Je baby ontwikkelt zich razendsnel tot een kleine volwassene. Vooral de motorische ontwikkeling bij je baby is goed te zien: van een pasgeborene die nog vrijwel niets kan groeit je baby in een jaar tijd uit tot een wezentje dat zelf kan staan en al wat eerste stapjes zet.
Hieronder zie je welke stappen je kindje doorloopt wat betreft zijn motorische ontwikkeling en welke mijlpalen er zijn in je baby’s eerste jaar. Wil je meer en uitgebreider lezen over de ontwikkeling die je baby per maand doormaakt, bekijk het overzicht van de ontwikkeling per maand.
Mijlpalen in de motorische ontwikkeling per maand
1e maand
- De benen en armen zijn gebogen als je baby op zijn buik of rug ligt.
- Je baby heeft gebalde vuistjes.
- Grijpreflex: wanneer je de handpalm aanraakt klemt je baby de hand dicht en kan niet loslaten.
- Wanneer je baby op de rug ligt is het hoofd opzij gedraaid.
- Je baby kan zijn gewrichten nog niet afzonderlijk bewegen, dus maakt voornamelijk symmetrische reflexbewegingen met zijn armen.
- Je baby draait wanneer hij op zijn buik ligt het hoofd in een reflex opzij.
- In een reflex kan je kindje entjes het hoofd optillen.
- Rond vier weken kan je baby, wanneer je hem in een zittende houding vasthoudt, eventjes zijn hoofd zelf overeind houden.
2e maand
Als je baby op zijn rug ligt kan deze:
- Trappelbewegingen maken met de benen
- Zwaaibewegingen maken met de armen
- Symmetrische stootbewegingen maken met de armen
- Met de ogen bewegende objecten volgen
- De ogen gefixeerd houden op een bewegend speeltje
Als je kindje op zijn buik ligt kan deze:
- Het hoofd en schouders optillen tot ongeveer 45°
- Hoeven de knieën niet meer constant opgetrokken te zijn tegen de buik, omdat er een strekbeweging gemaakt kan worden in de heupen
- Met de armen en benen kan je kindje een op kruipen lijkende beweging maken.
3e maand
- Als je baby op zijn rug ligt, kan hij het hoofd in het midden houden.
- Met jouw of zijn eigen vingers kan je kindje spelen als hij deze toevallig opmerkt
- Je baby kan op zijn buik liggend even op de onderarmen steunen
- In bad beweegt je baby nu veel.
- De grijpreflex kan door jouw hand onderbroken worden.
- Als je de baby rechtop vasthoudt, zijn de beentjes gebogen.
- Je baby kan met zijn laatste drie vingers iets vastpakken en pakt alleen iets vast zodra het de hand raakt.
4e maand
- Als je kind op zijn rug ligt kan deze eventjes het hoofd optillen.
- Wanneer je kindje op de zij komt te liggen, rolt deze zich terug op de rug.
- Als je kindje op de buik ligt kan deze zich helemaal om hoog strekken en om zich heen kijken.
- Met steun kan je kindje blijven zitten en zelf het hoofd rechtop houden.
- Wanneer de ene hand iets vastgrijpt, beweegt de andere hand van je kindje ook mee.
- Meestal zijn de handjes van je kindje nu open.
- Je kindje kan met de handen voor zich spelen en met de hele hand iets vasthouden.
- Met de handen slaat je kindje bijvoorbeeld op de grond of tafel.
- Het hoofd van je kindje kan tot negentig graden meedraaien om een bewegend object te volgen.
5e maand
- Je kindje kan op zijn rug het hoofd een stuk optillen.
- Wanneer je kindje op zijn rug ligt en je aan zijn handen trekt, komen het hoofd en de schouders mee omhoog.
- Je baby kan zijn beentjes omhoog strekken of heffen.
- Je kindje kan vanaf de buik naar de rug omrollen.
- Als hij op zijn buik ligt, kan je kindje al een beetje steunen op de handpalmen.
- Met wat steun kan je kindje goed blijven zitten.
- Je baby kijkt naar de voorwerpen die hij vastpakt en kan ook met twee handen iets vastpakken.
- Ook kan je kindje nu voorwerpen doelbewust weer loslaten.
6e maand
- Wanneer je je baby vanuit lig naar zit omhoog trekt, beweegt hij zelfstandig het hoofd mee.
- Je baby kan zich op handen uitstrekken als hij op zijn buik ligt. Wanneer hij in deze positie iets wil pakken, trekt hij een been al bij. Dit is het voorstadium van kruipen
- Je kindje kan eventjes zelfstandig zitten.
