baby 22 weken oud

Ontwikkeling van je baby

Als je baby rond de 22 weken oud is zal je een grote verandering gaan opmerken. Je baby zal nog steeds momenten hebben waarop hij ontroostbaar lijkt en die momenten worden afgewisseld met een hoop gebrabbel en gegiechel. Je baby heeft dus last van enorme stemmingswisselingen. Dit hoort bij de ontwikkeling die hij nu doormaakt en dit ligt dus niet aan jou!

Je baby houdt er nu van om dingen vanuit een nieuw perspectief te bekijken. Zo zal hij zijn rug buigen om de wereld ondersteboven te bekijken of omdraaien om dingen van opzij te zien. Hij houdt er ook van om de relatie tussen oorzaak en gevolg te onderzoeken. Zo zal hij bijvoorbeeld steeds speelgoed op de grond gooien. Iedere keer dat jij het terug legt zal je baby het weer op de grond gooien. Dit is voor hem dé manier om op te kunnen merken of dingen op dezelfde manier vallen of hetzelfde geluid maken. Hij peilt zelfs de verschillende reacties die hij van jou krijgt. 

Zodra je baby rond de 9 maanden oud is zal hij het begrip “nee” gaan begrijpen. Dat is wanneer je kunt beginnen met grenzen aangeven en regels hanteren. Voorlopig zal het woordje “nee” zinloos zijn om te gebruiken dus kies voor andere strategieën om hem te behoeden van gevaar. 

Spelletjes en activiteiten 

Je baby zal het geweldig vinden om tijd met je door te brengen en met je te spelen. Let er wel op dat je baby niet overprikkeld raakt. De constante stimulatie en interactie kunnen overweldigend zijn. Aanwijzingen zoals; wegkijken, over de oortjes wrijven, de rug buigen of verstijven betekenen dat je baby een pauze nodig heeft. Leuke activiteiten en spelletjes voor je 22 weken oude baby om zijn motorische en cognitieve vaardigheden te verbeteren zijn:

Waar is mijn knuffel?
Deze activiteit verbetert het begrip dat je baby heeft van de wereld om hem heen, met behulp van zijn favoriete knuffel. Wikkel ten minste 5 lagen kleding of doeken om de knuffel heen. Trek vervolgens elke laag er één voor één af en vraag je baby waar zijn knuffel is. Je baby zal stralen van geluk als je de knuffel uiteindelijk tevoorschijn komt. 

Schattenjacht
Deze activiteit is eenvoudig en helpt bij de ontwikkeling van de fijne motoriek van je baby. Als jullie naar buiten gaan, neem dan een klein mandje mee. Als je iets moois ziet, zoals een bloem, pluk deze dan en laat het aan je baby zien. Plaats de bloem dan in het mandje voor hem. Al snel zal je baby gaan wijzen naar de items die hij onderweg ziet en die hij graag in het mandje wil. Probeer ze te verzamelen, maar vergeet niet om uit de buurt te blijven van alles wat giftig is of iets dat verstikkingsgevaar kan opleveren. Als het mogelijk is (afhankelijk van wat jullie hebben verzameld) kun je je baby bij thuiskomst met de verzamelde schatten laten spelen. Of hang ze op aan een prikbord of de muur zodat jullie er naar kunnen kijken.

Vallen en oprapen
Met deze activiteit kun je de nieuwsgierigheid en motoriek van je baby oefenen. Neem een ​​paar speelgoed items van je baby en leg ze in zijn speelruimte, bij voorkeur op de grond. Moedig hem dan aan om het speelgoed op te pakken en te laten vallen, en weer op te pakken. Met deze activiteit zal hij zijn ogen, zijn greep en pols oefenen om het speelgoed te laten vallen of zelfs lichtjes te gooien. Voor de afwisseling, kun je je baby in een hoge stoel laten zitten en touwtjes gebruiken om een ​​paar speeltjes vast te knopen. Je baby kan dan de speeltjes laten vallen en weer omhoog trekken met zijn eigen handen.

Grijp het speeltje
Je baby kan nu rollen en misschien al een beetje tijgeren. Leg je baby op zijn buik op de grond en zijn favoriete speeltje op enkele centimeters afstand van hem. Moedig hem dan aan om naar het speeltje te reiken, maar maak je geen zorgen als hij dat niet doet. Blijf de activiteit elke dag herhalen, totdat je baby naar het speeltje kan reiken.

Voeding

Ook al krijgt je baby misschien meer honger omdat hij zo snel groeit en kom je daardoor in de verleiding om meer vast voedsel in zijn dieet op te nemen, het is uitermate belangrijk dat melk nog steeds de belangrijkste bron van voeding blijft. Melk heeft de juiste balans aan voedingsstoffen die een baby nodig heeft voor de ontwikkeling van de hersenen en spieren. Het spijsverteringssysteem van je baby is ook nog niet sterk genoeg om dergelijke voedingsstoffen uit vast voedsel te halen. 

