In de eerste levensjaren gaat de ontwikkeling het snelst, ook de motorische ontwikkeling. Motoriek wordt onderverdeeld in grove en fijne motoriek. Onder grove motoriek verstaan we bewegingen zoals lopen, zwemmen en een bal schieten. Met fijne motoriek bedoelen we bewegingen waar wat meer aandacht of concentratie of aandacht voor nodig is, zoals schrijven, knippen of een boterham smeren. Maar wat hoort je kind nu precies op welke leeftijd te kunnen? En wanneer is er sprake van een achterstand in de motorische ontwikkeling?
Hier lees je meer over de motoriek van een kind in de leeftijd van 1.5 tot 5 jaar. Wil je meer weten over de fase hiervoor, bekijk dan het artikel over de motorische ontwikkeling van baby’s.
De motoriek bij kinderen van 1,5-2 jaar
- Je kindje kan met meer zekerheid lopen. Tijdens het lopen zijn de knieën en ellebogen nog ietsje gebogen en de schouders en armen naar achteren gestrekt om het evenwicht te kunnen bewaren. De voeten worden nog niet afgewikkeld, maar plat neergezet.
- Met wat houvast van jou of een tafel kan je kindje op een been staan.
- Dingen die op de vloer liggen kan je kindje oprapen zonder om te vallen.
- Het rennen gaat vrij soepel, alleen het lichaam is nog licht naar voren gebogen.
- Voetbalvaders kunnen nu starten met hun training, want je kindje kan tegen de bal aanschoppen zonder het evenwicht te verliezen.
- Je kindje in de kamer houden door alleen de deur dicht te doen werkt niet meer, want hij kan zelf de deur opendoen.
- Met een hand aan de leuning kan je kindje zelfstandig de trap af, tree voor tree.
- Het eten met een lepel verloopt nu grotendeels zonder te knoeien.
- Je kindje kan met dingen gooien, maar nog niet in een specifieke richting.
De motoriek bij kinderen van 2 tot 2,5 jaar
- Je kindje beheerst het achteruit lopen goed.
- Op een been staan lukt eventjes.
- Je kindje kan op de tenen staan en probeert misschien ook wel een stukje op de tenen te lopen. Handig om stilletjes te proberen niet de aandacht van de ouders te trekken.
- De dansfase begint: rondjes draaien op de muziek is geen probleem meer.
- Niet alleen een bal, maar ook steentjes en andere losliggende voorwerpen zijn nu heel fijn om tegen aan te schoppen.
- Plotseling stoppen en stilstaan is geen probleem meer voor het evenwicht.
- Het springen begint nu ook. De landing is nog wel wat luider op de platte voet. De landing op de voorvoet ontwikkelt zich later.
De motoriek bij kinderen van 2,5 tot 3 jaar
- Je kindje kan nu goed springen, ook van de traptrede af naar beneden.
- De linkervoet en rechtervoet worden nu afgewisseld bij het traplopen. Je kindje is razendsnel boven. In het begin is er misschien nog een handje nodig van mama.
- Tijdens het rennen kan je kindje van richting veranderen. Een estafetterace met papa is geen probleem meer.
- Op de tenen sluipen om papa te laten schrikken is nu geen probleem meer.
- Je kindje begint met het fietsen op een driewieler.
- Een grote bal gooien en vangen en in een bepaalde richting gooien gaat nu goed.
- De lichaamsbewegingen worden over het algemeen vloeiender, omdat je kindje leert om zijn eigen lichaam te corrigeren.
- Het eten met vork en mes of lepel erbij lukt nu goed. Een slabbetje is voor de zekerheid misschien nog wel fijn.
De motoriek bij kinderen van 3 tot 4 jaar
- Je kindje kan met aaneengesloten voeten een paar keer achter elkaar springen.
- Op een been staan lukt langere tijd zonder om te vallen en een paar passen te hinkelen.
- Tijdens het lopen begint je kindje nu ook met de armen te zwaaien zoals volwassenen doen.
- Het over een laag obstakel (bv. touw) heen springen gaat goed.
- Vooruit springen (tot ongeveer 20 cm) lukt nu ook.
- De bal vangen lukt goed met twee handen, maar je kindje drukt de bal dan nog wel tegen het lichaam aan. Ook de bal van over het hoofd gooien lukt al aardig.
- Je kindje doet op deze leeftijd graag evenwichtsoefeningen en heeft veel ruimte en tijd nodig om te bewegen.
- Een potlood of pen houdt je kindje nu al tussen de vingers vast, niet meer met de hele hand. Maar schrijven vergt nog wel wat oefening.
De motoriek bij kinderen van 4 tot 5 jaar
- De lichaamsbeheersing van je kind is op deze leeftijd al goed ontwikkelt. De bewegingen verlopen energiezuinig en worden voortdurend afgewisseld.
- Rennen, klimmen, springen en op verkenning uitgaan zijn druk gebezigde activiteiten op deze leeftijd.
- Hinkelen en hinkelspelletjes gaan nu goed.
- Over een streep of evenwichtsbalk lopen lukt op deze leeftijd goed.
- Een kleinere bal vangen en gooien gaat goed.
- Op deze leeftijd is het mogelijk te beginnen met fietsen zonder zijwieltjes, rolschaatsen etc.
Motoriek bij kinderen van 5 jaar en ouder
- Gecompliceerde bewegingen als touwtje springen en huppelen gaan goed.
- Balspellen vormen een goede uitdaging voor je kind. Ook in wedstrijdvorm. Bekijk eens welke sportclubjes leuk kunnen zijn voor je kind.
- Tekenen en eten lukt nu met gebruik van alleen twee vingers en duim.
- Bewegingen imiteren is voor je kindje geen probleem meer.
Wanneer stopt de motorische ontwikkeling van je kind?
Je kind zal zijn hele leven nieuwe motorische vaardigheden aanleren. In principe is de ontwikkeling van de primaire motorische en sensorische hersenschors na het tweede levensjaar grotendeels voltooid. Tot het vierde levensjaar verbeterd de fijne motoriek nog door de verbindingen die gevormd worden in het cerebellum. Maar de hersenen zijn constant in verandering. We kunnen constant nieuwe vaardigheden aanleren, ook als we volwassen zijn. Alleen de stappen die een mens maakt zullen steeds kleiner worden. Vanaf een jaar of zes kan je kindje motorisch gezien in principe bijna alles wat een volwassene ook kan. Behalve natuurlijk de dingen waar jarenlange oefening voor nodig is om er een meester in te worden.