Wiegendood; het is een term waar iedere ouder wel eens van gehoord heeft en waarschijnlijk wel eens nachtmerries over heeft. Een kind dat sterft aan wiegendood sterft bijna altijd ’s nachts, in zijn slaap, zonder duidelijk aanwijsbare oorzaak. Dit maakt het fenomeen ongrijpbaar en eng. Iedere jonge ouder herkent die momenten in de nacht, wanneer je wakker wordt en je baby zo stil is dat de angst je om het lijf slaat: ademt ‘ie nog wel? Een baby verliezen aan wiegendood is een drama dat iedereen het liefst wil voorkomen. Helaas is dat niet altijd even gemakkelijk. Artsen en wetenschappers tasten nog steeds in het duister naar wat wiegendood nu eigenlijk veroorzaakt. Gelukkig zijn er inmiddels wel een hele reeks richtlijnen die je kunt volgen om het risico op wiegendood te verkleinen. Hierdoor is het aantal baby’s dat overlijdt aan wiegendood sinds de jaren tachtig sterk afgenomen.
Wat is wiegendood?
Laten we beginnen met de term wiegendood. Het woord is ontstaan omdat deze manier van overlijden alleen voorkomt bij jonge baby’s, en het meestal in de wieg gebeurt. De officiële term is SIDS, wat staat voor Sudden Infant Death Syndrome. Je spreekt van SIDS wanneer een jonge baby plotseling, onverwacht en onverklaarbaar overlijdt. In feite wordt deze term gebruikt wanneer de doodsoorzaak niet vastgesteld kan worden. Anders dan het woord ‘wiegendood’ doet vermoeden, kunnen baby’s ook sterven in een box, op de bank, in een autostoeltje of ergens anders. Wel is het zo dat het altijd tijdens de slaap gebeurt. Gelukkig komt SIDS niet erg vaak meer voor. In 2021 werden in Nederland 179.506 baby’s levend geboren. Hiervan stierven er 6 aan SIDS.
Wiegendood is niet altijd te voorkomen
Uit onderzoek van The Lancet blijkt dat de meest voorkomende doodsoorzaak van baby’s tussen een maand en een jaar oud nog steeds SIDS is. De meeste gevallen van SIDS komen voor in de leeftijd tussen de twee en vier maanden. Onderzoekers tasten nog steeds in het duister als het gaat om wat er precies in het lichaam gebeurt wanneer een baby sterft aan SIDS.
Zo worden zachte dekens en matrassen genoemd als risicoverhogende factoren, net als zij- of buikligging. Echter, als een baby aanwijsbaar sterft aan verstikking door onveilige slaapomstandigheden wordt dit niet als SIDS gezien. Ondanks de vele tips die wij hieronder ook zullen delen, is het belangrijk te weten dat wiegendood niet altijd voorkomen kan worden.
De oorzaken van SIDS
Na jarenlange onderzoeken zijn de meeste wetenschappers het erover eens dat de mate van wekbaarheid van baby’s een grote rol speelt bij wiegendood. Daarnaast lijkt het erop dat de onvolledige controle over het ademhalingsmechanisme bij baby’s een grote invloed heeft.
Een verstoord slaapritme en het doorslapen zijn volgens onderzoekers ook risicoverhogende factoren. Kinderen, en vooral baby’s in hun eerste levensjaar, hebben een sterk verminderde wekbaarheid. Dit betekent dat ze uit zichzelf niet gemakkelijk wakker worden, ook niet als ze zich in een bedreigende situatie bevinden. Als baby’s met hun neus of mond ergens onder of tegenaan liggen, kunnen ze stoppen met ademen zonder wakker te worden. Dit kan leiden tot een hartstilstand. Er zijn verschillende factoren die ervoor zorgen dat de wekbaarheid van baby’s nog meer vermindert. Dit vergroot de kans op SIDS. Uit epidemiologische studies van The Lancet is gekomen dat de belangrijkste risicoverhogende factoren zijn:
- Zijligging of buikligging tijdens de slaap
- Blootstelling aan roken
- Zacht beddengoed en matras
- Oververhitting
Ook zijn er verschillende factoren die invloed hebben op de kans dat een baby aan wiegendood sterft. Op deze factoren heb je als ouders geen invloed:
- Laag geboortegewicht
- Geslacht
- Etniciteit
- Vroeggeboorte
Uit hetzelfde onderzoek van The Lancet komen ook verschillende risicoverlagende factoren naar voren, zoals het slapen met speen, het geven van borstvoeding en het zogeheten rooming in (als de baby bij de ouders op de kamer slaapt).