- Met steun onder zijn armen kan je baby eventjes blijven staan, zijn voeten dragen dan het grootste gedeelte van zijn gewicht.
- Je baby kan voorwerpen van de ene in de andere hand overpakken.
- Je kindje krijgt meer controle over zijn duim. Nu worden voorwerpen met de vingers en de duim vastgepakt.
7e maand
- Je baby kan zich van zijn rug naar zijn buik omrollen.
- Als je je baby ondersteund, kan hij in stand afwisselend zijn voeten optillen.
- Je kindje pakt gemakkelijk voorwerpen op en slaat hiermee op de grond of op tafel. Hierbij pakt hij met een hand iets op, maar is er niet duidelijk sprake van een voorkeur voor links of rechts.
8e maand
- Wanneer je kindje op zijn buik ligt, kan hij nu met een hand steunen, zodat de andere iets vast kan pakken.
- Om bij een voorwerp te komen, beweegt je baby zich met zijn armen en benen vooruit (buikschuiven).
- Je kindje kan zelfstandig zitten, maar steunt hierbij nog wel vaak op de handen.
- Met steun kan je baby een loopbeweging maken in stand, zonder zich echt vooruit te bewegen.
- Je baby gooit voorwerpen op de grond en kan twee dingen tegelijk vasthouden, een in iedere hand.
Ook interessant: heeft mijn kind een ontwikkelingsachterstand op het gebied van zijn motorische ontwikkeling?
Mijlpalen in de motoriek van een oudere baby
9-10 maanden
- Je kindje begint het ‘buikschuiven’ om te zetten in kruipen. Meestal blijft het lijfje hierbij nog wel op de grond.
- Zonder steun kan je kindje rechtop blijven zitten en naar voren leunen zonder om te vallen.
- In zit kan je kindje zich al redelijk goed bewegen (draaien, omkijken).
- Met jouw steun kan je kindje blijven staan.
- Ook kleine voorwerpen kan je baby nu goed oppakken met de juiste kracht en coördinatie, ook met duim en wijsvinger.
- Je baby gebruikt zijn wijsvinger steeds meer.
11-12 maanden
- Je kindje kan zich in zit nu helemaal vrij bewegen om met voorwerpen te spelen.
- Door op de buik te rollen, zijn benen te buigen en zich met de armen af te zetten gaat je baby zelfstandig zitten.
- Het kruipen gaat nu razendsnel.
- Op handen en voeten kan je kindje blijven staan en begint misschien al een paar stapjes te lopen.
- Je baby kan zich aan de rand van de box of aan meubels optrekken om te gaan staan. Zolang er houvast is, kan je baby ook een paar stappen maken, voorwaarts of opzij.
- Wanneer je kindje wil gaan zitten, kan hij dit helemaal zelfstandig.
13-14 maanden
- Je baby maakt de eerste zelfstandige stapjes, maar kan nog niet plotseling stilstaan.
- De trap is niet meer veilig, je kindje kan de trap op kruipen.
- De grijpreflex is helemaal verdwenen, dus je kindje kan bewust voorwerpen oppakken en gemakkelijk weer loslaten.
- Je baby kan met een lepel en veel geknoei zelf eten.
15-16 maanden
- Als je kindje op zijn rug ligt, kan hij zelfstandig tot zit komen.
- Opstaan lukt zelfstandig vanuit een liggende houding. Je kindje rolt dan eerst om naar zijn buik.
- Zelfstandig lopen lukt, waarbij de voeten nog plat neerkomen en de rug en heupen niet meedraaien zoals bij een volwassene.
- Tot stilstand komen en stil blijven staan vergt veel inspanning.
- Je kindje kan op zijn knieën zitten en gehurkt spelen.
- Op een stoel gaan zitten lukt je kindje helemaal alleen, mits de hoogte goed is natuurlijk.
17-18 maanden
- Je kindje kan enkele stappen opzij en achterwaarts maken.
- Een rennende beweging lukt al, maar het ziet er nogal houterig uit.
- Met een handje van papa of mama komt je kindje de trap lopend op.
- Op een been staan lukt nog niet, bij het schoppen tegen de bal is het eerder een stappende beweging.
- Je kindje kan zelfstandig uit een beker drinken.
Na deze anderhalf jaar kunnen de meeste kindjes lopen. Er breekt weer een hele nieuwe periode aan waarin je kleine de wereld gaat verkennen en daarbij steeds verder bij jou uit de buurt gaat. Lees hier verder over de motorische ontwikkeling van peuter en kleuter.