Waterwratjes komen vaak voor bij kleine kinderen. Hoe komt je kleintje hier aan? Maar nog belangrijker, hoe komt hij er weer vanaf? In dit artikel lees je er alles over.
Wat zijn waterwratjes?
Waterwratjes zijn kleine, gladde bultjes die zijn gevuld met vocht. Vaak tref je deze bultjes aan op de rug, de buik of de borst van je kleintje. Vanaf ongeveer 1 jaar kunnen kindjes dit krijgen. Meestal zie je ze bij kleine kinderen, maar ook volwassenen kunnen het krijgen als hun weerstand niet optimaal is.
Symptomen waterwratjes
Om zeker te weten of je kind waterwratjes heeft kan je de volgende lijst checken. Kun je meerdere punten afvinken? Dan kan je er vanuit gaan dat je kind last heeft van waterwratjes:
- je ziet bolle, doorzichtige bultjes op zijn huid
- het zijn gladde bolletjes die een klein beetje glanzen
- de bultjes hebben een huidskleur of ze zijn een beetje wit-grijzig van kleur
- ze hebben de grootte van een speldenknopje. Dat is ongeveer 1-8 mm groot.
- in het midden van het bolletje zie je vaak een deukje
- meestal tref je meerdere pukkeltjes aan rondom dezelfde plek. Soms kunnen er wel 100 op één plek zitten. Dit kan op verschillende plekken op het lichaam zijn. Veel voorkomende plaatsen zijn de buik, de knieholtes, rug, benen, billen, oksels, borst of het gezicht. Op de handen en voeten worden ze vrijwel nooit gezien.
- er kunnen steeds meer bultjes bij komen
- de wratjes kunnen gaan jeuken
- in sommige gevallen krijgt je kind er ook eczeem bij of zitten er korstjes en schilfertjes rondom de plek met bultjes. Kinderen die al eczeem hebben, hebben een grotere kans op het krijgen van waterwratjes.
Hoe ontstaan waterwratjes?
De bultjes ontstaan door het molluscum contagiosum virus, ookwel het pokkenvirus genoemd. Dit virus komt uit het vocht van de waterwratjes. Als dit virus eenmaal in het lichaam van je kind zit, dan kunnen ze ook op andere plekken op het lichaam opduiken. Dit virus is overigens een ander virus dan degene die ‘normale’ wratjes veroorzaakt.
Zijn waterwratjes besmettelijk?
Ja, ze zijn heel besmettelijk. Niet alleen is het besmettelijk naar anderen toe, maar ook voor je kind zelf. Daarom moet je altijd goed opletten als je kind waterwratjes heeft. Doordat deze wratjes door een virus ontstaan, kan het makkelijk worden overgedragen op andere kinderen en op hunzelf. Dit virus kan je oplopen en overdragen door:
- de huid aan te raken van een ander kindje dat waterwratjes heeft. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren tijdens het spelen, het sporten, de gymles of in het zwembad.
- te spelen met besmet speelgoed
- een besmette handdoek of washandje te gebruiken. Niet alleen kan je kind hierdoor nog meer waterwratjes krijgen op andere plekken, ook andere kinderen uit het gezin die dezelfde handdoek of washand gebruiken kunnen hierdoor besmet raken.
Je andere kinderen zullen niet direct de dag erna ook waterwratjes hebben. Meestal duurt het even voordat het virus tot uiting komt. De incubatietijd kan variëren tussen de twee weken en 6 maanden.
Hoe kan je waterwratjes behandelen?
De huisarts zal je kind hier niks tegen geven, omdat waterwratjes vanzelf weer verdwijnen. Als je er eentje hebt verdwijnt die meestal binnen 2 maanden. In overige gevallen verdwijnen ze meestal binnen een jaar. Ook komt het voor dat ze na 2 jaar pas verdwijnen. Het zelfgenezend vermogen van je kind lost het wratje vanzelf op. Als ze geel van kleur worden betekent het dat ze weg gaan. Eerst drogen ze op, dan ontstaat er een korstje en daarna vallen ze eraf. Als je kind eenmaal waterwratjes heeft gehad, dan krijgt hij ze nooit opnieuw omdat zijn lichaam dan antistoffen heeft aangemaakt.
