Veel baby’s hebben in de baarmoeder al een voorkeur voor de linker- of rechterkant. Als volwassene heb je ook een voorkeurshouding. Je zit misschien wel altijd met je rechterbeen over je linkerbeen gekruist, maar nooit andersom. Die voorkeurshouding begint dus bij jouw kindje al in de baarmoeder. In principe is een voorkeurshouding niet schadelijk. Maar wat gebeurt er als jouw kindje wel heel veel met zijn hoofd één kant op ligt? En hoe kun je ervoor zorgen dat jouw kindje zijn houding voldoende afwisselt?
Wanneer heeft jouw baby een voorkeurshouding?
We spreken van een voorkeurshouding wanneer jouw baby meer dan driekwart van de tijd met zijn hoofdje dezelfde kant op ligt. Vroeger lieten ouders baby’s vaker op de buik slapen. Tegenwoordig leggen ouders hun pasgeboren kinderen op hun rug in de wieg, om een wiegendood te voorkomen. Daardoor is er wel een stijging opgetreden in het aantal baby’s met een voorkeurshouding. Omdat de schedel van een pasgeboren baby nog niet helemaal aan elkaar vastgegroeid is, kan door de voorkeurshouding een afgeplat hoofdje (plagiocelafie) ontstaan. Wanneer het kindje vaak op zijn rug ligt met hoofd recht kan een afplatting aan de achterzijde (brachycefalie) ontstaan. Dit gebeurt meestal in de eerste maanden na de geboorte.
Hoe ontstaat een voorkeurshouding bij baby’s?
De oorzaak van een voorkeurshouding is niet altijd direct aan te wijzen. Meestal is het een combinatie van verschillende factoren. Net als volwassenen bewegen baby’s achter hun ogen aan. Als er iets interessants te zien is aan de linkerkant van hun bedje, zullen ze vaak naar links kijken. Of het hoofd is bij de geboorte veel in een bepaalde richting gedrukt, waardoor de spieren verkrampt zijn. Voor de kleine is het prettiger om het hoofd in de pijnvrije richting te bewegen. En als jij het kind altijd op dezelfde manier voedt en draagt, zal het ook een voorkeur krijgen voor die kant.
Wat zijn de gevolgen van een voorkeurshouding?
De hersenen van kinderen met en zonder afgeplat hoofdje ontwikkelen zich even goed. Het probleem is voornamelijk cosmetisch. Als het hoofdje aan een kant platter is, krijgt het gezicht een asymmetrische vorm. De stand van de oren kan ook verschillen. In heel ernstige gevallen kan de wang of kaak ook vervormd raken. Dit gebeurt echter zelden.
Hoe weet je of jouw kindje een afgeplat hoofdje heeft?
Bij het consultatiebureau wordt meestal ook het hoofdje gecontroleerd. Als ze daar een lichte afplatting vaststellen, volgt vaak een verwijzing naar de kinderfysiotherapeut. Deze heeft een speciale meetmethode: plagiocephalometrie (PCM). Hierbij krijgt de baby een bandje om zijn hoofd. Hierop markeert de kinderfysiotherapeut de loodrechte positie van de neus en de oren. Daarna haalt de therapeut het bandje van de schedel af. Dit bandje is een exacte mal van de schedel. Om de meting exacter uit te kunnen voeren, tekent de therapeut het bandje op papier uit. Hierdoor wordt het duidelijk of er verdere behandeling nodig is en kan bij een volgende meting gekeken worden of de afplatting afneemt. Als je zelf merkt dat jouw kindje mogelijk een voorkeurshouding heeft, kun je ook zelf de kinderfysiotherapeut raadplegen.
De voorkeurshouding wijzigen
Behandeling van en het voorkomen van een afgeplat babyhoofdje bestaat in de eerste instantie uit tips en adviezen om de voorkeurshouding te wijzigen. Belangrijk is daarbij dat je goed oplet, vaak je kindje in een andere houding neerlegt of vasthoudt en op tijd begint. Want hoe ouder jouw kindje wordt, hoe lastiger het is om de afplatting er op een natuurlijke manier uit te laten groeien. Hieronder volgen een aantal tips om de voorkeurshouding van jouw kindje te beïnvloeden.
Voor het slapengaan
Wanneer je jouw kindje in bed stopt, leg je het hoofdje de ene keer naar links en de andere keer naar rechts. Wissel dit het liefst elke keer af. Als je baby al een voorkeurszijde heeft, draai het hoofdje dan regelmatig naar de niet-voorkeurskant. Het helpt om een interessant voorwerp of lichtje aan de niet-voorkeurskant te hangen. Je kindje zal vaker naar die kant draaien als er iets te zien is. Wanneer jouw baby graag uit het raam kijkt en daardoor een voorkeurshouding ontwikkelt, kun je het bed elke keer andersom opmaken. Dan maak je van het hoofdeind het voeteneind en andersom. Op die manier wisselt je kindje toch steeds van houding.
Bij het verschonen en voeden
Wissel bij het voeden je rechterarm en linkerarm af. Bij borstvoeding doe je dit automatisch, maar bij flesvoeding kan het zijn dat je hier even aan moet wennen. Daarnaast kun je het kindje bijvoorbeeld op je bovenbenen leggen met je voeten op tafel. Bij het verschonen ga je aan de niet-voorkeurskant staan, zodat je kindje zich wel naar die kant moet draaien om jou te kunnen zien.
Oefeningen
Je kan spelenderwijs met je kindje oefenen. Ga bijvoorbeeld naast zijn ledikant op de grond liggen aan zijn niet-voorkeurskant. Of loop van de ene zijde naar de andere zijde terwijl de kleine op zijn rug ligt en praat daarbij tegen je kindje. De ogen zullen jouw stemgeluid volgen en het hoofd dus ook. Hierdoor oefent je kindje de nekspieren. Als je in de buurt bent, kun je de baby eventjes op de buik laten liggen. Dit is een actievere houding dan op de rug liggen. Houd hierbij wel in de gaten dat de baby niet in slaap valt. En draai ook hierbij het hoofdje regelmatig.
Behandeling van een afgeplat hoofdje
Mocht jouw kindje toch een afgeplat hoofdje ontwikkelen, dan is er de mogelijkheid om een redressiehelmpje aan te meten. Deze draagt jouw baby dan vier tot zes maanden ongeveer dertien uur per dag. Dit helmpje dwingt de schedel om in de juiste vorm te groeien. Jij beslist als ouder, in overleg met de kinderarts, of zo’n helmpje daadwerkelijk noodzakelijk is. Niet iedere professional is overtuigd van de meerwaarde van een redressiehelmpje. Uit een studie van the British Medical Journal waaraan honderd kinderfysiotherapeuten deelnamen bleek dat zo’n helmpje bij baby’s met matige tot ernstige afplatting nauwelijks effect had, veel geld kost en in sommige gevallen tot bijwerkingen kan leiden.