Eindelijk, je hebt de lange vliegreis overleeft. Moe van de hele dag reizen wil je niets liever dan de hele nacht slapen. Maar om vier uur ’s nachts staat je kind naast je bed. Dan maar de TV aan. Helaas kan je zelf dan niet meer slapen. Een jetlag kan ook bij kinderen voorkomen. De een heeft er meer last van dan de ander. In dit artikel lees je vijf tips om je kind (en jezelf) snel van die vervelende jetlag af te helpen.
Wat is een jetlag?
Als je met het vliegtuig een verre reis maakt, kom je soms in een andere tijdzone terecht. Je innerlijke (biologische) klok staat dan nog op de ‘oude’ tijd. De lokale tijd op de plaats van bestemming loopt niet meer gelijk met je biologische klok. Dat kan voor je kind lastige problemen opleveren.
Biologische klok
Het lichaam van je kind heeft een eigen ritme van ongeveer 24 uur. Dit is de biologische klok. Deze interne klok geeft aan wanneer je wilt slapen, wanneer je wakker bent en hoe laat je ongeveer trek krijgt. Door het reizen naar een andere tijdzone raakt je biologische klok van slag. Je kind is dan ineens midden in de nacht nog klaarwakker. Of heeft om vier uur ’s ochtends al honger.
Tijdzones doorkruisen
Als je recht naar het zuiden of naar het noorden gaat, blijf je in dezelfde tijdzone. Ga je naar het oosten of westen gaat, dan kom je in een andere tijdzone terecht. Meestal geeft het vliegen in oostelijke richting (bijv. richting Azië) de meeste problemen. Je vliegt dan ‘met de tijd mee’. De dag wordt korter. Dan gaat de zon eerder onder en moet je kind dus eerder naar bed, terwijl hij nog helemaal niet moe is.
Vlieg je naar het westen, dan vlieg je ‘tegen de tijd in’. Je dag wordt langer. Meestal kost langer wakker blijven minder moeite. Als je kind dan op de gebruikelijke (plaatselijke) tijd naar bed gaat, past zijn of haar biologische klok zich redelijk snel aan het nieuwe tijdritme aan.
Op elke vliegreis waarbij je de tijdzones doorkruist krijg je uiteindelijk wel te maken met een jetlag. Is het niet op de heenweg, dan wel op de weg naar huis.
Vijf tips
Helaas is het niet mogelijk om de biologische klok zomaar een paar uur te verzetten. Vaak zijn er wel een paar dagen nodig om een nieuw ritme te vinden. Met een beetje hulp kun je de jetlag bij je kind (en bij jezelf) wel beperken. Deze vijf tips helpen je daarbij.
- Bereid je kind voor op het nieuwe ritme.
Een goede voorbereiding is het halve werk. Voordat je met je kind op vakantie gaat, kun je hem alvast laten wennen aan een nieuw ritme. Vlieg je naar het oosten, leg je kind dan een paar nachtjes voor vertrek wat eerder in bed. Voor het westen is het precies andersom. Dan is het handig als hij een paar dagen van tevoren al ietsje later naar bed gaat.
- Probeer in de avond of aan het eind van de middag aan te komen.
Als je ’s avonds aankomt, staat de biologische klok al op de ‘slaapstand’. Het is voor je kind dan makkelijker om in slaap te komen. Dan is het natuurlijk wel handig als hij tijdens de vlucht niet de hele tijd slaapt. Anders is je kind bij aankomst hartstikke energiek en wordt een paar uur later weer gaan slapen niet gemakkelijk. Een andere optie is om ’s nachts te vliegen, zodat je kind bij aankomst kan ‘opstaan’ in het nieuwe ritme. Dat werkt natuurlijk alleen als je kind onderweg goed kan slapen.
- Zorg voor voldoende daglicht.
De biologische klok werkt op daglicht (en duisternis). Als je kind overdag veel licht ziet, gaat het lichaam als het donker wordt gemakkelijker over naar de slaapstand. Ga dus lekker samen buiten naar de speeltuin. Of plan overdag een andere leuke activiteit buiten.
- Gebruik hetzelfde slaapritueel als thuis.
Je kent het wel: voor het slapengaan moet je kind eerst tanden poetsen, nog een verhaaltje voorlezen en een kusje van papa en mama. Dan pas wil hij gaan slapen. Dit vaste ritueel biedt ook op vakantie uitkomst. De biologische klok reageert namelijk ook op dit vaste slaapritueel. Het lichaam registreert dan dat het tijd is om te gaan slapen. Datzelfde geldt voor op dezelfde tijden eten als thuis.
- Neem voldoende tijd om de eerste dagen te wennen.
Een jetlag kan met deze tips sneller overgaan, maar zal niet geheel verdwijnen. Je kind en jij als ouder moeten allebei wennen aan het nieuwe ritme. Neem daar voldoende tijd voor. Plan de eerste paar dagen niet vol met allerlei inspannende activiteiten. Doe lekker rustig aan.
Dat hoeft niet te betekenen dat je alleen maar op de bank of in de strandstoel zit. Maar een pretpark bezoeken of lange wandeling maken is de eerste dagen misschien niet zo’n goed idee. Ook voor de terugreis is het fijn als je kind de volgende dag niet gelijk naar school hoeft. Geef je kind een paar dagen om weer aan de Nederlandse tijden te wennen.
Als je met zijn tweeën bent, is het ook een idee om met ‘wisseldienst’ te werken. De een slaapt het eerste gedeelte en de ander het tweede gedeelte van de nacht (of dag). Zo heb je allebei even de tijd om bij te komen.
Bronnen: Henw.org, anwb.nl