Vet eten, is dat nou gezond? Jazeker. Mits het om de juiste vetten gaat en de juiste hoeveelheden. Vooral kinderen hebben vetten nodig. Uit onderzoek blijkt echter dat opgroeiende kinderen in de praktijk nog niet altijd de juiste soort en hoeveelheden vetten voorgeschoteld krijgen. Hieronder dus nog maar weer even op een rijtje gezet hoe het eigenlijk zou moeten.
Onvoldoende aandacht voor gezond vet in voeding
Er is gebleken dat ouders soms onvoldoende aandacht hebben voor goede vetten in de voeding van hun opgroeiende kinderen. De onverzadigde vetten -de goede vetten- komen niet alleen voor in vette vis en olijfolie maar ook in margarine en halvarine.
Vaak is men toch wat bang voor vet en kiezen veel ouders voor producten met weinig vet. Let op wat je eet en wat je je kinderen voorzet: vaak blijkt dat de inname van verzadigde vetten te hoog is en de inname van onverzadigde vetten juist te laag.
Verzadigd vet = verkeerd vet
Het verzadigde vet is het slechte vet; hiervoor kan als ezelsbruggetje gebruikt worden V=verkeerd. Een hoge inname van verzadigd vet geeft een hoger risico op hart- en vaatziekten. Verzadigde vetten kunnen namelijk het cholesterolgehalte in het bloed verhogen.
Belangrijke bronnen van verzadigd vet zijn: vlees, zuivel, koek, gebak, suikerproducten, harde vetten (= margarine en frituurvet in een wikkel). Het is het beste om deze producten zoveel mogelijk te laten staan of de magere varianten te kiezen. Voor vlees kan mager rundergehakt, biefstuk, ossenhaas, schnitzel (ongepaneerd), kippen- en kalkoenvlees (zonder vel) en rundvlees gekozen worden.
Koek, gebak en chocolade (ook chocolademelk) moet met mate worden gegeten en/ of gedronken. Kies voor tussendoor fruit, rauwkost, nootjes, ontbijtkoek, eierkoek en olijven. Wat betreft de harde vetten is het beter om de vloeibare varianten te kiezen.
Onverzadigd vet = okè vet
Het onverzadigde vet is het gezondere vet dat kinderen nodig hebben. In een campagne van het voedingscentrum wordt als ezelsbruggetje gebruikt: de O = okè. Onverzadigde vetten zijn goed omdat zij meehelpen het cholesterolgehalte in het lichaam gezond te houden. Tevens helpen ze mee aan de opbouw van bepaalde lichaamscellen.
Het onverzadigde vet wordt onderverdeeld in niet-essentiële vetzuren en wel- essentiële vetzuren. De niet-essentiële vetzuren kan ons lichaam zelf maken, het is niet essentieel/ niet belangrijk dat deze vetten in de voeding voorkomen. Van de essentiële vetzuren is het wel essentieel – dus wel belangrijk dat deze in de voeding voorkomen.
Waarom essentiële vetzuren nodig zijn
De essentiële vetzuren zijn: alfa-linoleenzuur en linolzuur, deze vetzuren kan het lichaam dus niet zelf maken. Het is belangrijk dat deze in de voeding voorkomen.
Wat gebeurt er als je een tekort aan essentiële vetzuren binnen krijgt:
- veranderingen in de huid
- verminderde weerstand tegen infecties
- verlaagde groeisnelheid
- verminderde motorische ontwikkeling
De essentiële vetzuren zijn dus voor de groei en ontwikkeling van kinderen belangrijk.
In welke producten zitten deze essentiële vetzuren?
In welke producten zitten dus de vetzuren die je kind nodig heeft?
- plantaardige margarine (voor op brood)
- alle soorten plantaardige oliën
- noten en pinda’s
- halvarine en margarine in een kuipje
- vloeibare bak- en braadproducten
- vloeibaar frituurvet
- mayonaise, fritessaus (deze producten zijn op basis van olie)
- vette vis
- avocado’s
- eieren
Praktische tips om voldoende essentiële vetzuren binnen te krijgen:
- Kies voor margarine/ halvarine uit een kuipje
- Besmeer elke boterham met margarine/ halvarine
- Voor vet bij de warme maaltijd telt dat er 1 eetlepel vloeibaar bak- en braadvet of olie per persoon gebruikt mag worden. Voor kinderen jonger dan 1 jaar kan er minder dan 1 eetlepel gebruikt worden
- Eet 2x per week vis, waarvan 1x vette vis (makreel, tonijn, zalm). Vis kan ook prima als broodbeleg worden gebruikt.
- Geef je kind tussendoor ook eens wat nootjes, eierkoek, zelfgebakken cake met margarine uit een kuipje