Eigenlijk leert een heel jong kind zijn moedertaal “vanzelf”, simpelweg door te luisteren naar wat er tegen hem gezegd wordt. De eerste levensmaanden zijn daarin al bepalend, dan al worden de hersenen getraind om de taal die ouders of verzorgers spreken (de moedertaal) te kunnen leren, zodat die taal beter begrepen wordt dan andere talen die ze niet of minder vaak te horen zullen krijgen. Deze taalontwikkeling heeft een vaste volgorde, die hetzelfde is voor kinderen in alle culturen. Kinderen worden geboren met een specifieke aanleg om te leren praten.
- Taalontwikkeling bij de baby
- Bewust gebruik van klanken
- Dreumes leert praten en vooral verstaan
- Begrijpen van taal
- Help je kind leren praten
- Taalontwikkeling bij peuters
- Spelenderwijze oefenen met taal
- Taalontwikkeling kleuter
- Tips voor ouders bij het stimuleren van de taalontwikkeling
- Problemen in de spraakontwikkeling
- Wanneer kan er een probleem zijn?
Toch kun je als ouder veel invloed hebben op hoe goed het spraakvermogen van je kind zich ontwikkelt. En hoe eerder je als ouder de spraakontwikkeling stimuleert, hoe beter je kind zich leert uiten. Uit onderzoek is gebleken dat kleine kinderen vooral veel leren van de “gesprekjes” die je als ouder met ze voert. Het luisteren naar gesprekken tussen volwassenen of naar gesprekken op de televisie is lang niet zo leerzaam als een ouder die op liefdevolle toon eenvoudige woordjes tegen het kind zegt die hem direct boeien.
Taalontwikkeling bij de baby
In zijn eerste levensmaanden maakt een baby wel geluiden, maar dit gebeurt onopzettelijk. Ze zijn niet meer dan een reflex. Al snel doet hij eenvoudige bewegingen van de mond en tong na en na zo’n vier maanden gaat hij zelf geluiden voortbrengen, maar hij kan nog niet aangeven wat hij bedoelt. Maar hoewel hij dus nog niet praat, leert hij al wel luisteren.
Na een tijdje gaat hij verschillende geluiden maken die lijken op blazen, gorgelen en murmelen, en stoot hij geluiden uit die klinken als “aa”, “eu” en “oo”. Die geluiden gaan steeds meer lijken op wat hij oppikt in zijn omgeving.
Het is nog niet mogelijk om echt met gesproken taal te communiceren. Toch kun je nu al zijn spraak stimuleren, door zijn luistervaardigheid te prikkelen. Dit doe je door veel met je kindje te babbelen en hem speelgoed aan te bieden dat geluid maakt.
Zorg ervoor dat je kindje in een rustige omgeving is, dat je duidelijk tegen hem praat en dat je tijdens het praten veel oogcontact maakt. Moedig hem aan, want door te brabbelen traint hij zijn mond spieren, lippen en tong. Als je op zijn geluidjes reageert, zal hij beseffen dat ze een middel zijn om je aandacht te trekken. En wat ook leuk is: zing gezellig een liedje voor hem!
Bewust gebruik van klanken
Pas rond een maand of acht gaat je kind bewust gebruik maken van klanken om zijn bedoeling kenbaar te maken. Voordat een kind daadwerkelijk woordjes begint te spreken, begint hij al met het opbouwen van een woordenschat. Hij wijst naar een voorwerp en wil er de naam van weten, of maakt een geluid waaruit dit blijkt. Je kunt nu ook proberen om te communiceren met babygebaren.
Als je als ouder hierop inspeelt en telkens alle voorkomende voorwerpen en situaties blijft benoemen, zal je kind steeds meer woorden begrijpen. Hij leert dat bij bepaalde dingen bepaalde woorden horen. En hij zal proberen ze zelf te gebruiken.
In het begin zijn het echter nog geen woorden, maar een aaneenrijging van klanken. Soms zijn dit neusklanken omdat hij veel geluiden in de neus en mond vormt. Wel gaan deze klanken al steeds meer lijken op praten. Een kind bootst namelijk ook de melodie van zijn ouders na. De meeste baby’s vinden het super wanneer de ouders een geluid imiteren dat hij net zelf heeft gemaakt. Rond zijn eerste verjaardag spreekt hij zijn eerste echte woordjes.
Dreumes leert praten en vooral verstaan
Zo rond het eerst jaar zal een kind de eerste woordjes gaan zeggen. Het gebrabbel gaat langzaam over in het maken van speciale klanken. De eerste woordjes die je kindje gebruikt, zijn woordjes die erg belangrijk voor hem of haar zijn in zijn belevingswereld, zoals “mama”, “poes”, “bal” of “koek”. Er wordt nog weinig onderscheid gemaakt: alle mannen zijn papa of elk dier is een poes, gewoon omdat hij het woord “hond” nog niet kent. Ook spreekt je dreumes woorden nog niet goed uit: hij laat sommige klanken weg of vervangt ze door andere. Zo kan een hij een bal “baba” noemen.
