Als ouder herken je het wel: het is lastig om de aandacht van je kind lang vast te houden. Je kleine kan al afgeleid zijn van een kat die de straat oversteekt of een grappig geluidje op tv. Dit is normaal. Maar als je kind chaotisch is, vergeetachtig en snel afgeleid, kan dit voor jou als ouder knap lastig zijn. Misschien heeft je kind dan wel ADD. Wat is ADD precies? En hoe herken je het bij je kind?
Wat is ADD?
Attention Deficit Disorder (ADD) is een subtype van de bekendere aandoening Attention-Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD). Bij ADHD staat de hyperactiviteit op de voorgrond, waardoor je kind snel is afgeleid of zijn aandacht snel ergens anders op richt. Bij ADD speelt deze hyperactiviteit minder, maar verliest je kind wel snel zijn aandacht. De officiële benaming voor ADD is ADHD, type 1, aandachtstekort-stoornis met hyperactiviteit, overwegend onoplettendheidstype. Een hele mondvol, dus het is niet zo gek dat ADD als afkorting hiervoor wordt gebruikt.
Kenmerken van ADD
Er zijn veel verschillende kenmerken van ADD. De meest herkenbare zijn:
- Je kind is snel afgeleid door dingen en geluiden die niet belangrijk zijn voor de activiteit waar hij mee bezig is (bijvoorbeeld mensen die buiten langs lopen of blaffende honden).
- Het op tijd afmaken van taken en opdrachten is lastig voor je kind.
- Goed concentreren op details is lastig. Je kind maakt hierdoor slordigheidsfouten.
- Het is lastig om uitleg goed te volgen en je kind zal hierbij dingen missen.
- Spullen verliezen of vergeten, zoals sleutels of portemonnee, gebeurt vaak bij je kind.
- Je kind vermijdt drukke situaties.
- Je kind is onzeker of heeft moeite met het laten zien van gevoelens.
- Je kind heeft moeite met het plannen en organiseren van taken.
Oorzaken van ADD
ADD heeft een verzameling specifieke kenmerken. De oorzaak hiervan is erfelijk bepaald. In ongeveer 75% van de gevallen heeft een van de ouders zelf kenmerken van ADD. Het is geen karaktertrek of opvoedingsfout. De wetenschap beschouwt ADD als een neurobiologische stoornis, waarbij genetische en biologische factoren een sleutelrol spelen. Binnen deze groep stoornissen vind je ook de autismespectrumstoornissen terug. Dit betekent echter niet dat ADD onder het autismespectrum valt.
Uit onderzoek blijkt dat de neurotransmitters dopamine en noradrenaline anders werken bij mensen met ADD. In het voorste gedeelte van de hersenen is de balans tussen deze twee signaalstoffen verstoort. Dit kan leiden tot aandachtsproblemen, hyperactiviteit en impulsief gedrag. Bij mensen met ADD zijn de hyperactiviteit en het impulsieve gedrag minder of helemaal niet aanwezig. Je kind heeft vooral last van aandachtsproblemen.
Je kind wel of niet laten testen?
Als je je kind wil laten onderzoeken, moet je hiervoor naar de huisarts. Misschien twijfel je of je dit wel wilt laten uitzoeken. Het kan voor- en nadelen hebben. Een diagnose kan betekenen dat je kind een behandeling krijgt die misschien de klachten verminderd. Maar het geeft ook een label, waardoor je mogelijk anders met je kind omgaat of je kind minder zelfvertrouwen krijgt.
Als je twijfelt, kun je hier met je huisarts over in gesprek gaan. Je kunt jezelf in ieder geval de volgende vragen stellen die je kunnen helpen bij de afweging:
- Heeft mijn kind last van zijn of haar aandachtsprobleem, bijvoorbeeld op school?
- Heb ik als ouder of hebben andere gezinsleden last van het aandachtsprobleem van mijn kind?
- Hoelang speelt dit al? Kan ik nog even afwachten en aankijken hoe het zich ontwikkelt?
Hoe verloopt het onderzoek?
