Groep drie is een bijzonder en belangrijk leerjaar voor kinderen. Het leren lezen, schrijven en rekenen gaat dit jaar echt van start. Dit betekent ook dat scholen de voortgang van hun leerlingen vanaf nu (nog) strikt(er) bijhouden. Zodra kinderen beginnen met leren lezen, begint de school met het afnemen van toetsen om de voortgang in de gaten te houden. Op het gebied van lezen zijn er twee soorten toetsen: de DMT (drie-minuten-toets) en de AVI toets. De AVI toetst kinderen op het lezen van teksten, terwijl kinderen tijdens de DMT losse woordjes moeten lezen. In dit artikel vertellen we je alles wat je moet weten over deze steeds terugkerende DMT.
Wat houdt de DMT precies in?
Ieder basisschoolkind doet vanaf halverwege groep drie deze zogeheten drie-minuten-toets. De toets komt dan ieder jaar twee keer terug. In groep acht wordt hij nog één keer afgenomen.
Tijdens de toets moet het kind drie verschillende leeskaarten voorlezen. Op de kaart staan losse woordjes.
Er zijn verschillende versies leeskaarten die docenten voor het afnemen van de DMT gebruiken. De woordjes op de kaarten van de oudere versie lopen op in moeilijkheidsgraad. De woordjes op de nieuwste leeskaarten zijn allemaal even moeilijk.
Voor elke kaart krijgt het kind één minuut de tijd om zoveel mogelijk woorden te lezen. Als het kind het woord verkeerd uitspreekt of meer dan vijf seconden doet over het lezen ervan, wordt het woord fout gerekend. De leraar of onderwijsassistent telt hoeveel woorden het kind tijdens deze minuut goed hardop voor kan lezen.
Ieder kind doet de toets individueel, onder leiding van de meester, juf of onderwijsassistent. Sommige docenten kiezen ervoor om de toets wel in de klas af te nemen, terwijl anderen juist een rustig plekje opzoeken.
Aan de hand van de uitkomsten concludeert de leraar of onderwijsassistent op welk niveau van technisch lezen het kind zich op dat moment bevindt. Docenten kunnen de uitkomsten gebruiken om kinderen bijvoorbeeld extra te laten oefenen op bepaalde woorden of klanken. Het doel is om een zo sterk mogelijke basis voor het kind te creëren op het gebied van technisch lezen.
Waarom deze manier van testen?
Kinderen kunnen bij het lezen van boeken vaak uit de context halen wat een woord betekent. Dit is ook de reden dat het hardop lezen van boekjes of zinnen niet afdoende is om vast te stellen hoe ver een kind is met het technisch lezen. Het niveau van technisch lezen bepaalt of een kind klaar is om te beginnen met begrijpend lezen.
De DMT afnemen over de gehele schoolperiode brengt de leesontwikkeling van een kind goed in kaart. Vooral in groep drie en vier is het een belangrijke test waarbij moeilijkheden bij het leren lezen opgespoord kunnen worden. Juist het toetsen met losse woorden kan problemen in kaart brengen die tijdens het lezen van teksten niet opvallen. Bij deze toets kun je zien of kinderen context nodig hebben om bepaalde woorden te kunnen lezen of begrijpen.
Vanaf groep vier kunnen kinderen vaak zonder grote problemen woorden lezen. Teksten lezen wordt nu steeds belangrijker. Voor kinderen die meer moeite hebben met lezen blijft het afnemen van deze toets een nuttige manier om in de gaten te houden hoe ver ze zijn. Ook is de DMT een goed hulpmiddel om dyslexie op te sporen.
Het is daarmee een nuttige toets. Echter, net als bij andere toetsen, is het belangrijk om de uitkomsten in perspectief te zien. Een lage score tijdens de toets kan verschillende oorzaken hebben. De uitkomst ervan is dan ook niet heilig. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat kinderen zich moeilijk kunnen concentreren, last krijgen van faalangst vanwege de spannende setting, nét wat meer tijd nodig hebben dan de gegeven vijf seconden of wat minder goed zijn in het articuleren van de woorden. Ieder kind leert op zijn eigen manier.
Nadelige effecten?
Het onder tijdsdruk moeten lezen van losse woorden is geen natuurlijke manier van lezen. Het doen van de toets kan spanning opleveren voor een kind, en door de druk om te presteren kan het zijn dat een kind geen goede ervaringen overhoudt aan het lezen.
Op sommige scholen oefenen kinderen erg vaak voor de toets. Hiermee kan lezen een soort race worden, en het voor kinderen als een wedstrijd voelen.
De ervaringen met deze toetsen zijn erg wisselend. Er zijn kinderen die zo zenuwachtig worden van het moeten lezen onder tijdsdruk dat ze een hekel krijgen aan lezen. Andere kinderen raken gefrustreerd. Soms beginnen ze te doen alsof ze verder zijn dan ze daadwerkelijk zijn, om maar niet achter te blijven. De meeste docenten raden dan ook juist af om woordrijtjes te veel te oefenen met als enig doel goed te scoren op de toetsen. De toets geeft dan geen realistisch beeld meer én de kans bestaat dat het plezier in lezen bij het kind vermindert.
Verder is er discussie over de toegevoegde waarde van het oefenen en toetsen op woordniveau. Meerdere wetenschappelijke onderzoeken hebben aangetoond dat de leesvaardigheid van kinderen niet of nauwelijks toeneemt door het afnemen van toetsen op woordniveau. Volgens onderzoekers heeft dit type oefening alleen effect in groep drie, als kinderen nog moeten leren decoderen. Zij raden af om hier na midden of eind groep drie mee verder te gaan.
Kinderen met leesproblemen kunnen door middel van het oefenen van bepaalde woorden de geoefende woorden sneller lezen, maar dit zorgt er niet voor dat ze onbekende woorden in de DMT sneller kunnen lezen.
Sommige scholen zijn dan ook gestopt met het afnemen van het toetsen met de DMT vanaf de middenbouw. Ze gaan ervan uit dat kinderen vanaf dat moment genoeg tekstbegrip hebben. Er zijn ook scholen die naar aanleiding van de uitkomsten van de wetenschappelijke onderzoeken kiezen voor andere manieren van testen. Steeds meer docenten willen vooral benadrukken dat het lezen van gevarieerde boeken erg belangrijk is, naast het ontwikkelen van plezier voor lezen.
Het is hoe dan ook, zowel voor de ouders als voor kinderen, belangrijk om te onthouden dat ook de DMT slechts een meetinstrument is (of zou moeten zijn) voor docenten. Je moet het belang ervan niet overschatten, en het is geen hoofddoel van het leesonderwijs.