Maak je niet druk als hij met een maand of veertien nog steeds geen woordje heeft gezegd. Sommige sneller praters beginnen al met een maand of acht, maar er zijn ook kinderen die pas met achttien maanden gaan praten. Soms zie je dat kinderen laat beginnen met praten maar dan wel gelijk al heel goed.
Begrijpen van taal
Het verstaan van woordjes en zinnen gaat steeds beter. Kleine kinderen verstaan al veel meer woorden dan dat ze zelf kunnen zeggen. In de loop van de tijd zal je kind de woorden steeds beter leren uitspreken en steeds meer woorden leren zeggen. Een kind van 18 maanden kent gemiddeld zo’n 20 tot 50 woorden. En daarna gaat het opeens snel. Een kindje tussen de 18 en 23 maanden leert gemiddeld 6 nieuwe woorden per dag! Het kind leert woorden steeds beter begrijpen en heeft steeds minder extra aanwijzingen nodig.
Woorden combineren tot zinnen: mama koekje!
Op een gegeven moment gaat je kind losse woorden combineren en maakt hij een klein zinnetje. Zo’n zinnetje kan dan vaak meerdere betekenissen hebben: “mama koekje” kan betekenen “mama ik wil een koekje hebben” maar ook, “mama heeft een koekje”.
Help je kind leren praten
Je dreumes maakt nu natuurlijk nog veel fouten. Dat is niet gek, leren doe je met vallen en opstaan en daar horen fouten bij. Hoe kun je je kindje het beste helpen (beter) te leren praten?
- Verbeter onopvallend. Zeg datgene wat je kind eigenlijk bedoelt, zonder dat je hem duidelijk verbetert. Zeg bijvoorbeeld “o ja, dat is een vliegtuig” als hij “tietui” in zegt. Wijs hem niet uitgebreid op zijn fout. Dat is slecht voor zijn zelfvertrouwen.
- Veilig omgeving. Hoe veiliger een kind zich voelt wanneer hij praat, des te meer hij zich zal durven uiten.
- Neem de tijd om rustig met je kindje te praten. Jonge kinderen leren het beste van ouders die duidelijk en langzaam spreken.
Taalontwikkeling bij peuters
Een peuter van twee jaar is al beter te verstaan dan de dreumes: onbekenden kunnen van een peuter van nu ongeveer de helft verstaan van wat hij zegt. Hij zal nog regelmatig gebruik maken van neusklanken, maar zijn zinnetjes worden steeds uitgebreider.
Ook gaat je kind nu zinnen bouwen van de woordjes die hij kent. Meestal begint dit met de combinatie van twee zinnetjes van twee woorden: “mama koekje” en “mama eten” wordt “mama koekje eten”. Ook kan het kind een woordje gaan toevoegen aan een zinnetje van twee woorden, bijvoorbeeld: “mama lekker koekje”. Gemiddeld maakt een kind van drie zinnen met drie tot vier woorden.
Je kind snapt steeds meer, en gaat ook meer begrijpen van de grammatica.Je kind kan steeds langer vertellen, maar de samenhang in deze verhaaltjes is vaak nog ver te zoeken. Als ouder kun je hem gerichte vragen stellen, zoals “wat deed hij toen?”, “wie zag hij daar?” zodat het verhaal duidelijk blijft.
Uiteindelijk gaat hij naast veel woorden ook begrippen als “groot” en “klein” begrijpen en gebruiken. Hij leert kleuren, begrijpt de eerste cijfers, kan misschien al een beetje tellen. Je kind zal vragen stellen als “waar is pappa?” of “wie is dat?”. Hij krijgt begrip van de tijd (verleden en toekomst, “morgen” en “gisteren”) en kan bijvoorbeeld ‘s avonds thuis vertellen wat er overdag op het kinderdagverblijf is gebeurd.
Spelenderwijze oefenen met taal
Als je peuter speelt, zal hij daar gezellig bij keuvelen. Zo oefent hij spelenderwijs allerlei klanken. En hij vindt het heerlijk om naar verhaaltjes te luisteren. Dan hoort hij telkens weer hoe woorden worden uitgesproken. Kijk samen naar plaatjes en beschrijf alles wat jullie zien. Benoem dingen soms expres verkeerd, en laat je door je kind verbeteren. Hij vindt dat prachtig.
Blijf verder zoveel mogelijk tegen je kind praten en blijf alledaagse dingen benoemen. Maar breidt ze uit met aanvullende informatie. Bijvoorbeeld: “Daar zit een vogel in de tuin. Die is helemaal zwart, met een gele snavel. Hij heeft mooie veren en zwarte oogjes. Hij is vast een worm aan het zoeken!”
Taalontwikkeling kleuter
Wanneer een kind 4 is kan hij zelfstandig met familie en bekenden communiceren. Ook vreemden kunnen hem steeds beter verstaan. Hij wil alles weten en de wereld om hem heen begrijpen en stelt dan ook voortdurend de vraag “waarom?”
