In dit artikel bespreken we vragen over kinderen die anders reageren ten opzichte van andere kinderen. Denk aan vragen over kinderen met bijvoorbeeld een handicap zoals autisme of een aan autisme verwante stoornis (ass), adhd,. Maar ook aan hoogbegaafde of hoogsensitieve kinderen.
Hoogbegaafde zoon 9 bang bij inslapen
Wij hebben een probleem met onze zoon Tim van 9 jaar. Tim is begaafd/ hoofbegaafd. Hij is op dit moment erg angstig als hij in bed ligt en moet gaan slapen. Hoort allerlei geluiden en maakt zich zorgen over van alles. Ook leest hij in de krant artikelen die hij zich erg aantrekt. Bijvoorbeeld over een inbraak waarbij iemand wordt vastgebonden en ga zo maar door. We hebben voor Tim al een hele vaste structuur, en een strikte bedtijd van 20.00 uur. We gaan mee naar boven om zijn tanden te poetsen en pyjama aan te trekken,. Daarna stoppen we hem in, praten nog even en stellen hem gerust. Toch blijft hij heel onrustig en angstig. Onze vragen zijn: wat kunnen wij doen om Tim te helpen bij zijn angst? En wat kunnen we doen om angst de kop in te drukken?
Antwoord:
Wat vervelend dat het naar bed gaan van Tim zo moeizaam verloopt. Ik kan me voorstellen dat jullie elke avond opnieuw hier tegen op zien.
Kinderen die heel begaafd zijn kunnen moeilijkheden hebben op allerlei gebied. Zij hebben vaak een grote fantasie en een grotere neiging tot het ontwikkelen van angsten dan normaal begaafde kinderen. Ook kunnen zij soms wat moeilijker aansluiting vinden bij leeftijdsgenootjes omdat zij andere interesses hebben. Op school kan het zo zijn dat Tim overvraagd wordt of juist minder aandacht krijgt van de juf. Omdat zij denkt dat hij het toch wel begrijpt. Ik weet natuurlijk niet in hoeverre deze karakteristieken passen bij Tim, omdat ik hier te weinig informatie over heb. Maar al deze factoren kunnen een deeloorzaak zijn van de angsten die Tim ervaart.
Helaas kan ik geen kant en klare oplossing bieden voor het inslaap probleem van jouw zoon. Wel kan ik tips geven die jullie in samenspraak met Tim kunnen uitproberen.
Blijf Tim serieus nemen als hij zegt last te hebben van angsten. Daardoor zal hij zich door jullie gesteund voelen.Probeer tegelijkertijd voor jezelf afstand te bewaren tot het probleem. Heeft Tim iets te winnen met zijn gedrag? Krijgt hij er speciale aandacht mee die hij anders niet krijgt? Misschien dat er in dat geval overdag extra tijd voor Tim kan worden ingebouwd, waarmee de inslaap problemen zullen verminderen. Laat het slaapprobleem in het contact met Tim niet overheersen. Doe leuke dingen met hem die niets te maken hebben met het probleem. Praat niet elke dag over het probleem.
Praat met Tim over de aard van zijn angsten en probeer te achterhalen waar deze vandaan komen. Probeer ook erachter te komen waar hij zich zo’n zorgen over maakt en welke geluiden hij hoort. Controleer of hij in zijn omgeving problemen ervaart (gaat het niet goed op school, hoe zit het met vriendjes?) die ten grondslag zouden kunnen liggen aan de angsten van Tim. Dit kan je aan Tim zelf vragen, maar ook op school.
Als Tim verontrustende krantenartikelen leest, is het misschien een optie om samen met hem de krant te lezen en uitleg te geven over wat er is gebeurd. Ook is het misschien een idee om in plaats van de krant samen het jeugdjournaal te kijken. Door er overdag met hem over te praten kan het zijn dat de angsten al weerlegd worden in plaats van ‘s avonds de kop opsteken. Ook al is Tim heel begaafd, toch mist hij als 9 jarige nog de vaardigheden om alles te begrijpen en in context te zien.
Je schreef dat jullie altijd even praten voordat het tijd is om naar bed te gaan. Hou dit aan. Dit zorgt voor wat ontspanning. Als je merkt dat Tim angstig wordt, kun je hem aansporen over leuke dingen te denken. Probeer hem er van te overtuigen dat hij zichzelf kan afleiden. Ga op dat moment niet teveel op de angsten in. Ga (overdag) in gesprek met Tim over het problematisch inslapen. Vraag aan hem wat volgens hem zou kunnen helpen? Probeer samen iets uit te proberen, bijvoorbeeld een slaaplampje of nog even muziek luisteren. Zorg dat Tim een half uur voor het naar bed gaan niet meer snoept of energierijk drinken inneemt.
