Jouw kindje is constant bezig met dingen waarnemen. Het zien, ruiken, proeven, voelen en horen (sensorische prikkels) van de omgeving geeft jouw kindje informatie waarop het reageert met een beweging (motoriek). De kleine ziet bijvoorbeeld een boterham (prikkel) en eet deze vervolgens op (motoriek). Dit heet sensomotorische integratie. Hoe ontwikkelt deze prikkelverwerking zich bij kinderen? En wat gebeurt er als jouw kindje problemen heeft met de sensomotorische integratie?
Waar komen de prikkels vandaan?
Je hebt vast wel eens gehoord van onze vijf zintuigen. Deze zintuigen krijgen constant prikkels binnen vanuit de buitenwereld. Daarnaast hebben we ook nog sensoren in ons lichaam voor het evenwicht, sensoren in onze organen en hebben we het houdings- en bewegingsgevoel. Hierbij is de tast, het houdings- en bewegingsgevoel en het evenwicht het belangrijkst voor de motorische ontwikkeling van je kind.
Ontwikkeling van de zintuigen
Je baby kan de eerste weken na de geboorte een aantal geluiden herkennen en verschillende visuele vormen onderscheiden. Zo hoort jouw kindje bijvoorbeeld liever jouw stem dan die van een vreemde. Als ze ongeveer vier maanden oud zijn kan je baby kleuren, vormen en de grootte van objecten onderscheiden. Ook herkent je baby dan verschillende gezichten en het verschil tussen de moedertaal en een vreemde taal. Rond de zes maanden kan je kindje net zo goed zien als jij. Vanaf een maand of acht komen daar het zien op grote afstand en het waarnemen van kleinere objecten bij. Ook herkent je baby dan het verschil tussen een vraag en een stelling. Baby’s reageren vooral op gezichten en stemmen van mensen. Vanaf zeer jonge leeftijd gebruikt je kindje al deze informatie om de wereld om zich heen te verkennen. De ontwikkeling van de sensomotoriek verloopt in een soort U. Dat houdt in dat je kleintje na een paar maanden wat minder goede sensomotoriek heeft dan direct na de geboorte. Dit komt doordat verschillende reflexen eerst verdwijnen voordat nieuwe vaardigheden aangeleerd kunnen worden.
Waarom is sensomotorische integratie zo belangrijk?
Een goede prikkelverwerking is van belang om te kunnen spelen, leren, je aandacht ergens op gericht houden en voor het algehele dagelijkse functioneren. Als een kind overgevoelig of ondergevoelig is voor bepaalde prikkels, kunnen verschillende problemen ontstaan. Een normale prikkel roept dan een afweerreactie op of wordt juist nauwelijks opgemerkt. Zo kan je kind problemen hebben met:
- Horen: wanneer je kind overgevoelig is voor geluid, kan het niet goed filteren welke geluiden wel en welke niet belangrijk zijn. Hierdoor is je kind sneller afgeleid, soms hyperactief of kan zich slecht concentreren op school.
- Voelen: als je kind overgevoelig is voor tast, kunnen kleertjes snel jeuken of vindt je kleine het niet prettig om aangeraakt te worden. Wanneer er sprake is van ondergevoeligheid, merkt je kind nauwelijks dat het aangeraakt wordt. Bij ondergevoeligheid heeft je kind minder controle over zijn eigen lichaam en stoot zich bijvoorbeeld sneller.
- Evenwicht: bij overgevoeligheid voor evenwichtsprikkels vind je kind het niet fijn om snel bewogen te worden. Stoeien of andere wilde spelletjes zijn dan niet prettig. Bij ondergevoeligheid gaat je kind juist graag schommelen, stoeien en wilde spelletjes spelen en is constant in beweging. Je kind merkt dan niet zo goed wanneer zoiets mogelijk gevaarlijk is.
Verstoorde sensomotorische integratie kan leiden tot afkeer voor geluiden of structuren, problemen met balans en coördinatie, moeilijkheden met het onder controle houden van gedrag (impulsiviteit, woede, frustratie of snel afgeleid zijn) of een slecht zelfbeeld.
Problemen met sensomotorische integratie?
Als je kind vaak druk, onhandig of angstig is, kan het zijn dat je kind problemen heeft met sensomotorische prikkelverwerking. Daarnaast komen problemen met sensomotorische integratie vaker voor bij kinderen met:
- ADHD
- Hypersensitiviteit
- Een stoornis in het autistisch spectrum (zoals autisme, PDD-NOS of Asperger)
- Syndroom van Down
- Een motorische handicap
- Een verstandelijke beperking
- Een motorische ontwikkelingsachterstand.
Op deze website vindt je tips en oefeningen bij de hierboven genoemde problemen. Bij de Nederlandse stichting voor sensorische informatieverwerking (NSSI) vind je een handige folder met een overzicht (in het groene kader aan de rechterzijkant) aan welke dingen je kan herkennen of jouw kind hiermee problemen heeft. Vermoed je daadwerkelijk problemen, dan vind je via stichting NSSI een lijst met therapeuten die gespecialiseerd zijn in deze problematiek.
Oefeningen voor thuis
Wanneer door een verstoorde sensomotorische integratie problemen ontstaan, kan een therapeut hulp bieden. Maar er zijn ook een aantal dingen die je zelf met je kind kan doen om ervoor te zorgen dat de nodige vaardigheden geoefend worden. Zo kun je bijvoorbeeld je kind over verschillende ondergronden laten kruipen of lopen, zoals tapijt, zand, hout of gras. Hierdoor leert je kind om te gaan met de verschillen in tactiele informatie en evenwicht. Vooral kruipen is voor baby’s erg belangrijk. Hierdoor oefent je baby zijn ruimtelijke oriëntatie door te leren wat hoog en laag is, diep, ver weg of juist dichtbij. Het is ook niet zo erg als je kindje een keertje omvalt bij het kruipen of lopen. Hierdoor oefent je kind zijn balans en leert het zichzelf op te vangen. Ook klimmen en klauteren zijn goed voor het lichaams- en omgevingsgevoel.
Met materialen aan de slag
Met allerlei leuke spelletjes kun je met je kind oefenen om prikkels goed te kunnen verwerken. Blaas bijvoorbeeld bellen en probeer ze met je kind stuk te slaan. Of speel met rijst, zand, klei, crème enzovoorts. Laat je kind zichzelf inzepen en wassen. Of oefen met stofjes en kleren het verschil tussen hard en zacht. Door het gebruik van verschillende harde en zachte materialen leert je kind het verschil kennen. Als je kind wat ouder is, vraag dan om hulp bij het uitruimen van de vaatwasser, het tillen van de boodschappen of hulp bij het koken. Dan heb je gelijk een hulpje bij de huishoudelijke klusjes.