De woordenschat is al heel groot en vaak wil je kind zoveel vertellen, dat hij niet goed uit zijn woorden komt en gaat herhalen. Hij kan dan net niet op het juiste woord komen. Dit stotteren is heel normaal: het komt het meeste voor tussen het vierde en zesde levensjaar en gaat vanzelf over. Het hoort bij de ontwikkeling van het praten.
Je peuter vindt het leuk om zelf verhaaltjes of belevenissen te vertellen. Hij leert graag nieuwe woorden, of verzint ze zelf als hij het juiste woord niet kent. In plaats van spruitjes heeft hij het bijvoorbeeld over slaballetjes.
Als je kind bijna vier is, zal hij de meeste klanken al goed uit kunnen spreken. Sommige combinaties zijn dan nog wel moeilijk. En met name de R en de S leveren problemen op. Dat komt omdat de mondmotoriek meestal nog te ingewikkeld is. De R wordt vaak vervangen door een L, J of W, of soms helemaal weggelaten. De S wordt meestal slissend uitgesproken. Dit komt zo in het vijfde tot zesde levensjaar vanzelf goed.
Tegen de tijd dat je peuter een kleuter wordt en naar school zal gaan, kunnen vreemden ruim driekwart begrijpen van wat hij zegt.
Tips voor ouders bij het stimuleren van de taalontwikkeling
Wat kun je doen om je kind te helpen de taal te begrijpen en te leren praten?
- Uit onderzoek is gebleken dat je kind vooral leert van het voorbeeld van een vertrouwde persoon, in “gesprekjes” één op één.
- Rijmpjes maken
- Zingen
- Neem de tijd om rustig met je kindje te praten. Jonge kinderen leren het beste van ouders die duidelijk en langzaam spreken.
- Benoem dingen. Vertel je kind wat je ziet en wat je aan het doen bent.
- Voorlezen, samen (prenten)boekjes lezen
- Probeer aan te sluiten bij de leeftijd, het taalniveau en de interesses van het kind
Maar niet alleen praten tegen je kind is belangrijk, ook het luisteren naar en reageren op wat hij jou probeert te zeggen is essentieel voor het leerproces.
- Probeer te begrijpen wat je kind bedoelt als hij iets zegt of probeert te zeggen en reageer daarop.
- Geef hem de tijd om een woord of zin te maken of een antwoord te verzinnen, vul niet te snel in wat hij zelf aan het bedenken was.
- Niet boos of ongeduldig worden of hem steeds corrigeren als hij een verkeerd woord gebruikt of een woord verkeerd uitspreekt.
- Veilig omgeving. Hoe veiliger een kind zich voelt wanneer hij praat, des te meer hij zich zal durven uiten.
- Gebruik zelf het goede woord/uitspraak gewoon op een natuurlijke manier in het gesprek. Bijvoorbeeld, wijst je kind naar boven naar een “tietui” zeg dan niet dat hij het woord niet goed uitspreekt, maar reageer enthousiast met “oja! ik zie het, een vliegtuig!”. Hij zal het vanzelf oppikken en gaan nadoen.
Kijk ook eens op de site kindentaal.nl
Problemen in de spraakontwikkeling
Soms praat een kind nog niet zo vlot als zijn leeftijdsgenootjes. Dat is niet gek, ieder kind heeft zijn eigen tempo. Meisjes zijn meestal sneller dan jongens, en verlegen kinderen praten minder snel dan de meer extroverte types. Maar het kan zijn dat er meer aan de hand is.
Veel ouders ondernemen pas laat actie. Ze schamen zich voor de achterstand van hun kind of voelen zich schuldig. Ze hopen dat het vanzelf over zal gaan. Hierdoor kunnen eventuele problemen juist groter worden dan nodig is. Trek bij twijfel dus meteen aan de bel bij het consultatiebureau of stap naar de huisarts. Indien er sprake is van een taalachterstand of een taalontwikkelingsstoornis (TOS) is je kind er het beste mee geholpen als er direct hulp wordt geboden.
Wanneer kan er een probleem zijn?
Redenen om actie te ondernemen zijn bijvoorbeeld
- Dat je kind na zijn eerste verjaardag nog erg blijft kwijlen
- Dat hij problemen heeft met zuigen, slikken of kauwen
- Verder is het wijs om advies in te winnen als je kind niet meer uit zijn woorden kan komen en het praten niet wil lukken.
- Als je kind erg gefrustreerd lijkt omdat hij zich niet goed kan uiten of jou niet begrijpt. Kinderen kunnen boos worden of zich juist terugtrekken.
- Soms laten andere kinderen merken dat er iets niet in de haak is qua spraak
- Ook als je je toch zorgen blijft maken over haperen en stotteren, kan het nooit kwaad om hulp te zoeken
- Als je het idee hebt dat er iets mis is met het gehoor van je kind
Twijfel je of je kind genoeg vorderingen maakt op het gebied van praten en taal, ga dan langs je huisarts, logopedist of consultatiebureau.