Bijna iedereen kent het verhaal van Alice, die in Wonderland allerlei vreemde avonturen beleeft. Ze wordt kleiner, groter en ziet allerlei vreemde dingen. Het Alice in Wonderland syndroom is naar dit verhaal vernoemd. Naar schatting krijgt een op de twintig tot een op de dertig kinderen te maken met dit syndroom. Wat is het Alice in Wonderland syndroom precies? Hoe herken je het als ouder? En kun je er iets aan doen?
Wat is het Alice in Wonderland syndroom?
In 1955 werd dit syndroom voor het eerst beschreven door een arts die Todd heette. Daarom wordt het ook wel het Todd syndroom genoemd. De medische naam voor het Alice in Wonderland syndroom is metamorfopsie. Het is een aandoening waarbij kinderen mensen of voorwerpen in hun omgeving vervormd zien. Je kind ziet een voorwerp dan bijvoorbeeld groter of kleiner dan het daadwerkelijk is. Dit vervormd zien houdt een korte periode aan. Daarna is het zicht van je kind weer normaal .
Het Alice in Wonderland kan bij volwassenen voorkomen, maar 80% van de gevallen zijn bij kinderen. Zowel jongens als meisjes kunnen het syndroom krijgen. Rond de basisschoolleeftijd komt het vaker voor bij jongens. Rond de middelbare schoolleeftijd komt het juist meer voor bij meisjes.
Mogelijke oorzaken
Bij ongeveer de helft van de kinderen lukt het om een onderliggende oorzaak te vinden van het Alice in Wonderland syndroom. Bij de andere helft lukt dit niet. De meest voorkomende oorzaken zijn:
- Migraine, waarbij je kind dan ook vaak last heeft van braken, misselijkheid of er bleek uitziet. Niet ieder kind heeft bij deze migraineaanvallen ook last van hoofdpijn. Dat maakt het soms lastig om migraine te herkennen.
- Een infectie met het Ebstein Barr virus. Dit virus veroorzaakt bij jongeren de ziekte van Pfeiffer. Jonge kinderen worden meestal alleen verkouden. Als het virus in de hersenen terecht komt, kan dit het Alice in Wonderland syndroom veroorzaken. Het lijkt erop dat soms ook andere virussen de oorzaak van het syndroom kunnen zijn.
- Epilepsie in het gedeelte van de hersenen waar je kind verwerkt wat het ziet. Dit is de tempo-pariëtale kwab.
- Soms kan medicatie (of drugs) ook het Alice in Wonderland syndroom veroorzaken als bijwerking. Als je kind net een nieuw medicijn heeft en een aanval krijgt, neem dan contact op met je huisarts of kijk het na in de bijsluiter.
Symptomen van Alice in Wonderland syndroom
De verschijnselen kunnen per kind verschillen. Ze komen voor in aanvallen. Meestal duurt zo’n aanval ongeveer tien tot vijftien minuten. Als het vervormd zien constant aanwezig is, ligt de oorzaak waarschijnlijk bij een oogaandoening. Je kind heeft dan geen Alice in Wonderland syndroom. De symptomen van het Alice in Wonderland syndroom zijn:
- Vervormd zien is het meest voorkomende symptoom. Je kind kan dingen bijvoorbeeld groter of veel kleiner zien dan ze in werkelijkheid zijn. Een voorwerp kan ook ver weg lijken of juist heel dichtbij.
- Doordat de wereld er ineens anders uitziet, kan je kind angstig worden. Zeker als het de eerste keer is dat zo’n aanval voorkomt, kan je kind hier best van schrikken.
- Niet alleen het zicht, maar ook het geluid, gevoel en de tijdsbeleving kunnen veranderen. Geluiden klinken harder, zachter of juist hoger of lager. Voorwerpen voelen anders aan, bijvoorbeeld veel zachter of ruwer. De tijd kan voor je kind veel sneller of langzamer lopen dan normaal.
- Bij een aanval kan je kind ook het gevoel krijgen dat hij zelf niet echt bestaat. Alsof hij eventjes weg is van zijn eigen lichaam. Dit onwerkelijke gevoel heet derealisatie.
- Je kind kan het gevoel krijgen beelden al eens eerder te hebben gezien. Een soort déjà vu moment.
Diagnose en behandeling van het Alice in Wonderland syndroom
Er bestaat geen specifieke test om het syndroom vast te stellen. Dit gebeurt dus op basis van het verhaal dat je kind vertelt. Bij de meeste kinderen wordt bij een lichamelijk onderzoek niets afwijkends gevonden. Als de arts denkt dat er een onderliggende oorzaak is, kan je kind doorverwezen worden voor vervolgonderzoek.
Als er een onderliggende oorzaak wordt gevonden, is er vaak een behandeling mogelijk. Voor een virusinfectie is meestal geen aanvullende behandeling nodig. Het afweersysteem van je kind ruimt het virus zelf weer op. De aanvallen verdwijnen dan vanzelf binnen enkele weken of maanden. Bij epilepsie of migraine krijgt je kind soms medicatie of een andere behandeling.
Hoe kun je je kind helpen?
Je kunt je als ouder machteloos voelen als je kind bang wordt tijdens een aanval van het Alice in Wonderland syndroom. Het helpt om rustig te blijven en je kind gerust te stellen. Op den duur leren jij en je kind dat de aanval voorbij gaat. Ook kun je om begeleiding vragen om samen met je kind te leren hoe je moet omgaan met het syndroom. Dit kun je doen bij je behandelend arts. Deze begeleiding wordt vaak gegeven door een verpleegkundige, maatschappelijk werker of psycholoog.
Hoe verder als je kind het Alice in Wonderland syndroom heeft?
Bij twee op de drie kinderen verdwijnen de aanvallen. Als de aanvallen blijven, leert je kind er vaak mee om te gaan. Ook worden de aanvallen vaak in de loop van de tijd minder heftig. Het Alice in Wonderland syndroom is geen erfelijke aandoening. Ook verandert het niets aan de levensverwachting van je kind. Bij epilepsie of migraine kunnen erfelijke factoren wel een rol spelen.