Soms is het nodig om de bevalling op te wekken. Het opwekken van de bevalling wordt inleiden genoemd. Het kan zijn dat het met jou, als moeder, niet goed gaat of de artsen denken dat je baby het beter heeft buiten de baarmoeder, dan dat hij nog binnen blijft. Welke redenen zijn er om in te leiden en wat houdt het inleiden van een bevalling precies in ? Lees hieronder meer.
Redenen voor het inleiden van de bevalling
Het inleiden ofwel opwekken van een bevalling zal gebeuren op een tijdstip dat de toestand van je kindje nog goed is en er verwacht wordt dat je baby een normale bevalling kan doorstaan. Veel voorkomende redenen om een bevalling in te leiden zijn;
- Zwangerschap van een meerling.
- Je bent meer dan 42 weken zwanger.
- Hoge bloeddruk en/of zwangerschapsvergiftiging (pre-eclampsie en HELLP-syndroom).
- Je hebt zwangerschapsdiabetes.
- Groeivertraging bij je baby.
- Je vliezen zijn langer dan 24 uur gebroken en je bent tussen de 37 en 42 weken zwanger.
- De placenta werkt niet goed genoeg meer.
Onderzoek voor het inleiden van de bevalling
Je verloskundige verwijst je door naar een verloskundig team in het ziekenhuis, waar een verloskundige en gynaecoloog deel van uit maken. Soms is dit ook je eigen verloskundige. Je zal dus bevallen in het ziekenhuis met een medische indicatie.
Vóór het inleiden van de bevalling doet men eerst een inwendig onderzoek. De baarmoedermond moet al een beetje open en verweekt zijn (rijp) voordat men besluit om in te leiden. Wanneer de baarmoedermond nog onrijp is, voelt deze lang en stevig aan. Men noemt dit een staande portio, dit is de medische term voor de baarmoedermond. Er is dan meestal nog geen ontsluiting. Als de baarmoeder rijp is, voelt deze korter en week aan. Men noemt dit een verstreken portio. Meestal is er dan wel al wat ontsluiting. In dit geval is het mogelijk om te gaan inleiden.
Het inwendig onderzoek gebeurt meestal op de polikliniek. Je krijgt daar uitgebreide informatie wat je kunt verwachten over hoe een inleiding gedaan wordt en je krijgt meteen een afspraak voor de inleiding in dezelfde week. Als je twijfelt over het advies om in te leiden kun je dit bespreken met je verloskundige. Wanneer jullie er samen niet uit komen kan je een second opinion aanvragen in een ander ziekenhuis.
Wat gebeurd er bij een niet verstreken baarmoedermond?
Wanneer je baarmoedermond nog niet rijp is, vindt ziekenhuisopname plaats, meestal dezelfde dag, soms de dag erna. Om de baarmoedermond rijp te maken, past men ‘primen’ toe. Dit is de Engelse term voor voorbereiden. Manieren hiervoor zijn;
- Je krijgt het medicijn misoprostol/cytotec, dit wordt ingebracht in de vagina ongeveer iedere 4 uur. Tot een maximum van 3x per dag. Voor- en na het inbrengen sluiten ze je aan op het CTG-apparaat. Je kunt ook tabletten slikken, de verloskundige beslist welke wijze het beste is voor jou. Wanneer bij het vaginaal onderzoek blijkt dat de baarmoedermond rijp genoeg is, zal de inleiding worden gestart.
- Er wordt een katheter in de baarmoedermond ingebracht. Aan de top van de katheter zit een klein ballonnetje, wat ze vullen met water, nadat het slangetje in de baarmoedermond zit. Je krijgt ontsluiting door de druk van het ballonnetje en vanuit de baarmoeder en de baarmoedermond komen dan ook natuurlijke hormonen vrij (prostaglandinen), die de rijping versnellen. De katheter brengt men in met behulp van een eendenbek. Ze laten de katheter 24 uur zitten en je kunt gewoon rondlopen en douchen. Men maakt van tevoren en na het weghalen van de katheter een CTG (hartfilmpje) van je baby. Wanneer de baarmoedermond erg onrijp is, moeten ze de behandeling herhalen, soms zelfs een paar dagen achter elkaar.
- Je krijgt het medicijn Propess wat men hoog in de vagina bij de baarmoedermond inbrengt. In dit medicijn zitten hormonen, die een rol spelen bij het op gang komen van de bevalling.
Hoe kan je je voorbereiden?
Om jezelf zo goed mogelijk voor te bereiden op de inleiding en de bevalling kan je een rondleiding krijgen op de verloskamers in het ziekenhuis waar je zal gaan bevallen, mits er op dat moment voldoende personeel is. Je moet dezelfde spullen meenemen als bij een ‘normale’ bevalling. Kleding voor jezelf voor tijdens en na de bevalling, toiletspullen en babykleding. Neem wat mee ter tijdverdrijf en ontspanning. Het kan lang duren omdat er de eerste uren soms nog niet zoveel weeën zijn. Afleiding kan dan erg fijn zijn.