Als jullie geen bezwaar hebben tegen medicijnen, kunnen jullie er voor kiezen om een half uur voor het slapen gaan 1 of 2 tabletjes melatonine te geven. Dit is een middel dat slaap opwekt in het lichaam. Zo komt Tim gemakkelijker in slaap. Ik raad aan dit in overleg met jullie dokter te bewerkstelligen.
Als het inslaap probleem van blijvende aard blijkt, kun je nogmaals contact opnemen met de dokter. Handig daarbij is om een logboek bij te houden met hoelang het al gaande is en wat jullie allemaal al geprobeerd hebben. Deze kan jullie dan verder doorverwijzen.
Dochter 2 jr, volgens peuterspeelzaal autistisch
Mijn dochter is 2 jr en 4 maanden. Ze heeft toen ze ong. 1,5 was duidelijk woordjes gezegd maar op een gegeven moment werd dat steeds slechter. Ik ben terecht gekomen bij de kno arts en ze had buisjes nodig, haar gehoor was niet goed. Ze was ook heel angstig altijd en hing heel veel aan mij. Na de buisjes ging het beter, Katja werd veel rustiger en ging weer veel meer brabbelen en ook wat meer woordjes zeggen, geen hele zinnen.
In diezelfde periode ging Katja ook naar de peuterspeelzaal. De juf riep me apart en zei dat ze mijn dochter in al die weken niet hoorde praten en geen contact maakte met de kinderen en met haar zelf. Er is een juf bij gekomen die haar een ochtend heeft geobserveerd en die denkt dat mijn dochter een autistische stoornis heeft. Ik zelf vind echter dat Katja thuis anders is. Ze heeft wel taal achterstand maar haar contact met mijn gezin en haar zusje zijn goed. Ze toont emoties komt bij me als ze verdrietig is ze klapt in haar handjes als ze blij is. Mijn vragen zijn: wat moet ik doen met deze observatie en hoe kan ik mijn dochter helpen?
Antwoord:
Ik begrijp uit jouw verhaal dat je dochter zich thuis anders gedraagt dan elders, zoals in dit geval de peuterspeelzaal. Dat hoeft op zich niet zo heel raar te zijn. Sommige kinderen moeten langer wennen aan een voor hen nieuwe omgeving. Dan kost het voor hen meer tijd om de regeltjes en patronen te ontdekken en onder de knie te krijgen dan gemiddeld het geval is. Dat wil niet direct zeggen dat er een probleem aan ten grondslag zit. Misschien heeft zij de wereld wel als angstig ervaren in de tijd dat ze nog geen buisjes had. Dat is niet binnen een paar weken af te leren.
Mede omdat jij het geobserveerde gedrag op de peuterspeelzaal niet lijkt te herkennen in andere (huiselijke) situaties, zou ik adviseren om Katja de komende tijd samen met de begeleidsters op de peuterspeelzaal in de gaten te houden. Let op:
Hoe verloopt de taalontwikkeling (stagneert deze of gaat Katja in stapjes vooruit)?
Hoe verloopt het contact met anderen bij de peuterspeelzaal (misschien door middel van een speciaal opgezette activiteit binnen een 1 op 1 situatie met een ander kind/ een begeleidster)?
Daarnaast is er op onze site een lijst met kenmerken te vinden voor kinderen van een jonge leeftijd met een autisme spectrum stoornis. Je zou kunnen kijken in hoeverre deze kenmerken passen bij Katja en hoe Katja als baby was.
Hou het in de gaten en als je blijvende zorgen hebt over de ontwikkeling van Katja, is een bezoekje aan de huisarts snel gemaakt.
Lees ook: autisme herkennen bij jonge kinderen
Kind van 3 met pdd-nos
Ons kindje gaat naar het mkd sinds 3 maanden. Voordat hij naar het mkd ging hadden was het redelijk rustig in huis. Buitenshuis totaal niet. Sinds het mkd gaat juist thuis alles weer mis en op het mkd merken ze geen extreem gedrag – wel zien zij dat hij pddnos heeft. Mijn vragen zijn: zou het een teken kunnen zijn dat het te inspannend voor hem is? Mama wordt er weer zo onzeker van en het bevordert de moeder-kind relatie niet! En is het normaal dat je soms zo vreselijk doorheen kan zitten met een pddnos kind want ik heb het gevoel daardoor tekort te schieten?