Wat kun je zelf doen?
Naar aanleiding van de vastgestelde risicofactoren kunnen we concluderen dat er een aantal dingen zijn waar we als ouders geen invloed op hebben. Gelukkig zijn er ook een heleboel factoren waar we wel invloed op hebben. Zo kunnen we de risico’s op SIDS verlagen:
- Zorg voor een veilige slaapomgeving. Een veilige slaapomgeving creëer je door veilig beddengoed aan te schaffen, en door een veilige slaapplek te creëren. Dit hoeft niet per se een kinderbedje te zijn. In Zweden krijgen vrouwen bij hun geboortepakket bijvoorbeeld een kartonnen doos als wieg. Het gaat erom dat de omstandigheden veilig zijn. Dus, geen knuffels in bed, geen grote slaapzakken waar ze in verstrikt kunnen raken, et cetera.
- Vermijd roken, alcohol en drugs. Een baby die in de buik passief meerookt heeft een vergrote kans op SIDS. Omdat de nicotine terecht komt bij de baby is er minder zuurstof beschikbaar voor het kind. Dit heeft effect op de groei en waarschijnlijk ook de longfuncties. Het zuurstoftekort, de verminderde groei en niet voldoende ontwikkelde longfuncties vergroten na de geboorte het risico op SIDS. Ditzelfde geldt in grote mate voor het gebruik van alcohol en drugs tijdens de zwangerschap.
- Zorg ervoor dat de slaapomgeving niet te warm is en dat je baby niet oververhit raakt. Ook dit zorgt voor een verminderde wekbaarheid. Let er dus op dat de kamertemperatuur niet te hoog is, dat je baby niet te warm is aangekleed of dat hij of zij te warme dekens over zich heen heeft. Je kunt er vanuit gaan dat een baby het te warm heeft als hij of zij zweet.
- Borstvoeding verkleint de kans op SIDS aanzienlijk. Dit komt onder andere omdat het de wekbaarheid vergroot, maar ook omdat een baby die borstvoeding krijgt vaker wakker wordt en minder snel in een (te) diepe slaap terecht komt. Hoe langer een baby borstvoeding krijgt, hoe kleiner de kans op SIDS. Ook hebben baby’s die borstvoeding krijgen een kleinere kans op luchtweginfecties en maag-darminfecties. Deze infecties vergroten het risico op wiegendood. Moedermelk heeft daarnaast nog een belangrijke functie: het bevordert de ontwikkeling van het centrale zenuwstelsel. Hierdoor krijgen baby’s sneller een betere controle over hun ademhalingsmechanismen. Ze zullen dan ook minder snel ‘zomaar’ langere tijd stoppen met ademhaling en sneller reageren op een apneu.
- Het gebruik van een fopspeen zorgt ook voor een grotere wekbaarheid. Ook rollen baby’s die een speen hebben minder snel op hun buik.
Samen slapen; een omstreden onderwerp
In sommige lijstjes met risicofactoren staat ook het samen slapen. Met samen slapen wordt bedoeld dat baby’s in hetzelfde bed slapen als de ouders. Het risico op SIDS zou groter zijn omdat baby’s verstrikt kunnen raken in lakens of dekens, of doordat ze in de verdrukking zouden komen door de ouders. Er zijn verschillende onderzoeken die dit tegenspreken.
Voorstanders van samen slapen zeggen juist dat samen slapen het risico op SIDS kan verkleinen. Baby’s die samen slapen met hun ouder(s) stemmen hun adem namelijk af op die van degene met wie ze slapen. Zo zou de ademhaling van de ouder de baby stimuleren om ook te blijven ademen. Omdat ouders ’s nachts ook bewegen, hoesten of snurken, krijgt de baby vaker zintuiglijke prikkels die het ademen stimuleren. Verschillende onderzoeken onderschrijven dit. Samen slapen resulteert in meer wekprikkels. Baby’s die samen slapen wisselen vaker van actieve slaap naar diepe slaap en worden vaker wakker.
Of je baby nu in zijn eigen bedje, een kartonnen doos of bij jou in bed slaapt, het is essentieel dat de slaapsituatie veilig is. Zowel voor samen slapen als voor het slapen in de wieg gelden dezelfde regels.
Bronnen: Veiligheid.nl, The Lancet, Uza.be, La leche league