Zijn waterwratjes gevaarlijk?
Gelukkig kunnen de wratjes geen kwaad. Wel kan het heel vervelend zijn als ze gaan jeuken, als je kind er heel veel heeft of als ze op vervelende plekken zitten. Koelzalf of mentholgel smeren kan goed helpen als de bultjes rood worden of gaan jeuken. Dit kan je zonder doktersrecept bij de drogist kopen.
Blijven de waterwratjes heel lang aanwezig, dan kan de huisarts ervoor kiezen om ze aan te stippen. De wratjes worden dan bevroren, gaan dood en vallen er dan vanzelf af. Ook kunnen ze met een speciale lepel worden weggehaald. Het beste is om ze vanzelf weg te laten gaan zodat je kind geen littekens krijgt.
Zodra een wratje gaat ontsteken, kan het zijn dat hij uiteindelijk uitdroogt en er af valt. Blijft de ontsteking zitten of wordt het erger, bel dan de huisarts voor advies. Als de ontsteking niet vanzelf weg gaat, dan kan behandeling met een antibioticakuur noodzakelijk zijn.
Tips tegen de vermeerdering van waterwratjes
Als je kind waterwratjes heeft, wil je het aantal bultjes natuurlijk zo klein mogelijk houden. Hieronder volgen een aantal tips om besmetting bij je kind en bij anderen zo klein mogelijk te maken:
- Eigen handdoek – als je meerdere kinderen hebt, let dan goed op tijdens het afdrogen dat je niet dezelfde handdoek gebruikt. Ditzelfde geldt natuurlijk voor het washandje. Doe ze daarna direct bij de was, zodat de kans op besmetting zo klein mogelijk wordt.
- Afdrogen – check voor het afdrogen eerst of er een waterwratje open is, zorg er dan voor dat je kind die plek als laatste afdroogt.
- Niet krabben – probeer het krabben zoveel mogelijk te beperken. Door het openen van een waterwratje heeft het virus de kans om ook op andere plekken op het lichaam terecht te komen. Met als gevolg nog meer wratjes. Daarnaast kan krabben er ook voor zorgen dat je kind littekens krijgt op de plek van het wratje. Helaas weten we allemaal dat niet-krabben een grote uitdaging is als het jeukt. Koelzalf of mentholgel kan de jeuk bij je kleintje wat verlichten.
- Vermijd contact met de ogen – leg je kind uit dat hij niet in zijn ogen moet wrijven. De kans is namelijk groot dat daar anders ook waterwratjes gaan ontstaan. Als deze dan vervolgens gaat jeuken, kan het veelvuldige krabben ervoor zorgen dat je kleintje een ontsteking aan zijn oog krijgt.
- Nagels knippen – zorg ervoor dat je kind korte nagels heeft. Vocht en huidschilfertjes kunnen zo niet achter de nagelrand blijven zitten. Mocht hij toch krabben aan de wratjes, dan kan het virus minder makkelijk verspreid worden via zijn handen.
- Handen wassen – laat je kind regelmatig goed zijn handen wassen. Zo voorkom je verspreiding van het virus op andere voorwerpen.
- Afplakken – als je kind een waterwratje open heeft gekrabt, plak er dan een pleister over heen. Als je gaat zwemmen, zorg dan voor waterdichte pleisters.
- Uitdrogen – zorg dat de huid niet uitdroogt. Dus douche of badder niet te warm en te lang. Vermijdt ook het gebruik van zeep. Wil je dit toch gebruiken, zorg dan voor shampoo, lotion of zeep zonder parfum.
Bronnen: thuisarts, moetiknaardedokter, huidarts