Antwoord:
Ik snap juist heel goed dat je soms het gevoel hebt dat je tekortschiet als moeder. Het gevoel wat je beschrijft is juist heel natuurlijk. Het is veel makkelijker voor professionals om geduldig en leuk te blijven bij een kind met pddnos, maar zij zien het kind natuurlijk maar voor een dagdeel. En daarbij is het sowieso anders als het je eigen kind is! Met name als jouw kind moeite heeft met het tonen en aanvaarden van affectie. Het is dus helemaal niet raar dat het je soms wat teveel wordt. En het wil dus ook niet zeggen dat je niet genoeg van je kind houdt of geen goede moeder bent.
Wel moet je er inderdaad voor waken dat het niet te zeer ten koste gaat van je moeder/kind relatie en dat je niet teveel van jezelf gaat eisen. Wat daarbij kan helpen is op tijd afstand te nemen van de situatie als je merkt dat je je geduld aan het verliezen bent. Ook helpt het misschien om te praten met de groepsleidsters op het mkd over hoe je beter in controle kan blijven van de thuissituatie. Praat dan vooral over concrete voorbeelden, zodat duidelijk kan worden waar het misgaat. Daarnaast helpt het om met andere moeders van kinderen met pddnos te praten (misschien van dezelfde groep van het mkd?) zodat je merkt dat je heus niet de enige bent die zich soms zo voelt.
Jouw kind is nog erg jong en heeft te kampen gehad met een grote verandering door naar het mkd te gaan. Het kan zijn dat hij nog langer moet wennen. Het wil niet meteen zeggen dat dit te inspannend voor hem is omdat hij nu thuis meer aandacht vraagt. Ik kan dit echter ook niet uitsluiten. Ik zou aanraden om het nog even aan te zien en te kijken of de situatie na een paar maanden verbeterd is. Om zelf te proberen thuis weer de rust te laten keren zou ik eveneens raad vragen aan de groepsleiding van het mkd hierover, waardoor misschien de overschakeling mkd/ thuis minder heftig wordt voor jouw kind.
Ik hoop dat je niet te streng over jezelf oordeelt en probeert dit alles te zien als een leerproces waarin jij en je kind leren om met elkaar en de buitenwereld om te gaan.
ZMLK leerling (7) smeert elke dag met poep
Ik werk op een zmlk school. Ik heb een leerling van 7 jaar oud in de groep. Deze leerling vind poep niet vies. Hij smeert het op de muren op de grond etc. Hij doet dit bijna elke dag! We hebben al het een en ander geprobeerd maar het maakt geen indruk. We hebben geprobeerd om hem een klas terug te sturen maar het gaat gewoon door. Hij schrikt niet op het moment dat we hem betrappen maar alleen als er maatregelen worden getroffen (zoals terug sturen naar andere groep). Mijn vragen zijn: hebben jullie tips hoe we hiermee kunnen gaan en hoe we hem het beste kunnen benaderen?
Antwoord:
Vervelend dat dit probleem al zo lang aan de gang is. Het feit dat deze leerling op uw school zit, geeft aan dat hij/zij geen normale ontwikkeling doormaakt. Ook al vinden wij poep heel smerig, toch kunnen kinderen, en met name kinderen met een lager IQ, dit zien als een soort speelgoed. Van nature zijn kinderen in een bepaalde ontwikkelingsfase geïnteresseerd in hun eigen uitwerpselen. Het kan zijn dat deze leerling het gewoon leuk vindt om met poep te smeren.
Desalniettemin moet hem aangeleerd worden dat dit niet acceptabel is. Heeft u al geprobeerd om hem met ander spul te laten spelen, iets soortgelijks zoals bijvoorbeeld modder? Misschien dat hij met dit alternatief zijn behoefte kan vervullen. Daarnaast denk ik dat deze leerling straffen voor zijn gedrag in dit geval niet toereikend zal zijn. Beter lijkt het mij om goed gedrag te belonen, dus proberen een soort beloningsprogramma op te zetten waarbij hij beloond wordt wanneer hij een dag(deel) niet met poep is gaan spelen.
