Vlak na de geboorte zal de verloskundige of arts de pasgeboren baby snel nakijken en een zogenaamde APGAR score geven. Deze score zegt iets over de conditie van het kindje na de geboorte. Heeft het kindje het zwaar gehad tijdens de bevalling dan kun je dat bijvoorbeeld zien aan de kleur van de huid.
Waar staat APGAR voor?
De afkorting APGAR staat voor de 5 punten waar naar gekeken wordt:
A = activity (activiteit, beweegt het kind?)
P = pulse (hartslag)
G = grimace (grimas, is het gezichtje onbeweeglijk of moet hij
niezen/hoesten)
A = appearance (uiterlijk, bijvoorbeeld de kleur van de huid)
R = respiration (ademhaling)
SCORE APGAR
Je kind kan op elk punt 0, 1 of 2 punten scoren, waarbij een 2 het beste is. Maximaal kan het kind dus een 10 krijgen. Een APGAR score boven de 7 is goed, het gaat goed met de baby. Een score tussen de 4 en 7 wil het zeggen dat er mogelijk iets aan de hand is, de baby wordt even goed in de gaten gehouden. Bij een score van 3 of lager is er direct ingrijpen noodzakelijk.
De test wordt twee keer gedaan: de eerste keer direct na de geboorte een aantal minuten later nog een keer. Vaak is de baby na die paar minuten al wat meer hersteld van de bevalling en zal de APGAR score hoger uitvallen.
Onthoud welke scores je kind heeft. Soms wordt er later in medische situaties nog naar gevraagd.
Bron: het Nederlands tijdschrift voor geneeskunde