Je kent het beeld vast wel, kinderen die een pleister op één oog hebben. De reden hiervan is een lui oog. In Nederland heeft ongeveer één op de dertig kinderen hier last van. Wat is een lui oog precies en hoe ziet het behandelplan eruit? In dit artikel lees je er alles over en geven we meerdere bruikbare tips voor kinderen die last hebben van een lui oog.
Wat is een lui oog
Een lui oog betekent dat één oog zich in de vroege kinderjaren niet goed ontwikkeld heeft. Het betekent niet dat er iets mis is met het oog, maar wel dat de hersenen het beeld dat via het oog binnenkomt onderdrukt. De medische term voor een lui oog is amblyopie. Het komt zelden voor dat twee ogen `lui´ zijn. Bij één lui oog, werkt het andere oog nog prima en kun je dus nog wel zien. Wanneer één oog zich echter niet goed ontwikkelt, ontstaat er een disbalans in het gezichtsvermogen. Behandeling van een lui oog is noodzakelijk omdat een lui oog zich niet uit zichzelf herstelt. Een lui oog ontstaat bijna altijd voor het achtste levensjaar. In deze fase zijn de ogen nog volop in ontwikkeling en is een lui oog goed te behandelen. Het beste is daarom om zo vroeg mogelijk te starten met de behandeling omdat de kans op volledig herstel van het zicht dan het grootst is.
De symptomen
Hoe zie je nu dat je kind een lui oog heeft? Een kind geeft zelf waarschijnlijk niet aan dat het minder goed ziet. Dit komt omdat het een proces is en een lui oog zich niet van de één op de andere dag ontwikkelt. Het belangrijkste symptoom is moeite met zicht in de diepte.
Hierdoor struikelt of stoot een kind zich sneller of is motorisch minder handig. Een vriendin vertelde eens dat ze zich zorgen maakte omdat haar dochter van drie nog geen kleine kraaltjes kon vastpakken. De reden was een lui oog en dus niet het motorisch onvermogen van haar dochter. Ook bij balsporten zie je vaak snel dat het gezichtsvermogen minder is. Je kind heeft bijvoorbeeld moeite met een bal uit de lucht vangen. Vanaf tweeënhalf jaar checkt het consultatiebureau het gezichtsvermogen van kinderen. Vaak is een afwijking aan het oog dan ook op deze leeftijd pas te zien.
De oorzaken van een lui oog
- Scheelzien of loensen – Bij scheelzien kijken de ogen niet naar hetzelfde punt. De hersenen schakelen dan één beeld uit om dubbelzien te voorkomen. Hierdoor gebruikt je kind het ene oog automatisch minder.
- Aangeboren staar – Bij aangeboren staar is de ooglens troebel. Hierdoor ziet een kind minder goed en gebruikt een kind dit oog minder.
- Organische afwijking – Een organische afwijking is meestal een aangeboren afwijking waardoor het ooglid te veel over de pupil hangt. Hierdoor is het zicht van dat oog minder.
- Verkeerde brillenglazen – Let er altijd goed op dat de sterkte van de bril van je kind nog goed is. Als één van de ogen namelijk verkeerd gecorrigeerd wordt, kan deze lui worden.
- Erfelijke aanleg – Als je zelf ook een lui oog hebt gehad, is de kans groter dat je dit doorgeeft aan je kind.
De diagnose van een lui oog
Het consultatiebureau stelt vast dat er verminderd gezichtsvermogen is. Hierna wordt een kind doorgestuurd naar de oogarts of orthoptist. Deze verricht verder onderzoek. Kleine kinderen volgen een lampje. Bij oudere gebruikt de orthoptist de plaatjes- of letterkaart. Wanneer een orthoptist met deze testen vaststelt dat een kind inderdaad minder goed ziet, zal hij door het gebruik van speciale oogdruppels verder onderzoek doen. Deze oogdruppels verwijden de pupil en remmen zo het scherpstellen van het oog. Op deze manier controleert de orthoptist afwijkingen in het oog en kan hij een lui oog vaststellen. De oogdruppels zorgen tijdelijk voor een minder scherp zicht maar dit trekt na een paar uur weg.
Behandelen lui oog
Gelukkig is een lui oog voor kinderen tot twaalf jaar goed te behandelen. Hierna is het niet meer mogelijk een lui oog te trainen. Het is belangrijk om eerst te weten wat de oorzaak van het luie oog is. Op basis hiervan kan de behandeling ingezet worden. Er zijn drie behandelmethodes van een lui oog. Hieronder in het kort de verschillen tussen de drie behandelingen.
- Pleister – Je traint een lui oog door op het goede oog een pleister te plakken. De orthoptist stelt hiervoor een behandelplan op. Je weet dan precies wanneer en hoelang de pleister op het oog moet blijven zitten. Bij de pleistermethode is de rol van de ouders heel belangrijk. Zij moeten ervoor zorgen dat de pleister het gewenst aantal uren op het oog blijft zitten. Ga nooit zelf experimenteren met een pleister wanneer je vermoed dat je kind een lui oog heeft.
- Bril – Bij een lui oog is het belangrijk om eerst het onderliggende probleem op te lossen. Je ziet daarom soms kinderen die zowel een bril als een pleister dragen. Het kan ook zijn dat de bril het probleem al oplost en een pleister niet meer nodig is.
- Oogdruppels – Eigenlijk doen oogdruppels hetzelfde als een pleister, alleen is het niet zichtbaar voor de buitenwereld. Deze oogdruppels verwijderen de pupil van het goede oog waardoor het oog slechter gaat zien. Omdat veel kinderen irritatie krijgen van de oogdruppels, heeft een pleister meestal de voorkeur. Dit hangt vaak ook van de leeftijd van het kind af.
Tips voor een kind met een lui oog
Het is best een belemmering voor je kind om met een pleister op naar school te gaan. Op basis van ervaringen van leerkrachten en ouders van kinderen die een lui oog gehad hebben, is er een lijst met tips opgesteld.
- Actie van de leerkracht – Een kind met een lui oog is extra kwetsbaar omdat het maar één goed oog heeft. Het is daarom van extra groot belang dat er niks met het goede oog gebeurd. Het is voor een leerkracht goed om te weten dat hij direct actie onderneemt wanneer hij vermoed dat er iets met het goede oog aan de hand is bijvoorbeeld door ruw spel.
- Veiligheid en vertrouwen – Het is belangrijk dat iedereen in de directe omgeving van het kind zich bewust is van het beperkte zicht. Geef een kind daarom nooit opdrachten waar een kind zich niet veilig bij voelt.
- Plek in de klas – Het is belangrijk om rekening te houden met de plek in de klas. Laat het kind vanaf groep drie sowieso vooraan zitten. Ook is het fijn dat het kind met zijn tafeltje bij een muur zit. Het slechte oog zit dan aan de kant van de muur zodat het goede oog de klas goed kan overzien.
- Begrip van andere kinderen – Tijdens een gymles kan een docent een balspel doen waarbij alle kinderen één oog afdekken. Zo kunnen klasgenootjes ervaren hoe het is om maar met één oog te kunnen zien.
- Veiligheid – Een kind met een lui oog kan hierdoor motorisch wat achter raken. Sporten als peutergym zijn hierom goed om te doen. Ook is het goed om een spiegel op een kinderfiets te zetten zodat het kind de omgeving beter kan zien.
Bronnen: Oogfonds, Oogziekenhuis, oogartsen,nl, Vereniging oog in oog