Van belang bij een dergelijk programma is dat hij beloond wordt met iets wat hij erg leuk vindt en dat hij aangemoedigd wordt door zowel school als thuis om hier mee aan de slag te gaan. Ook is het van belang dat in eerste instantie laag ingezet wordt, zodat hij ook een beloning kan verdienen (het moet dus haalbaar zijn). Een beloningsprogramma kan na een tijdje verder uitgebreid worden, zodat hij steeds langere periode smeervrij moet zijn om zijn beloning te verdienen.
Ik hoop dat u met deze suggesties een nieuwe, positieve weg kan inslaan met deze leerling. Geef hem het vertrouwen dat iedereen denkt dat hij dit kan leren en waarschijnlijk zal deze vervelende situatie binnenkort verbeteren.
Perfectionisme en toch vlug afgeleid
Onze dochter is nu 22 maanden. En ze is altijd druk in de weer. Maar ze kan het niet verdragen als er iets niet juist is. Bijvoorbeeld een deur die open staat moet dicht, een stoel die niet op zijn plaats staat moet terug op zijn plaats. Al moet ze hem 5 m. versleuren. ze gaat met alle zware dingen aan de haal. Dingen van 5kg sleurt ze door het huis, ze wil haar zelf al 2 maanden aankleden, broek en schoenen lukken, ze maakt zich druk als iets niet lukt. maakt een raar neuriënd geluid. En ze kan soms echt beginnen te krijsen en gooien als het niet lukt.
Ze paart al erg goed maar alleen thuis, niet als er andere mensen in de buurt zijn. Motoren en andere harde geluiden maken haar erg bang, maar zelf veel kabaal maken vindt ze leuk. Ze zeurt heel veel en is heel aanhankelijk. Tekent hele dagen lang, puzzels van 6 stukken is geen probleem. Speelgoed vind ze saai en in tv kijken heeft ze geen interesse. Veel dansen, soms 1 uur zingen zonder zwijgen. Mijn vragen zijn: kunt u hier iets uit opmaken? Zou er iets aan de hand kunnen zijn met haar waarvoor we hulp moeten zoeken?
Antwoord:
Fijn dat je iets doet met je twijfels over het gedrag van je dochtertje. Ook al is zij amper twee jaar oud, meestal is het het beste om af te gaan op je intuïtie. Het is van belang dat zo snel mogelijk duidelijk wordt of er iets aan de hand is.
Ik kan me voorstellen dat je graag antwoord wil op de vele vragen die je gesteld hebt. Helaas kan ik deze niet geven. Om een zinnig antwoord te geven op de oorzaak van het gedrag van je dochtertje is veel meer informatie nodig, zoals o.a. haar ontwikkeling vanaf de geboorte, haar karakter en eventuele omgevingsfactoren die een rol (kunnen) spelen.
Dat gezegd, lijkt het mij verstandig om allereerst zelf meer informatie te verzamelen rondom het ‘vreemde’gedrag van je dochtertje voordat je ergens aanklopt voor meer duidelijkheid. Dit mede vanwege haar jonge leeftijd.
Je kan bijvoorbeeld bijhouden hoe vaak een bepaald gedrag voorkomt, en wat je dochtertje gedaan heeft voordat het gedrag begon. Bijvoorbeeld; Langdurend zingen zonder zwijgen: 1-8-’07 11.00 – 11.45 na het aankleden
Op zo’n manier kan je in kaart brengen wat er precies gebeurt. Door bij te houden wat er voor het gedrag plaatsvindt, wordt misschien duidelijker waarom het gedrag plaatsvindt of worden bepaalde patronen zichtbaar. Ook kan daar uit blijken of het gedrag echt zo vaak voorkomt als in jouw beleving.
Wat is “licht” autistisch
Onze zoon van drie jaar is gediagnostiseerd met licht autisme. Ik kan niets vinden in boeken en dergelijke over dit lichte autisme. Mijn vragen zijn: is er informatie aanwezig over een lichte vorm van autisme of gelden hiervoor dezelfde boeken en tips die ik hier op de site heb gezien?
Antwoord:
Autisme is een moeilijk te stellen diagnose, mede doordat deze stoornis zich op zo veel verschillende manieren kan uiten. Dat,en het feit dat uw zoontje nog erg jong is, heeft in mijn ogen geleid tot een diagnose die gesteld is als ‘licht autistisch’.