Inleiden
Bij een inleiding worden meestal eerst je vliezen gebroken tijdens een inwendig onderzoekt. Dit wordt toucheren genoemd. Men brengt de weeën op gang middels medicatie (oxytocine) via het infuus. De dosering van de medicatie gaat in stappen omhoog, waardoor de weeën geleidelijk aan beginnen.
Er wordt een CTG aangebracht, waarmee de conditie van je baby gecontroleerd wordt. Meestal is dit door middel van een band om je buik en soms wordt er een schedelelektrode vast gezet op het hoofd van je baby. Men registreert hiermee de harttonen van je baby en je weeën. Dit gebeurt door middel van een inwendig onderzoek, waarbij ook de vliezen gebroken worden. Je verloskundig zorgverlener kan ook een drukkatheter in de baarmoeder inbrengen om de sterkte van de weeën te meten.
De bevalling
Het verloop van de bevalling, na het starten van de inleiding, is in principe hetzelfde als bij een bevalling die spontaan op gang komt. De geboorte van je baby vindt over het algemeen binnen 24 uur plaats na de start van de inleiding. De ontsluiting gaat sneller als de baarmoedermond rijper is en de bevalling van een volgend kind gaat meestal sneller dan die van de eerste.
Wanneer er prostaglandinen gebruikt zijn bij de inleiding zijn er vaak eerst veel harde, pijnlijke buiken voordat de echte ontsluitingsweeën beginnen. Je kunt om pijnstilling vragen als de ontsluitingsweeën te pijnlijk zijn. Pijnstilling geeft men middels een injectie (pethidine). Je kunt ook een ruggenprik krijgen of een PCA pompje waarmee je jezelf via het infuus pijnmedicatie kunt toedienen.
Risico’s
Inleiden van de bevalling verloopt meestal zonder problemen. Wat wel voor kan komen is;
- Kunstverlossing of keizersnede. Dit komt vaker voor tijdens een inleiding dan bij een spontane bevalling. Het gebeurt alleen als het niet goed gaat met de baby of als de bevalling niet goed doorzet en er geen volledige ontsluiting wordt bereikt.
- Wanneer de baarmoedermond nog niet goed rijp is en men start met de inleiding, is er een grotere kans op een zeer langdurige bevalling.
- Hyperstimulatie. Te veel weeën komen te snel achter elkaar. De baby kan zuurstofgebrek krijgen als het te lang duurt. De stand van de infuuspomp wordt dan verlaagd of de moeder krijgt medicatie welke de weeën remt.
- De navelstreng kan uitzakken langs het hoofd van de baby bij het breken van de vliezen als hij niet goed is ingedaald of bij een stuitligging langs het stuitje. Ook dan moet men een keizersnede doen.
- Bloedverlies na de bevalling. Veel bloedverlies na de bevalling komt vaker voor na een inleiding dan bij een gewone bevalling. Dit kan komen doordat de placenta vast blijft zitten, of dat de baarmoeder niet goed samentrekt nadat de placenta geboren is. Er kan medicatie gegeven worden om de baarmoeder te laten samentrekken, waardoor je minder last hebt van bloedverlies.
- Beschadiging door de drukkatheter. Als het slangetje niet goed terecht komt kan dit een beschadiging geven aan de placenta.
- De schedelelektrode die aangebracht wordt bij een inleiding (of op de bil wanneer je baby in stuitligging ligt) kan een ontsteking veroorzaken. Dit is geen ernstig risico, maar wel vervelend voor je baby.
- Bij langdurig gebroken vliezen is er een iets groter risico op een infectie van de placenta tijdens en na de bevalling. Dit risico hangt meer samen met de reden van de inleiding, dan met de inleiding zelf.
- De baarmoeder kan scheuren tijdens een inleiding. Dit komt echter bijna nooit voor.
Het advies is om alleen in te leiden in verband met een medische reden omdat uit onderzoek is gebleken dat je baby meer gezondheidsproblemen kan ervaren, wanneer hij is ingeleid zonder dat er noodzaak was voor een inleiding.
Alternatieven en ervaringen
Een alternatief om de bevalling op gang te brengen is strippen. De verloskundige maakt dan met de vingers de baarmoedermond los van de vliezen tijdens het toucheren. Dit kan pijnlijk zijn. Vaak treedt er bloedverlies op, maar dit kan geen kwaad. Strippen heeft weinig zin bij een onrijpe baarmoedermond. De kans dat de bevalling dan spontaan begint is klein.
Veel moeders zoeken op het internet naar ervaringen van andere moeders over inleiden. Het inleiden kan bij iedereen echter anders verlopen. Bespreek je zorgen en twijfels altijd met je verloskundige die kan meestal het beste antwoord geven op je vragen.
Bronnen: UMCG.nl, Isala.nl, Deverloskundige.nl