Als je kind door de huisarts wordt doorverwezen voor verder onderzoek, kom je bij een psycholoog of psychiater. Die zal altijd eerst nagaan of het gedrag misschien door iets anders komt. Daarbij worden veel vragen gesteld over de algehele gezondheid, de gezinssituatie en de familiegeschiedenis. Daarna vraagt de behandelaar verschillende personen, zoals de ouders en leerkracht om het gedrag van je kind te beschrijven in verschillende situaties. De leerkracht en ouders zullen verschillende vragenlijsten krijgen om in te vullen. Daarna volgt een gesprek met de ouders over de ontwikkeling van het kind vanaf de geboorte tot nu en wanneer de kenmerken van ADD zijn begonnen. Vervolgens zal het kind (als hij al naar school gaat) in de klas worden geobserveerd. Ook wordt het kind op locatie geobserveerd terwijl hij verschillende activiteiten of testen afneemt.
Uiteindelijk zal er aan de hand van de onderzoeksmomenten, vragenlijsten en gesprekken een diagnose worden gesteld. Je krijgt als ouders dan een rapportage hiervan en een gesprek over de uitkomst van het onderzoek.
Behandeling ADD
Als de diagnose ADD is gesteld, kan je kind hiervoor behandeld worden. Die keuze ligt ook bij jullie als ouders. De behandeling kan bestaan uit verschillende onderdelen. Dit wordt in overleg met de behandelaar en eventueel de school vastgesteld.
Psycho-educatie
Je leert meer over ADD, zodat je kind en jij als ouder beter begrijpen wat er precies aan de hand is. Zo kunnen jullie het ook beter uitleggen aan de omgeving.
Coaching
Hierbij leer je omgaan met ADD. Dit kan individueel zijn of in een groep. Je krijgt informatie, maar ook leer je over agendaplanning, communicatie en andere zaken.
Psychotherapie
Soms is het nodig om ingrijpende gebeurtenissen te verwerken. ADD kan een grote impact hebben op het leven van je kind. Als je kind zijn of haar zelfvertrouwen kwijt is geraakt of iets heeft meegemaakt wat veel impact heeft op het leven, kunnen gesprekken met een psycholoog helpen om dit te verwerken.
Als ouder: leren omgaan met je kind
Je leert als ouder wat de gevolgen zijn van het gedrag van je kind en hoe je hier het beste mee om kunt gaan. Ook is het belangrijk dat de school wordt betrokken bij de behandeling. Je kind brengt namelijk veel tijd door op school. Maatregelen die thuis worden afgesproken, moeten ook aansluiten bij wat er op school gebeurt.
Het is voor je kind vaak niet mogelijk om het gedrag dat bij ADD hoort af te leren. Het aanbrengen van structuur en het leren van nieuwe vaardigheden en inzicht krijgen in het eigen gedrag helpt je kind wel om beter om te gaan met de ADD.
Wat kun je zelf doen?
Een kind met aandachtsproblemen kan lastig zijn. Je kunt je kind hierbij helpen. Op school kun je het met de leraar bespreken. Thuis kun je ook verschillende dingen doen:
- Zorg voor een rustige omgeving. Een opgeruimd huis, vaste gewoontes en niet te veel prikkels tegelijk helpen je kind om zich te kunnen concentreren. Als je wilt dat je kind een bepaalde taak afmaakt, probeer dan zoveel mogelijk andere afleidingen weg te leggen.
- Als iets interessant is, zal je kindje zich beter concentreren. Je kunt verplichte activiteiten leuker maken, maar het helpt ook als je je kind regelmatig zelf laat kiezen.
- Iets nieuws leren gebeurt als iets niet te moeilijk, maar ook niet te makkelijk is. Soms moet je kind echter ook leren om niet te snel op te geven. Je kunt je kind helpen met tips die de oplossing niet gelijk weggeven.
- Geef je kindje complimenten als hij of zij iets goed doet en beloon je kind ook met een leuke andere activiteit als hij iets wat hij of zij minder leuk vindt goed afmaakt.
Bronnen: Hersenstichting.nl, Thuisarts.nl, Mentaalbeter.nl