Het kan zo zijn dat deze diagnose met de tijd omgezet wordt naar de diagnose PDD-NOS. PDD-NOS staat voor Pervasive Developmental Disorder Not Otherwise Specified, oftewel een aan autisme verwante stoornis. Deze diagnose hoort bij kinderen die bepaalde kenmerken van autisme vertonen, maar niet genoeg om het te bestempelen als autisme. Overigens valt 80% van de diagnosen rondom autisme onder PDD-NOS.
Het lichte autisme is dus geen aparte vorm van autisme. Het gaat om dezelfde stoornis in een mildere vorm. De moeilijkheden die uw zoontje heeft en zal hebben en hoe hier mee om te gaan zijn op eenzelfde manier aan te pakken als die u in de literatuur e.d. kunt vinden bij het omgaan met autisme. Belangrijk is vooral dat u bekijkt waar uw zoontje precies tegenaan loopt, voordat u het probleem probeert op te lossen. Probeer situaties vanuit zijn karakter en problematiek te bekijken.
Tip: Een (kinder)boek waar met een spannend verhaal heel goed duidelijk wordt gemaakt hoe een kind met autisme de wereld kan beleven is het museum mysterie.
Hulp zoeken, autistisch kind
Onze vragen zijn: bij wie kun je – als het je als ouders van een kind met autisme – te veel wordt om hulp vragen? En hoe voorkom je die soms grote teleurstellingen en huilbuien bij het kind? Het lijkt soms wel of je als ouder niks goed doet?
We hebben net de bevestiging gehad van de arts dat onze zoon een vorm heeft van autisme. We dachten het altijd al maar je loopt tegen zoveel ongeloof aan op school, in de familie.
Hij is bijna 6 jaar en gaat toch naar groep 3 ivm kleine klas maar er komen zoveel spannende en nieuwe dingen op zijn pad en het is zo triest om te zien dat hem nog meer angsten of huilbuien wordt aan gedaan. Hoe gaat een school hier goed mee om?
Antwoord:
Ik kan me voorstellen dat het inderdaad een vermoeiende activiteit is om steeds opnieuw uit te leggen wat er aan de hand is met je zoontje. En zelfs met uitleg over autisme lijken mensen nog steeds niet te begrijpen hoe diep deze stoornis gaat. Dat het iets is waar je continu tegenaan loopt. Helaas zal deze ‘last’ van onbegrip en uitleg moeten geven niet verdwijnen. Wel zal jouw omgeving er waarschijnlijk beter mee leren omgaan. Je zegt dat je pas net de diagnose hebt gekregen, met deze diagnose kan het al wat makkelijker worden. Daarmee staat het immers vast dat het niet aan jouw manier van opvoeden of iets dergelijks ligt, maar het gedrag van je zoontje het gevolg is van een stoornis in zijn hersenen.
Om de huilbuien en teleurstellingen zo veel mogelijk in te perken, is het van belang om je zoontje zo goed als kan voor te bereiden. Het makkelijkst misschien met fysieke dingen. Foto’s maken van de nieuwe klas, al een keertje samen langsgaan en hem zijn zitplaats aanwijzen, de juf een handje geven.
De teleurstellingen en huilbuien van je zoontje zijn niet altijd te voorkomen. Ik kan me voorstellen dat het als ouder moeilijk moet zijn om dat aan te zien. Toch wil ik je waarschuwen de dingen waar je zoontje bang voor is, niet te gaan vermijden. Daar leert hij niets van. Dingen met kleine stapjes proberen aan te pakken helpt beter. Als je zoontje toch overstuur raakt, probeer dan te bedenken dat het niet jouw schuld is, maar dat het aan zijn autisme ligt.
Jouw zoontje gaat het komende schooljaar een moeilijke tijd tegemoet waarin hij extra begeleiding nodig zal hebben. Indien hij gediagnosticeerd is met autisme, zal hij waarschijnlijk in aanmerking komen voor een ‘rugzakje’. Dat is een leerlinggebonden budget waarmee de extra begeleiding/ leermiddelen op school gefinancierd kunnen worden. Daartoe is contact op te nemen met het REC (Regionaal Expertise Centrum) binnen uw regio. Voor verdere begeleiding in dit hele proces is contact op te nemen met het Meld- en Adviespunt Indicatiestelling, telefoonnummer 030-291 66 36.
Verder is het misschien een idee om contact op te nemen met de GGZ of een andere geestelijke gezondheidsinstelling in jouw buurt om te bekijken in hoeverre zij extra begeleiding kunnen bieden in de vorm van bijvoorbeeld dagopvang of naschoolse opvang in een omgeving waarin je zoontje zich verder kan ontwikkelen. Dit zou jullie ook enigszins kunnen ontlasten.
