De eerste weken van je zwangerschap weet je nog niet eens dat je zwanger bent. Meestal kom je hier pas achter na een positieve zwangerschapstest. In het eerste trimester van je zwangerschap gebeurt er juist heel veel. In dit artikel lees je wat er met jou als moeder en met je baby gebeurt tijdens de eerste drie maanden van je zwangerschap.
Hoe groeit je kindje in het eerste trimester?
In de eerste twaalf weken van je zwangerschap groeit je baby uit van een bevruchte eicel tot een foetus van bijna zeven centimeter. Je baby nestelt zich in de baarmoederwand ongeveer tien tot twaalf dagen na de bevruchting. Dit gebeurt in de vierde week van je zwangerschap. Je zwangerschap begint namelijk te tellen vanaf de eerste dag van je laatste menstruatie.
Het eerste orgaan dat je baby ontwikkelt, is het hart en de bloedsomloop. Daarna krijgt hij hersenen en een ruggenmerg, die samen met de andere vitale organen na ongeveer tien weken al een eind op weg zijn om zich te ontwikkelen. Ook krijgt je baby natuurlijk botten en kraakbeen om het kleine lichaam de nodige stevigheid te geven. Aan het einde van de eerste drie maanden zitten alle organen en lichaamssystemen op hun plek. Je baby heeft ook al een geslachtsorgaan, maar die is bij de eerste echo nog niet altijd duidelijk te zien.
Wat merk je als moeder tijdens de eerste drie maanden?
De eerste maand van je zwangerschap gaat vaak voorbij zonder dat je merkt dat je een baby bij je draagt. Er zijn vrouwen die het al vroeg aan hun lichaam merken, maar anderen weten het pas zeker na een zwangerschapstest. Zo’n test werkt met het zwangerschapshormoon hCG. Dit hormoon zorgt ook voor de zwangerschapskwaaltjes waar je in het eerste trimester last van kunt hebben. Bij ongeveer elf weken zwangerschap is de concentratie van hCG in je lichaam het hoogst. Daarna nemen de onderstaande klachten langzaam af.
- Misselijkheid, je hoort er veel vrouwen over als ze zwanger zijn. Sommigen hebben er alleen ’s ochtends last van, andere vrouwen zijn de hele dag door misselijk.
- Gevoelige of gezwollen borsten krijg je door de zwangerschapshormonen die je doorbloeding verbeteren. Ook je tepels kunnen van kleur veranderen, meestal worden ze donkerder en steviger. Je baby moet daar straks goed uit kunnen drinken.
- Je houdt meer vocht vast, waardoor je een opgeblazen gevoel kunt krijgen en vaker moet plassen.
- Afkeer van bepaalde geuren of bepaald voedsel krijg je doordat je reuk verbetert tijdens je zwangerschap. Hierdoor kun je misselijk worden of een afkeer krijgen van geuren die je eerst lekker vond.
- Je stemming wisselt snel als je zwanger bent. Dit kan komen door hormonen, maar ook door de emoties of spanning van je zwangerschap kun je je anders voelen dan je gewend bent van jezelf.
- Vermoeidheid is ook een vaak voorkomende klacht. Je lichaam gebruikt veel energie om je kindje goed te laten groeien. Met al die lichamelijke veranderingen die de hormonen veroorzaken, is het niet zo gek dat je snel moe bent.
Welke onderzoeken krijg je in het eerste trimester?
Als je weet dat je zwanger bent, is het goed om een eerste afspraak te maken bij de verloskundige. Meestal krijg je je eerste afspraak tussen de achtste en tiende week van je zwangerschap. Bij die eerste afspraak neemt de verloskundige je medische geschiedenis met je door en de medische geschiedenis van je familie. Je bloeddruk, gewicht, lengte en urine worden bekeken. Zo kan de verloskundige bepalen of er mogelijk problemen tijdens de zwangerschap of de bevalling kunnen ontstaan.
Vitaliteitsecho
Als je tussen de zeven en negen weken zwanger bent, kun je een vitaliteitsecho laten maken. Op deze echo kun je zien of het embryo op de juiste plek zit en of deze nog intact is. De echoscopist kijkt ook of het hartje klopt. Een vitaliteitsecho wordt alleen vergoed door de zorgverzekeraar als je door je verloskundige bent doorverwezen.
Termijnecho
Tussen de tien en twaalf weken zwangerschap wordt meestal de eerste echo gemaakt. Daarmee kan de echoscopist bekijken hoe lang je al zwanger bent. Je krijgt dan ook de uitgerekende datum te horen. Omdat deze echo vaak in de twaalfde week plaatsvindt, heet het ook wel de twaalf-wekenecho.
NIPT-test of combinatietest
Als je wilt weten of je ongeboren baby het syndroom van Down, syndroom van Patau of syndroom van Edwards heeft, kun je een NIPT-test of combinatietest laten doen. Hierbij wordt voor elk van deze syndromen berekend hoe groot de kans is dat je baby deze heeft. Het is goed om hier in het eerste trimester vast over na te denken, omdat je beide testen rond de elfde week van je zwangerschap kunt laten doen.
Lees ook: Controles tijdens de zwangerschap
Tips voor het eerste trimester
- Gebruik je medicijnen? Check dan in de bijsluiter of je deze kunt blijven gebruiken tijdens je zwangerschap. Overleg met je huisarts als je hierover twijfelt.
- Maak een eerste afspraak bij je verloskundige en geef je zwangerschap door bij je zorgverzekeraar.
- Heb je thuis een kat? Denk er dan aan dat je de kattenbak met handschoenen schoonmaakt. Ook in de tuin is het beter als je met handschoenen werkt. Anders loop je kans op een toxoplasmose infectie, die kan leiden tot een miskraam.
- Aan het eind van het eerste trimester kun je ook eventueel je werkgever informeren over je zwangerschap. Je werkgever kan dan je werk aanpassen als dat nodig is. Ook bespreekt je werkgever de eventuele risico’s met je die je werk met zich meebrengt voor je zwangerschap. Je werkgever heeft een zwangerschapsverklaring nodig om het een en ander te regelen voor je zwangerschapsverlof. Die kun je vragen bij je verloskundige of gynaecoloog.
- Wil je je op tijd oriënteren op kraamzorg? Begin dan vast als je weet dat je zwanger bent. Meestal is het fijn om de kraamzorg geregeld te hebben rond je zestiende zwangerschapsweek.
Lees ook: zwangerschap per week
Bronnen: Kraamzorghetgroenekruis.nl, deverloskundige.nl