De geboorte van je baby is meestal reden voor veel blijdschap. Maar heel soms gaat het vlak voor, tijdens of net na de bevalling mis. Dit is een verdrietig moment voor de ouders. In dit artikel lees je wat perinatale sterfte is, wat je kunt doen om de kans hierop te verkleinen en wat er gebeurt als je toch onverhoopt je baby verliest.
Wat is perinatale sterfte?
Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is de definitie van perinatale sterfte: elk kind dat vanaf 22 weken zwangerschap komt te overlijden of binnen 7 dagen na de geboorte overlijdt. In 2018 gebeurde dit in Nederland bij 0,79% van de geboortes, oftewel bij 7,9 per 1000 geboren kinderen. De babysterfte in Nederland is flink gedaald in de laatste twintig jaar. Maar de laatste jaren blijft deze daling steken en is er zelfs weer een lichte stijging.
Deze kille cijfers lijken te zeggen dat het weinig voorkomt. Het lijkt erop dat je je niet echt zorgen hoeft te maken dat het jou overkomt. Maar de emotionele impact van deze gebeurtenis is enorm. Je baby is er niet meer. Dat heeft voor de ouders enorme gevolgen.
Wat is de oorzaak van perinatale sterfte?
De meest voorkomende oorzaken van het overlijden van baby’s voor of rondom de geboorte zijn:
- Een (veel) te vroeg geboren kindje (prematuur).
- Een (veel) te licht geboren kindje (dysmatuur).
- Ernstig zuurstofgebrek kort voor of tijdens de bevalling.
- Een aangeboren afwijking.
Verhoogd risico op perinatale sterfte
De laatste jaren stijgt het aantal baby’s dat rondom de geboorte of voor de bevalling overlijdt weer in Nederland. Dat komt door de toename van verschillende risicofactoren. Sociale factoren, zoals armoede, spelen hierbij een rol. Babysterfte en vroeggeboorte komen vaker voor in achterstandswijken. Ook de leefstijl van de aanstaande ouders is van belang. Overgewicht geeft mogelijk een hoger risico op complicaties tijdens de zwangerschap en de bevalling.
Wat kun je zelf doen om het risico te verkleinen?
Een gezonde leefstijl is belangrijk voor jezelf én voor je ongeboren kindje. Dit begint al voordat je zwanger wordt. Voldoende beweging, gezond eten en goed voor jezelf zorgen verkleinen de kans op problemen tijdens de zwangerschap. Daarmee verlaag je dus de kans op perinatale sterfte. Als je hier zelf niet uitkomt, vraag dan hulp van je huisarts of, als je al zwanger bent, je verloskundige.
De geboortezorg in Nederland is over het algemeen goed geregeld. Maar als je zelf niet zoveel geld hebt of weinig kennis over gezondheid, kan het lastig zijn om je weg te vinden in het zorgdoolhof. Goede verloskundige zorg verlaagt de kans op complicaties tijdens de zwangerschap, dus zorg dat je regelmatig naar de verloskundige gaat en zijn of haar adviezen opvolgt. Als je vragen hebt of twijfelt, neem dan altijd contact op met je verloskundige. Zeker als je als moeder het gevoel hebt dat er iets mis is met je baby of als je je baby niet meer voelt bewegen in je buik.
Bevallen van een overleden baby
Als is vastgesteld dat je baby in de baarmoeder is overleden, word je meestal ingeleid. De bevalling komt dan op gang. Je kunt ook wachten totdat de bevalling vanzelf begint. Dit bespreek je met je gynaecoloog of verloskundige. Vaak wordt je baby via de natuurlijke weg geboren, omdat dit minder ingrijpend is dan via een keizersnede. Ook helpt het bij het rouwproces. Als je in het ziekenhuis bent bevallen, zullen de artsen je na de geboorte vertellen of er een zichtbare doodsoorzaak was. Als die niet zichtbaar is, kun je eventueel onderzoek laten doen. Dit is niet verplicht. De keuze is aan jullie als ouders of je dit wilt.
Naast de hevige pijn van de weeën en de bevalling, heb je ook nog het verlies en het verdriet van je baby te verwerken. Dit maakt de bevalling extra zwaar. Daarna kom je in het rouwproces terecht, in plaats van op de roze wolk die je had verwacht.
Kennis maken en afscheid nemen
Na de bevalling begint het afscheid nemen van je baby. Het klinkt vreemd, maar dat begint met het kennis maken met je baby. Je hebt je baby al maanden in je buik gedragen. Het is belangrijk voor de verwerking dat je je tijd neemt om met je baby samen te zijn. Dit kan heel verdrietig zijn en tegelijkertijd voelen als een mooi moment. Als je je baby een naam geeft, kun je later met anderen over je baby praten.
Als je je baby liever niet wilt zien, is het ook mogelijk om foto’s of video’s te laten maken. Deze kun je op een later moment bekijken. Belangrijk is dat je zelf beslist op welke manier je afscheid wilt nemen. Geef elkaar als partners hierin ook de ruimte, zodat jullie dit allebei op je eigen manier kunnen doen.
Aangifte doen van je doodgeboren kind?
Als je baby na meer dan 24 weken zwangerschap niet levend is geboren, ben je wel verplicht om aangifte te doen bij de burgerlijke stand. Bij een zwangerschap van minder dan 24 weken mag je aangifte doen, maar is dit niet verplicht. Bij de gemeente maken ze dan een ‘akte van geboorte (levenloos)’ op. Je kindje komt dan in het overlijdensregister van de burgerlijke stand te staan.
Voor sommige ouders voelt het fijn om aangifte te doen, omdat hun baby dan ook officieel is geregistreerd. De naam van je baby blijft daarna ook altijd zichtbaar in de officiële documenten over je gezinssamenstelling.
Hulp bij de verwerking
Na de bevalling van je doodgeboren kindje heb je recht op kraamzorg. Misschien wil je dit liever niet, maar vaak wordt je wel aangeraden om hier gebruik van te maken. Je hebt een pittige bevalling achter de rug. Een kraamverpleegkundige kan je in deze periode helpen met het huishouden.
Er zijn ook verschillende organisaties die hulp kunnen bieden met de verwerking. Bovendien worden elk jaar op Wereldlichtjesdag alle overleden kinderen herdacht.
Bronnen: Volksgezondheidenzorg.info, CBS.nl, Kennisnetgeboortezorg.nl