Jonge kinderen hebben er nogal eens moeite mee om zelfstandig in slaap te komen of worden ‘s nachts wakker en kunnen niet meer in slaap komen. Sommige kinderen gaan altijd huilen wanneer de ouder weggaat uit de slaapkamer, blijven roepen of komen steeds weer uit bed. Andere kinderen slapen alleen goed in als ze bij hun ouders in bed mogen of kunnen alleen weer in slaap komen wanneer één van de ouders bij het kind aanwezig is. Soms is er sprake van veel voorkomende kinderangsten of de normale fase van eenkennigheid . Het kan ook zijn dat er verder geen reden meer voor is maar het om een ingesleten gewoonte gaat. In dit artikel lees je tips voor slaapproblemen bij kinderen.
Dit artikel gaat over slaapproblemen bij kinderen na het eerste jaar. Is je kind nog kleiner, lees dan hier hoe je je baby kunt helpen inslapen en laten (door)slapen.
Thessa van Riel is pedagoog en heeft als medewerker van een consultatiebureau veel ervaring opgedaan in het ondersteunen van ouders bij de opvoeding van hun jonge kinderen. Een veel voorkomende vraag van ouders is “hoe krijg ik mijn kind (weer) in slaap”. Hieronder een aantal tips.
Twee methodes om je kind te helpen slapen
Heeft je kind slaapproblemen? Er zijn methodes voor die ervoor kunnen zorgen dat je kind leert om weer zelf te gaan slapen. Je kunt gebruik maken van de zogenaamde wekkermethode of de stap-voor-stap methode. Wanneer je ervoor kiest een methode te gebruiken, is het belangrijk dat je consequent blijft en volhoudt. Een aanpak moet echt een paar weken volgehouden worden. In die weken zullen er periodes zijn waarin het niet lijkt te lukken. Houd dan vol, een terugslag laat juist zien dat een gewoonte aan het veranderen is.
1. De wekker-methode
De wekkermethode is geschikt voor kinderen met slaapproblemen zoals; niet naar bed willen, niet in slaap vallen en blijven zeuren of huilen. Bij deze methode laat je je kind na een vast ritueel alleen in zijn bed en kom je steeds weer even terug om te troosten en/of te kijken of hij al in slaap is gevallen. Het werkt als volgt.
De eerste avond:
- Breng je kind op de gewone manier naar bed, volgens een vast “ritueel”.
- Zeg je kind welterusten, een nachtzoen en vertel hem dat je na 5 minuten nog even bij hem komt kijken. Je kunt dan eventueel samen een wekkertje zetten, maar op een horloge kijken kan ook. Als je kind huilt, ga dan toch weg.
- Als het wekkertje gaat, of de tijd is om, ga je bij je kind kijken.
- Als hij huilt of onrustig is, troost je kort.
- Laat hem in zijn bedje. Als hij er uitgekomen is, leg hem dan consequent terug.
- Ga niet in op zijn ‘verhaaltjes’ of zijn vraag om iets te drinken.
- Zeg hem nogmaals welterusten en vertel hem dat je straks nog een keer komt kijken, bijvoorbeeld na 7 minuten.
- Doe dit net als de vorige keer.
- Kom daarna nog een keer, na bijvoorbeeld 10 minuten.
- Blijf zo de eerste avond telkens 10 minuten weg totdat uw kind in één van de periodes dat je weg bent in slaap valt.
De tweede avond:
- Doe hetzelfde als de eerste avond, maar maak alleen de periodes wat langer. Bijvoorbeeld 5 minuten, 10 minuten, 15 minuten.
- Blijf deze avond zo lang als nodig is elke 15 minuten terugkomen.
De derde avond:
- Doe hetzelfde als bij de tweede avond, je kunt eventueel de periodes dat je wegblijft wat langer maken.
- Maak de eerste periode dat je wegblijft nooit tè lang. Blijf uiteindelijk ook niet al te lang weg, 20 minuten is lang genoeg. Een kind dat overstuur is valt namelijk niet makkelijk in slaap.
2. De stap-voor-stap-methode: slapen zonder ouders
Een ander slaapprobleem bij kinderen is: alleen gaan slapen als één van ouders bij het kind aanwezig is. Je kunt dan de volgende methode toepassen.
De eerste avond:
- Je gaat naast het bedje van je kind zitten totdat hij in slaap valt.
De tweede avond:
- Je gaat iets verder van het bedje vandaan zitten. Ga niet in op zijn verhaaltjes of zijn wens iets te willen drinken.
De volgende avonden:
- Ga nog verder van het bedje vandaan zitten.
- De avond daarna blijf je met de deur open op dezelfde verdieping wat ‘rommelen’, zoals bijvoorbeeld de was opvouwen of strijken. Dat is geen storend geluid, maar je kind hoort je nog wel en weet dat je er bent: een geruststellend gevoel.
In het eigen bed leren slapen
Soms zijn kinderen gewend om bij hun ouders te slapen. Dat kan bewust zo zijn gedaan, maar vaak ook is het een gewoonte die er langzaam ingeslopen is. Wil je als ouder van die gewoonte af maar heeft het kind er nog moeite mee om alleen te gaan slapen, dan kun je de volgende methode gebruiken om hem stap voor stap te laten wennen in zijn eigen bed te gaan slapen.
Van tevoren:
- Als je kind er de leeftijd voor heeft, vertel hem dan overdag dat hij vanavond niet meer bij je in bed slaapt. Vertel hem wat er gaat gebeuren.
De eerste avonden/nachten:
- Zet een matrasje naast je bed waarop je kind kan slapen.
- Laat hem hier een aantal nachten op slapen, totdat dat rustig gaat.
De volgende avonden/nachten:
- Je kind gaat nu op zijn eigen kamer in zijn bed slapen. Als hij eruit komt, breng hem dan steeds terug.
- Je kunt ervoor kiezen een matras naast het bed van je kind te leggen en daar zelf een aantal nachten op slapen, totdat dat rustig gaat.
De daarop volgende avonden:
- Laat het kind nu alleen in zijn eigen bed slapen, maar kom af en toe wel kijken.
Algemene tips bij niet slapen
Veel kinderen die ‘s nachts wakker worden hebben moeite om zelfstandig weer in slaap te komen. Zij roepen hun ouders, worden gillend wakker, huilen of komen uit bed. Het kan onder andere gaan om gewoontegedrag of angsten. Kinderen doen iedere dag veel nieuwe indrukken op die zij vaak verwerken in hun dromen. Ze worden vaak wakker van enge dromen. Als ouder kan je dan het volgende doen:
- Wordt je kind midden in de nacht huilend wakker, ga dan altijd even kijken wat er aan de hand is. Het is vaak al voldoende om je kind rustig toe spreken, een aai over zijn hoofdje te geven, weer neer te leggen en onder te stoppen.
- Maak het ‘s nachts niet te gezellig. Blijf met je kind op zijn/haar slaapkamer en doe alleen een klein lampje aan.
- Laat altijd een nachtlampje branden, zodat je kind zich kan oriënteren als hij/zij wakker schrikt en weet waar hij is.
- Zet de hulp van de favoriete knuffel in. Wanneer een kind zijn knuffelvriendje bij zich in bed heeft kan het kind zich voldoende veilig voelen om zelf weer verder te gaan slapen.
- Verplaats je eens letterlijk in de positie van je kind. Ga bijvoorbeeld op het kinderbedje liggen en kijk of er geen dingen over de muren bewegen die het kind angstig kunnen maken zoals schaduwen van bomen, straatlampen of een schilderijtje.
(Door Thessa van Riel, pedagoge)