Je baby is eindelijk geboren! Maar hij is zo klein, kleiner dan je had verwacht. Als je baby een te laag geboortegewicht heeft, is hij dysmatuur. Wat betekent dit? En wat zijn de gevolgen?
Wat is een dysmature baby?
Als je baby een te laag gewicht heeft voor de zwangerschapsduur, is hij in medische termen een dysmatuur. De Engelse term hiervoor is small for gestational age, afgekort SGA. Je kindje wijkt op de groeicurve dan meer dan twee standaardafwijkingen naar beneden af van het gemiddelde geboortegewicht bij pasgeboren baby’s. Dysmaturiteit kan voorkomen als je baby te vroeg geboren is, maar ook als hij wel veertig weken in je buik heeft gezeten.
Kenmerken van een dysmatuur
Een baby met een te laag geboortegewicht heeft vaak een magere buik en een relatief groot hoofdje. Daarnaast heeft een dysmature baby vaak de volgende kenmerken:
- Je kindje is mager.
- Je baby heeft een laag gewicht en weinig vetweefsel.
- Je baby is hongerig.
- Je kleine kan zichzelf moeilijk warm houden.
Mogelijke oorzaken van een dysmature baby
Is je baby dysmatuur dan heeft dat meestal een aanwijsbare oorzaak. Tijdens de zwangerschap krijgt hij te weinig voedingsstoffen of kan je baby’tje onvoldoende groeien. Mogelijke oorzaken van zijn:
- Stress bij de moeder, waardoor de stofwisseling veranderd en je baby te weinig energie krijgt.
- Verminderde bloedtoevoer van zuurstof en voedingsstoffen via de placenta. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij een hoge bloeddruk, zwangerschapsvergiftiging of een meerlingenzwangerschap.
- Roken, alcohol en/of drugsgebruik. Deze stoffen remmen de groei van je baby.
- Tijdens de zwangerschap opgelopen infecties of ziektes, zoals toxoplasmose (een parasiet die je terugvindt in o.a. kattenpoep).
- Een aangeboren (erfelijke) afwijking.
Risico’s als een baby dysmatuur is
Met een te laag geboortegewicht heeft een baby een grotere kans op verschillende complicaties. Om die reden wordt een baby die dysmatuur is vaak in het ziekenhuis onder controle gehouden. Een aantal van deze risico’s zijn:
- Schommelingen in de lichaamstemperatuur.
- Hypoglycemie: een te laag bloedsuiker.
- Polycythemie: een te hoog aantal rode bloedcellen.
- Trombocytopenie: een te laag aantal bloedplaatjes.
- Te veel gewichtsverlies (>10%) in de eerste dagen na de geboorte.
Onderzoeken bij dysmaturiteit
In het ziekenhuis wordt je baby regelmatig onderzocht. Al die onderzoeken zijn bedoeld om je baby goed in de gaten te houden.
Urineonderzoek
Als er geen duidelijke oorzaak te vinden is van het lage geboortegewicht, wordt de urine van de baby onderzocht op het CMV-virus. Dit virus komt voor bij ongeveer 1 op de 200 pasgeborenen. Elk jaar worden in Nederland omgerekend ongeveer 1000 kinderen geboren met een CMV-infectie. 180 van deze pasgeborenen houden hier blijvende gevolgen aan over.
Bloedonderzoek
Een baby die dysmatuur is heeft een verhoogde kans op lage bloedsuikers. Daarom wordt, zeker in de eerste 24 uur na de geboorte, regelmatig de bloedsuikerspiegel gecontroleerd. Soms wordt het bloed ook onderzocht op het aantal rode bloedlichaampjes en bloedplaatjes. Voor dit bloedonderzoek wordt via een prikje in de hiel een klein beetje bloed afgenomen.
Echografisch onderzoek
Als de arts denkt dat het nodig is, krijgt je de baby een echografisch onderzoek van de hersenen. De baby krijgt dan wat gel op het hoofd. Via geluidsgolven wordt dan een echo gemaakt van de hersenen. Deze geluidsgolven zijn onschadelijk.
Behandeling bij dysmaturiteit
Een baby die dysmatuur is heeft extra aandacht en verzorging nodig. Het is verstandig om als ouder in ieder geval goed te letten op de voeding en de lichaamstemperatuur.
Extra warmte
Baby’s met een laaggeboortegewicht hebben weinig vetweefsel. Daardoor kunnen ze hun eigen lichaamswarmte niet goed vasthouden. Ze koelen dus snel af. Daarom moet een baby die dysmatuur is goed worden ingepakt in een warme doek, een warme molton en met een warm mutsje. Als het geboortegewicht erg laag is, komt de baby tijdelijk in een couveuse of warmtebed om hem warm te houden.
Voeding
Sommige baby’s die dysmatuur zijn, zijn niet altijd sterk genoeg om zelfstandig te eten. Als een baby nog niet via de maag voedsel binnen kan krijgen, krijgt hij een infuus met vocht en calorieën. Dit infuus wordt ingebracht via een bloedvat in de arm, hand, voet of het hoofdje. Als een baby langere tijd niet zelfstandig kan eten of geen voeding via de maag verdraagt, krijgt hij extra voedingsstoffen via het infuus.
Kan de baby wel voeding via de maag binnen krijgen, maar nog niet zelfstandig drinken, dan krijgt hij een voedingssonde. Dat is een dun slangetje door de neus. Via de keel gaat dit slangetje naar de maag. Via de sonde krijgt de baby moedermelk of speciale voeding voor dysmaturen. In het begin zijn dit hele kleine beetjes.
Borstvoeding en moedermelk
Moedermelk is voor baby’s makkelijker te verteren en geeft minder kans op darmproblemen. Daarom is het voor een baby die dysmatuur is extra belangrijk om moedermelk te krijgen. Lukt dit nog niet via de borst, dan kun je de moedermelk afkolven en wordt deze via een voedingssonde aan de baby gegeven.
Extra energie
Als de baby niet voldoende groeit of een lager geboortegewicht heeft dan 2000 gram, krijg je van de arts mogelijk extra bijvoeding voorgeschreven voor de baby. Deze bijvoeding bevat extra calorieën en voedingsstoffen die je baby hard nodig heeft.
Naar huis met je dysmature baby
Als een baby zwaar genoeg is (minimaal 2000 gram), zichzelf warm kan houden in een gewone wieg en volledig zelfstandig kan drinken, mag hij naar huis. Je staat dan vaak nog wel onder controle bij de kinderarts. Elke baby die dysmatuur is, is anders en heeft andere behoeftes. Daarom is het belangrijk om de aanwijzingen van je arts op te volgen.
Bronnen: RIVM – CMV infectie, Diakonessenhuis, Tergooi.nl