Om zelf eens aan de bel te trekken, jouw verhaal kwijt te kunnen bij mensen die begrijpen hoe het is om een kind met een autisme verwante stoornis te hebben, is het misschien iets om een keer deel te nemen aan een contactgroep. Misschien kan je ook van andere ouders enkele handige tips krijgen. De NVA – Nederlandse Vereniging voor Autisme – organiseert lotgenotencontact. Je zou dan in contact komen met andere ouders. Wel moet ik vermelden dat je dan lid moet worden van de vereniging.
Hoe groot is de kans op een kind met Asperger?
Ik wil graag een kind, maar heb vervelende ervaringen opgedaan met familieleden die Asperger hebben, allebei erg eenzaam en ongelukkig door hun handicap. Ik durf niet goed aan een zwangerschap te beginnen. Mijn vragen zijn: hoe groot is de kans dat wij ook een kind met deze afwijking krijgen? Kunnen we eventueel nog iets bijsturen qua opvoeding als we merken dat een kind een autistische stoornis heeft?
Antwoord:
Ik begrijp dat u zich zorgen maakt over het overdragen van deze stoornis, gezien het in de familie voorkomt. Alhoewel de meeste deskundigen het eens zijn dat autisme veroorzaakt wordt door een dysfunctie in de hersenen, is nog steeds weinig bekend over de daadwerkelijke oorzaak van autisme. Daarom is het moeilijk te bepalen in hoeverre jullie een verhoogde kans hebben op het krijgen van een kind met deze stoornis. Het algemeen voorkomen van een autisme verwante stoornis is 1 op de 200 kinderen, waarvan de verhouding jongens tot meisjes 3:1 is. Dat betekent dat een hoger aantal jongens dan meisjes een autisme verwante stoornis hebben.
Het blijkt uit wetenschappelijk onderzoek dat genetische invloeden een rol spelen bij het ontstaan van autisme. Deze kans wordt verhoogd als een van de ouders zelf een autisme verwante stoornis heeft. Dat is bij jullie niet het geval. Toch is het aannemelijk dat jullie een verhoogde kans hebben op het krijgen van een kind met autisme, in dit geval Asperger. Asperger is een vorm van autisme waarbij er sprake is van een normale intelligentie en het kind in de meeste gevallen een normale spraak/taal ontwikkeling doormaakt. Het kind heeft voornamelijk moeite met sociaal/ emotioneel inzicht. Verder heeft het kind een vlakke gezichtsuitdrukking en een beperkt aantal interesse die hem/ haar voortdurend bezighouden.
Het autisme van een kind is helaas een chronische aandoening. Toch is de laatste jaren een stijgende lijn te ontdekken in de mate waarin mensen met autisme lijden onder hun stoornis. Er is een verhoogde aandacht voor autisme en een continue verbetering van de kennis over autisme. De stoornis wordt vlugger herkend en kinderen kunnen dus vlugger geholpen worden.
De omgeving van het kind speelt mijn inziens een grote rol in de ontwikkeling van het kind met autisme. Door op een juiste manier om te gaan met de beperkingen van het kind, zal het kind niet overvraagd worden en zich veilig en geaccepteerd voelen. Daarbij zijn de missende (sociale en cognitieve) vaardigheden gedeeltelijk aanleerbaar, waardoor een kind met autisme toch zelfstandig kan zijn. (NB. Dit is niet het geval bij kinderen die naast hun autisme een verstandelijke handicap hebben.) Het is dus mogelijk om via een op het kind aangepaste opvoeding het een en ander bij te sturen, maar dit zal zijn beperkingen hebben gezien het kind niet te genezen is. Hoe u de ontwikkeling van een kind met autisme in de dagelijkse gang van zaken kan stimuleren, beschrijf ik in een artikel dat binnenkort zal verschijnen op deze site.
Ik kan u dus geen garanties geven over de mate waarin u kans hebt op het krijgen van een kind met autisme. De afweging wel of geen kind te krijgen is dan ook volledig aan u. Wat ik u wel wil meegeven is de kanttekening dat mensen met een autisme verwante stoornis niet per definitie eenzaam en ongelukkig zijn. Het is een handicap gelijk aan andere handicaps waarbij het kind bepaalde moeilijkheden moet overkomen op zijn/ haar weg naar volwassenheid. En daar kunt u het kind bij helpen.