Een pasgeboren baby heeft veel zorg nodig van zijn ouders. Naarmate je kind ouder wordt, leert hij steeds beter om voor zichzelf te zorgen. Het is belangrijk om als ouder de zelfredzaamheid van je kind te stimuleren. In dit artikel lees je wat je van je kind per leeftijd kunt verwachten. Ook vind je tips hoe je de zelfredzaamheid van je kind kunt vergroten.
Wat is zelfredzaamheid?
Je kind aanleren om voor zichzelf te zorgen is een belangrijk onderdeel van opvoeden. Het is niet wenselijk en niet verstandig om als ouder alles voor je kind te blijven doen. Je kind leert belangrijke vaardigheden door dingen zelf te doen. Dit begint al vanaf het eerste levensjaar. Als je kind voor het eerst rechtop zit of voor het eerst een flesje zelf vasthoudt, zijn dit de eerste stapjes richting zelfredzaamheid. Met deze nieuwe vaardigheden kan je kind de wereld om zich heen gaan ontdekken. Voor zelfredzaamheid heeft je kind motorische en cognitieve vaardigheden nodig.
Zelfredzaamheid per leeftijd
Hieronder vind je een kort overzicht van wat je per leeftijd van je kind kunt verwachten. Zelfredzaamheid hangt namelijk ook samen met de mijlpalen die je kind doormaakt in zijn ontwikkeling. Houd in gedachten dat elk kind anders is en zich ontwikkelt in zijn of haar eigen tempo. Probeer je kind daarom niet te dwingen om iets te doen wat nog helemaal niet lukt. Kijk wat je kind zelf uitprobeert en ondersteun je kind daarbij.
Baby’s (0-1 jaar)
In het eerste jaar gebeurt er veel in een babyleven. Je baby leert veel nieuwe vaardigheden, maar niet in een dag. Met een beetje hulp van jou als ouder gaat je baby met kleine stapjes vooruit. Het eerste wat je baby doet, is de handjes op de borst of fles leggen tijdens de voeding. Zo ondersteunt hij zich bij het drinken. In de eerste maanden leert je baby een speeltje vast te houden en worden de nekspieren sterk genoeg om het hoofdje zelfstandig rechtop te houden.
Rond de zes maanden zal je baby beginnen met zachte voeding eten. Hij kan dan eten van een lepel af zuigen. Het eten gaat ook (meestal) met minder knoeien, omdat je baby al het eten in zijn mondje kan houden. Ook rolt je baby waarschijnlijk al om en probeert al zelf te gaan zitten. Dit zijn allemaal dingen die de zelfredzaamheid vergroten.
Als je baby bijna een jaar oud is, lukt het al om zelfstandig een hapje te nemen van een koekje en om zonder hulp te drinken. Los zitten lukt en het buikschuiven wordt langzamerhand kruipen. Als het lukt om op te staan, kan je kindje zich vasthouden aan meubels en een stukje verplaatsen, bijvoorbeeld naar een speeltje dat verderop ligt.
Dreumes (1-2 jaar)
In deze periode leert je kind lopen. Dat betekent ook dat veel spullen op grijphoogte niet meer veilig zijn. Je kindje kan zelf drinken en eten met een lepel lukt ook al. Het praten begint rond deze leeftijd en je kind zegt regelmatig nee. Zelf het gezicht wassen lukt al en tanden poetsen en haren kammen probeert je kind op deze leeftijd graag zelf uit. Als je aan het vegen of poetsen bent, probeert hij je te helpen. Met een doekje of stoffer kan je kind dan lekker aan de slag.
Peuter (2-4 jaar)
Zodra je kind bij de deurklink kan, gaat hij graag op ontdekkingstocht in huis. Je kind wil graag alles zelf doen, zoals aankleden en wassen. Dat lukt nog niet altijd. En als je eventjes niet kijkt, probeert hij de regels te overtreden. Alleen de trap op rennen, schommelen en legpuzzels maken zijn voorbeelden van activiteiten die peuters lekker bezig kunnen houden.
Meestal begin je rond deze leeftijd met het stimuleren van de zindelijkheid van je kind. Daarbij hoort natuurlijk ook het wassen van de handen. Als je erbij blijft, lukt het je kind om zichzelf aan te kleden.
Kleuter (4-6 jaar)
Je kind begint met fietsen zonder zijwieltjes, huppelen en bedenkt zelf spelletjes om met anderen te spelen. Rennen, klimmen in de speeltuin en springen zijn op deze leeftijd geliefde activiteiten. Je kind kan al helpen met huishoudelijke klusjes, zoals de tafel afruimen of de eigen kamer helpen opruimen.
Schoolkind (6-12 jaar)
Op school leert je kind veel dingen die bijdragen aan de zelfredzaamheid. Lezen, schrijven, rekenen en plannen zijn belangrijke vaardigheden die je kind als volwassene nodig heeft. Daarmee wordt de wereld van je kind ook groter. Zelf naar de training fietsen of afspreken met vriendjes wordt vanzelfsprekend.
Tips om de zelfredzaamheid van je kind te vergroten
- Probeer je kind nieuwe ervaringen aan te bieden. Zorg er wel voor dat deze ervaring aansluit bij zijn belevingswereld en vaardigheden. Ondersteun je kind bij nieuwe vaardigheden die hij zelf uit wil proberen.
- Soms wil je kind dingen uitproberen die nog gevaarlijk kunnen zijn. Bijvoorbeeld een steile trap opklimmen of een mes oppakken. Geef aan je kind duidelijk aan wanneer iets niet uitgeprobeerd mag worden. Je hoeft als ouder niet zonder meer alles toe te laten.
- Het kan helpen om je kind concrete opdrachten te geven. Zoals: ‘doe je jas maar vast aan’ of ‘gooi dat papiertje maar in de prullenbak’. Zo leert je kind wat gepast gedrag is in bepaalde situaties.
- Je kind zal naar jou kijken en je proberen na te doen. Dit gedrag kun je stimuleren door samen iets spelenderwijs te doen. Als je schoonmaakt, kun je je kind bijvoorbeeld ook een doekje geven. Of bij het boodschappen doen laat je je kind kleine dingen pakken. Je kunt ook eerst zelf iets voordoen, zodat je kind kan zien hoe het moet.
- Bij nieuwe vaardigheden leren horen ook ongelukjes. Een pak hagelslag kan op de grond vallen of je kind glijdt een keer uit en valt. Probeer op zulke ongelukjes niet al te heftig te reageren. Als jij boos wordt of juist paniekerig, zal je je kind alleen maar ontmoedigen om het nog eens te proberen.
- Spelen is dé manier om zelfredzaamheid te vergroten. Kies daarbij voor speelgoed wat niet te makkelijk, maar ook niet te moeilijk is. Ook samen spelen kan erg leuk zijn. Laat je kind daarbij de leiding nemen en help daar waar nodig om het spel gaande te houden.
- Geef je kind complimentjes voor het proberen. Ook als iets niet lukt, helpen complimentjes om het gewenste gedrag te stimuleren bij je kind.