De eerste stapjes leert je kleine met vallen en opstaan. Vallen is natuurlijk nooit leuk, maar je kindje leert er wel een heleboel van. Als ouder wil je je kleine zoveel mogelijk leed besparen. Een loopwagen helpt je kindje om te oefenen met lopen, zonder al te snel te vallen. Je hebt loopwagens in allerlei soorten en maten. In dit artikel lees je waar je op moet letten bij het kopen van een loopwagen en waarom af en toe vallen voor je kindje helemaal niet zo erg is.
Wat is een loopwagen precies?
Fabrikanten en speelgoedwinkels verkopen loopwagens in allerlei kleuren, materialen en soms met extra knipperende lampjes of spannende geluidjes. De achterliggende gedachte is dat je kindje met dit hulpmiddel een extra steuntje heeft tijdens het oefenen met lopen. Je kleine valt namelijk pas zodra hij zijn evenwicht verliest. Met zo’n loopwagen heeft je kindje een extra steun om zich aan vast te houden, zodat het makkelijker is om het evenwicht te bewaren.
Met extra geluidjes en knopjes erop is het bovendien ook nog leuk speelgoed. Leren lopen was, volgens degenen die de loopwagens verkopen, nog nooit zo leuk. Al die knopjes en geluidjes aan de voorkant leiden wel af van het lopen. De kans is groot dat je kindje liever aan de voorkant van de loopwagen met de knopjes zit te spelen dan er daadwerkelijk mee te lopen.
Vallen en opstaan hoort bij de motorische ontwikkeling
Al in je buik begint je kindje met het leren van motorische vaardigheden. Deze ontwikkeling verloopt voor elk kind volgens min of meer hetzelfde patroon. Je kindje kan bijvoorbeeld niet leren lopen als hij nog niet rechtop kan zitten. Er zijn dus verschillende mijlpalen in de motoriek van je baby. De meeste kinderen beginnen met lopen als ze ongeveer 1 jaar oud zijn. Op dat moment zijn de beentjes sterk genoeg om het gewicht van je kind te dragen.
Om goed te leren lopen, zijn veel verschillende motorische vaardigheden nodig. Je baby heeft bijvoorbeeld voldoende spierkracht nodig om te blijven staan en een stap te maken. Tijdens het lopen moet je kindje zijn balans goed kunnen bewaren. Ook op tijd stoppen is, zeker bij het maken van de eerste stapjes, een lastige vaardigheid.
Om al die nieuwe vaardigheden te leren, moet je kindje fouten kunnen maken. Als het altijd maar goed gaat, leer je namelijk niets nieuws. Dit heet ‘trial and error’. Oftewel, proberen en fouten maken. Een loopwagen is een leuk hulpmiddel, maar uiteindelijk zal je kindje ook moeten oefenen met los lopen. En daar hoort af en toe vallen nu eenmaal bij.
Vanaf wanneer kan je baby een loopwagen gebruiken?
Voordat je je baby achter een rijdend voorwerp zet, moet hij al aardig ver zijn in het leren lopen. Zet je kindje al een paar stappen als je hem met twee handen vasthoudt? Loopt hij langs de bank of tafel? Dan kun je een loopwagen proberen. Bij sommige kindjes is dit al bij tien maanden. Maar de meeste baby’s zetten hun eerste stapjes pas bij veertien maanden.
Dus pas als je kindje zijwaarts stapt en daarbij alleen met zijn armen tegen de tafel of de bank leun of als hij goed kan stappen als je hem met twee handen vasthoudt, kun je eens een loopwagen proberen. Blijf de eerste keren in de buurt om te helpen. Een loopwagen kan wegrollen, dus het is een stuk lastiger om vast te houden dan de bank of de tafel.
Waar moet je op letten bij het kiezen van een loopwagen?
Je hebt loopkarren, loopwagens en duwkarren. Ze hebben allemaal wielen en een stang waar je baby zich aan vast kan houden. Dit is dus iets anders dan een loopstoel, bouncer of looptuig. Hieronder lees je zes tips waar je op kunt letten bij het kiezen van een loopwagen.
- Gewicht: de meeste loopwagens wegen tussen de anderhalf en vier kilo. Een houten loopwagen is zwaarder dan een loopwagen van plastic. Daardoor rolt deze minder snel weg. Je kunt er blokken in leggen of wat boeken om de loopwagen nog zwaarder te maken. Gaat het lopen goed, dan kun je de wagen langzaam steeds ietsje lichter maken.
- Hoogte en plek van de duwstang: als je baby groeit, is het handig als je de duwstang ook wat hoger kunt instellen. Anders loopt je kleine voorovergebogen of leunt teveel op de loopwagen. Als de duwstang net iets voor de wielen staat, heeft je kindje met het stappen net ietsje meer ruimte. Als de duwstang precies boven de wielen staat, botsen de voetjes al snel tegen de kar aan.
- Materiaal: loopwagens worden meestal gemaakt van hout of plastic. Vaak zijn de plastic loopwagens voorzien van lampjes, geluidjes en knopjes. Dit leidt je baby af van het lopen. En de bedoeling is juist dat je baby met zo’n loopwagen aan de wandel gaat. Een houten wagen is steviger, valt minder snel om en is duurzamer dan eentje van plastic.
- Rolweerstand: als je baby nog niet zo goed kan lopen, is het handig als je de wielen van de loopwagen kunt instellen. De wielen draaien dan eerst wat stroever, zodat de kar niet snel wegrolt. Als het lopen makkelijker gaat, draai je de wielen wat losser.
- Wielen: de wielen zijn vaak van plastic of van rubber. Rubberen wielen maken minder lawaai en kun je ook buiten goed gebruiken, ze zijn namelijk wat zachter. Met plastic wielen kan je baby juist wat minder snel rijden, wat weer makkelijker is als hij nog niet zo goed kan lopen.
- Stabiliteit van de loopwagen: een stevige loopwagen met een laag zwaartepunt valt minder snel om. Geef dus eens een duw tegen de loopwagen die je misschien wilt kopen. Valt ie snel om, dan is de loopwagen niet zo stabiel. Je kleine valt dan dus ook snel om met de loopwagen.
Bronnen: Avansplus.nl , Consumentenbond.nl – Loopstoel: gebruik hem liever niet