Een baby die borstvoeding krijgt, zal zijn inname indien nodig aanpassen en vaker willen drinken in tijden van snelle groei. In het verleden werd aangenomen dat in een periode van snelle groei de melkaanvoer zou worden gestimuleerd om zo tegemoet te komen aan de veranderende behoeften van de baby. Onderzoek heeft echter aangetoond dat de totale inname van een baby per 24 uur tussen één maand en zes maanden weinig verschilt. In plaats van geleidelijk toe te nemen naarmate de baby groter wordt, weten we nu dat baby’s die borstvoeding krijgen gemiddeld 700-800 ml per dag innemen. Daarentegen krijgt een baby die flesvoeding drinkt een gestaag toenemende hoeveelheid melk op basis van hun gewicht. Hier zijn een aantal redenen voor:

• Bij flesvoeding wordt de melk tijdens de gehele voeding met een constante snelheid gegeven en verandert niet in volume of consistentie zoals bij moedermelk. Baby’s hebben de neiging om door te drinken totdat de fles leeg is, en ouders/verzorgers moedigen de baby vaak aan om te blijven drinken tot de laatste druppel is doorgeslikt. Een baby die borstvoeding krijgt, heeft daarentegen verschillende mogelijkheden om de voeding te beëindigen tussen de melkafgiftes door en zal daarom eerder stoppen. 
• Moedermelk wordt gemakkelijker verwerkt door het spijsverteringssysteem van een baby, dus er moet meer flesvoeding worden geconsumeerd om hetzelfde voedingsniveau te krijgen. Flesvoeding bevat niet de hormonen zoals leptine en adiponectine, die het metabolisme en de eetlust van baby’s onder controle houden, of het hormoon cholecystokinine, dat baby’s helpt in slaap te vallen. Dit betekent dat baby’s die flesvoeding krijgen meer energie verbranden tijdens het slapen dan baby’s die borstvoeding krijgen, en dus meer brandstof (melk) nodig hebben. 

Gebarentaal voor baby’s

Het zal nog enkele maanden duren voordat je baby zijn woordenschat begint te gebruiken. Maar je hoeft hier niet op te wachten om te kunnen communiceren met je baby. Gebarentaal voor baby’s kan al vanaf zes maanden worden geleerd en is een leuke manier om met je baby te spelen, hem kennis te laten maken met de wereld om hem heen – en taal- en communicatieve vaardigheden op te bouwen.

De Nederlandse Gebarentaal (NGT) is een taal die ouders kunnen gebruiken naast het gesproken woord. Bijvoorbeeld gebaren voor weggaan (zwaaien) maar ook voor auto, poes, eten of slapen. Baby’s zien deze gebaren en zullen ze op een gegeven moment ook zelf maken. Zo kunnen de kinderen al aangeven wat ze willen, denken of zien, nog voordat ze een woord kunnen zeggen. Dit verbetert vanzelfsprekend het contact tussen jou en je baby. Je baby kan meer duidelijk maken over zijn belevingswereld, de ouder begrijpt de wensen van het kind beter.

Lees ook: communiceren met je baby door gebarentaal

Slapen

Als je baby vastbesloten lijkt om binnenkort te gaan kruipen, gaat er waarschijnlijk weer een periode aankomen van nachtelijk gespook. Onderzoekers hebben ontdekt dat pre-kruipende baby’s ‘s nachts vaker wakker worden. Hoewel de gemiddelde leeftijd van kruipen ongeveer acht maanden is, beginnen sommige baby’s hier na vijf maanden al mee en andere pas na 10 maanden. 

Pre-kruipen is een periode van het voorbereiden van de spieren, het coördineren van bewegingen en het oefenen van technieken. Hoewel sommige baby’s direct naar de typische hand- en knie beweging gaan, slepen anderen hun lichaam achter zich aan of zoeken andere manieren om te bewegen. Sommigen experimenteren met een paar opties voordat ze er een kiezen die het beste bevalt. Interessant is dat veel van dat experimenteren tijdens de slaap lijkt te gebeuren! Het is niet ongebruikelijk dat je pre- of pas kruipende baby wakker wordt in een andere positie dan hoe je hem in zijn bedje hebt achtergelaten.

Jij als moeder en tips

Oppas regelen

Misschien was je hier al eerder aan toe en misschien pas net, alleen op stap of samen een avondje uit. Even wat tijd zonder de baby. Misschien heb je wel hele lieve ouders, familie of vrienden in de buurt waar je je baby even kunt achterlaten. Zoniet dan wordt het tijd een goede oppas te vinden. De beste manier om aan een betrouwbare oppas te komen is meestal toch via via. Voel je niet bezwaard om aan andere ouders, buren of kennissen te vragen of ze een goede oppas kunnen aanbevelen. Je kunt ook eens navraag doen bij; het consultatiebureau, of bij de leidsters van het kinderdagverblijf. 

Als je toch online op zoek gaat, kun je eens kijken naar oppas services. Zij bieden vaak vooraf gescreende en ervaren kandidaten aan. Maar regel vooral een ontmoeting vooraf, je moet er zelf wel een goed gevoel bij hebben. 

Kinderopvang

Vaak brengen ouders hun baby naar het kinderdagverblijf of naar een gastouders als ze weer aan het werk gaan dus rond de drie maanden. Maar sommige ouders voelen zich er niet prettig bij om hun baby op die leeftijd al naar de opvang te brengen en kiezen ervoor om dit pas te doen als de baby een halfjaar of een jaar oud is. Dit moet natuurlijk wel mogelijk zijn. Dit kan bijvoorbeeld als je hulp hebt van familie of vrienden of als je de mogelijkheid hebt extra ouderschapsverlof op te nemen. 

Misschien ben je een beetje huiverig om je baby naar de opvang te brengen en natuurlijk is het lastig om j baby ineens achter te laten maar uit onderzoek blijkt dat de kinderopvang goed is voor de ontwikkeling van kinderen. Je baby wordt sociaal, motorisch, creatief en cognitief geprikkeld. En ook de taalontwikkeling wordt gestimuleerd.

Als je kind naar opvang gaat heb je recht op een vergoeding die wordt verstrekt vanuit de overheid. Zoals de kinderopvangtoeslag maar ouders hebben bijvoorbeeld ook recht op een inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK). Hoeveel je vergoed krijgt is afhankelijk van het aantal uren opvang dat je afneemt en van je salaris.