In de baby, peuter of kleutertijd wordt er nog niet gesproken van hoogbegaafde kinderen. Al was het maar omdat er geen betrouwbare iq-testen zijn voor kinderen van deze leeftijd die uitsluitsel kunnen geven of er sprake is van hoogbegaafdheid. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat kinderen die later als hoogbegaafd uit de testen komen dat nu niet zijn!
Ontwikkelingsvoorsprong
Jonge kinderen zich ontwikkelen in een razend tempo: wat deze maand nog niet lukt is volgende maand kinderspel. De ontwikkeling verloopt in sprongen, en gaat niet op alle gebieden tegelijk even snel vooruit. Loopt een kind ver voor op leeftijdsgenootjes kun je spreken van een ontwikkelingsvoorsprong. Een kind kan voorlopen op het gebied van taal maar achterlopen op motorisch gebied. Eigenlijk spreek je over een fase: een ontwikkelingsvoorsprong (maar ook achterstand) ten opzichte van leeftijdsgenootjes kan later worden tenietgedaan (ingehaald).
Vaak zie je dat kinderen die later hoogbegaafd blijken wel een flinke ontwikkelingsvoorsprong hebben ten opzicht van leeftijdsgenootjes. Oók sociaal en/of emotioneel, wat de omgang met leeftijdsgenootjes niet altijd makkelijk maakt. Een ontwikkelingsvoorsprong is een aanwijzing dat het kind hoogbegaafd zou kunnen zijn. Hoe belangrijk het is om hoogbegaafdheid op tijd te signaleren lees je hier.
Kenmerken peuters met een voorsprong
- Voorlopen in taal en spraakontwikkeling. Begrijpt woordgrapjes, houdt van spelen met woorden.
- Een gevorderd gevoel voor humor.
- Een grote belangstelling voor allerlei onderwerpen waar veel peuters nog niet zo mee bezig zijn, zoals het heelal of dino’s of de wereld.
- Houdt zich al vroeg bezig met zaken als dood en geboorte etc
- Nieuwsgierig, veel vragen stellen (Waarom? Hoe? Wat als.?) (Tip: dit soort kinderen vinden vaak denksleutels heel leuk!)
- Voorlopen in cognitieve ontwikkeling:
- Kan snel kleuren herkennen
- Kent cijfers (getalbegrip), kan al vroeg tellen
- Leert al vroeg letters en leert lezen
- Kan goed puzzelen
- Meer bezig zijn met “leren” dan met “spelen”
- Interesse hebben in zaken als kalenders, klokken, kaarten en structuren
- Het kind kan méér of ander soort angsten hebben dan leeftijdsgenootjes. Dit omdat het kind verder nadenkt over mogelijke gevaren, zich daar bewuster van is
- Een levendige fantasie. Ook dit kan leiden tot angsten
- Goede oriëntatie in de ruimte: kan bijvoorbeeld snel de weg vinden of weet waar spullen liggen
- Goed geheugen
- Niet te stoppen, ondernemend en vol actie
- Concentratie. Het kind kan zich in verhouding tot leeftijdsgenootjes juist lang concentreren op zaken die hij interessant vindt
- Twee of drie dingen tegelijk kunnen doen
- Zelfstandig. Wil alles zelf uitvinden, dingen doen op de eigen manier. Sterke eigen wil
- Perfectionistisch. Stelt hoge eisen aan zichzelf en anderen.
- Sociaal en emotionele voorsprong. Het is soms erg lastig om met leeftijdsgenootjes om te gaan die minder ver zijn
- Frustraties vanwege gebrek aan uitdaging, of omdat het iets wil dat hij nog niet kan, onbegrip van leeftijdsgenootjes etc etc kunnen zorgen voor enorme opstandigheid of boosheid
- Gevoelig. Het kind kan intens reageren op geluid, smaak of andere prikkels en daar heftig emotioneel op reageren (of juist terugtrekken). Lees ook het artikel over hooggevoeligheid.
- In een tekening wordt veel detail verwerkt (ogen, wenkbrauwen).
- Speelt vaak liever met oudere kinderen/ volwassenen, vindt zelf gecompliceerde spelletjes uit
- Het minder nodig hebben van slaap;