerig huiltje;
- naar de oortjes grijpen;
- in de ogen wrijven;
- extra druk gedrag;
- sloom en suf gedrag;
- vaker (om)vallen / stoten.
Tips en trucs om je baby (0-12mnd) lekker te laten slapen
Het eet- en slaapritme van je kind wordt voor een groot deel door je kind zelf bepaald. Is hij niet toe aan doorslapen omdat hij nog te klein is om lang zonder voeding te kunnen bijvoorbeeld dan kun je daar weinig aan doen. Wel kun je proberen om de omstandigheden zo gunstig mogelijk te maken. Hieronder een paar tips om je kindje te helpen in slaap te helpen vallen of te troosten als hij ‘s nachts toch weer wakker wordt.
Let wel. Vergewis je er altijd eerst van dat er niets bijzonders met je kind aan de hand is als hij huilt (een vieze broek, een griepje, een allergie, een scherp randje in de kleding dat de huid irriteert…) baby’s kunnen niet praten en kunnen alleen op deze manier communiceren. Als er verder niets van dat alles aan de hand lijkt kun je het volgende proberen.
Tips om je baby lekker te laten slapen:
- Een open deur misschien, maar wel de belangrijkste tip: breng je kind naar bed als het moe is. Een (te) wakker kind gaat niet slapen maar een kind dat veel te druk is geweest en oververmoeid is zal ook niet eenvoudig in slaap vallen.
- Doe het kind voor het naar bed gaan ‘s avonds in bad in plaats van ‘s ochtends.
- Een warm bad is slaapverwekkend. Of geef je kindje (eventueel na het badje) eens een zachte babymassage met lekkere babyolie of bodylotion.
- Zorg voor een vaste vertrouwde slaapplek om te slapen. Laat je baby ook overdag zijn slaapjes zoveel mogelijk in zijn eigen bedje doen in plaats van bijvoorbeeld in de box, dat is een stuk rustgevender. Daarbij leert je baby zo dat het bedje bedoeld is om in te slapen en de box om in te spelen.
- Voor hele kleine baby’s: zorg voor een vertrouwd luchtje. Leg bijvoorbeeld eens een gedragen t-shirt van de moeder in het bedje van de baby. Zeker voor kleine baby’s voelt dit vertrouwd en zo zal hij ook zonder moeder fijn in slaap vallen. Let wel op dat de baby niet verstrikt kan raken in de stof.
- Is de baby ‘s nachts wakker, troost hem dan even met een aaitje over zijn hoofdje of wat zacht neuriën. Ga, zeker het eerste half jaar, direct naar hem toe als hij huilt. Je kunt hem niet verwennen! Houd het troosten ‘s nachts wel zo kort mogelijk. Het is de bedoeling dat hij ‘s nachts gaat slapen tenslotte, het is geen speeltijd.
- Een baby die overduidelijk aan slapen toe is maar toch gaat huilen als hij in bedje wordt gelegd mag je best even laten huilen. Als ouder weet je vaak wel of het om een jengelig en “moe” huiltje gaat of dat er iets anders aan de hand is. Soms hebben baby’s het even nodig om te huilen en vallen na vijf tot tien minuten vanzelf in slaap.
- Aan de andere kant, huilt je baby hard en gaat hij alleen maar harder huilen, troost hem dan zo snel mogelijk. Een kindje dat over zijn toeren raakt zal ook weer moeilijker in slaap vallen dan een kindje dat snel weer rustig is.
Kijk hieronder voor slaaptips bij de iets oudere baby of dreumes die niet meer goed slapen wil.
Slaaptips bij wat oudere baby’s en dreumessen
- Verzin een bedritueel. Begin hier al vroeg mee, baby’s van een half jaar begrijpen al goed dat je de dingen op een vaste volgorde doet. Hoe lang of kort je het maakt moet je zelf weten, het bedritueel voor een baby zal er anders uitzien dan dat voor een peuter. Belangrijk is de herkenbaarheid en voorspelbaarheid, elke keer dezelfde dingen doen in dezelfde volgorde. Zo weet een kind waar hij aan toe is. Hij kan alvast langzaam aan het idee kan gaan wennen dat de dag voorbij is en er geslapen moet gaan worden. In bad, pyjama aan, liedje, verhaaltje, knuffel zijn lievelingsknuffel, geef hem een dikke zoen… Verzin zelf iets wat jullie allebei leuk vinden
- Doe geen wilde spelletjes meer vlak voor het slapen gaan! Houd je kind rustig.
- Als je aanwent dat soms pappa en soms mamma de baby in bed stoppen heb je later geen problemen als een van beide er een keer niet is. Soms zie je dat mamma nooit ‘s avonds weg kan omdat het kind niet accepteert dat pappa hem in bed stopt (of omgekeerd). Maar ook weer hier: vaste rituelen zijn belangrijk. Probeer allebei een zelfde patroon te volgen bij het naar bed brengen.
- Leg een vertrouwde knuffel of doek in het bedje. Deze helpen je kindje ‘s nachts vaak vanzelf weer in slaap te komen.
- Maak de kamer waar het kind slaapt ‘s nachts donker. Laat eventueel als het kind dat prettig vindt een klein nachtlampje branden of zet de deur op een kiertje. Bij slaapjes overdag mogen de gordijnen gewoon open blijven. Zo zal hij het verschil tussen dag en nacht beter gaan begrijpen
- Blijf nog even op of buiten de kamer rommelen: even de was opvouwen bijvoorbeeld. Als je kind je kan horen weet hij dat je niet helemaal verdwenen bent. Ook om de 10 minuten even snel gaan kijken kan sommige kinderen een veilig gevoel geven.
- Maak het ‘s nachts niet te gezellig. Moet je eruit voor een voeding, maak niet teveel licht en verschoon je kind alleen als het nodig is.
- Ga als het nodig is naar hem toe, maar probeer de bezoekjes te beperken en het zo kort mogelijk te houden. Haal je kind niet uit bed, leg het weer terug als het overeind komt of uit bed kruipt. Neem hem niet mee naar je eigen bed als je wilt dat het in zijn eigen bed leert slapen. Word niet boos en houd stug vol, na een paar dagen zal je merken dat het werkt.
Peuters en (niet willen) slapen
Is je kindje al wat groter, dan zijn er weer hele andere problemen en oplossingen voor het niet willen slapen. Lees meer over peuters en (niet) slapen.