Bij elke bevalling verlies je wat bloed. Normaal is dit minder dan een halve liter. Maar als je meer bloed verliest na de bevalling, kan dit gevaarlijk zijn. Wat zijn de gevolgen van overmatig bloedverlies? En kun je voor de bevalling weten of je hiermee te maken krijgt?
Wat is overmatig bloedverlies?
Iedere vrouw krijgt na de bevalling te maken met bloedverlies. Er zit een wond in je baarmoeder op de plek waar de placenta (moederkoek) heeft gezeten. Tijdens je zwangerschap bereid je lichaam zich al voor op het bloedverlies. Je maakt namelijk extra bloed aan.
Als je meer dan een liter bloed verliest, heb je overmatig bloedverlies. Ongeveer drie op de honderd vrouwen krijgt hiermee te maken. De medische term is flexus postpartum. Jaarlijks overlijden in Nederland twee tot drie vrouwen door overmatig bloedverlies na de bevalling.
Meestal komt dit bloed uit de baarmoeder zelf. Soms kun je ook veel bloed verliezen als je bij de bevalling bent in gescheurd of ingeknipt. Je gynaecoloog of verloskundige zal hierop letten.
Na een keizersnede kun je iets meer bloedverlies hebben dan na een gewone bevalling. Je hebt dan namelijk niet alleen de wond van de placenta, maar ook de wond van de keizersnede.
Wanneer heb ik een hoger risico op veel bloedverlies?
Er zijn een aantal situaties waarbij het risico op veel bloedverlies na de bevalling groter is. De kans is groter dat je baarmoeder na de bevalling niet goed samentrekt als je bijvoorbeeld:
- zwanger bent van een tweeling.
- baarmoeder groter is bij een groot kind (macrosomie) of veel vruchtwater (polyhydramnion).
- een vleesboom hebt in je baarmoeder.
- je bloed niet goed stolt, bijvoorbeeld omdat je bloedverdunners gebruikt. Of wanneer je een ziekte hebt waardoor je bloed niet goed stolt.
- eerder een operatie hebt gehad aan je baarmoeder.
- bij een eerdere bevalling ook overmatig bloedverlies had.
- je een keizersnede nodig hebt. Daarna heb je niet een, maar twee wonden in je baarmoeder. Daardoor is de kans groter dat je veel bloed verliest.
Voorbereiding op de bevalling bij hoog risico op overmatig bloedverlies
Denk je dat je een hoger risico hebt op veel bloedverlies bij de bevalling? Bespreek dit dan met je verloskundige. Het is extra belangrijk dat je genoeg hemoglobine (Hb) in je bloed hebt. Die waarde zal de verloskundige tijdens je zwangerschap een paar keer meten. Is je Hb te laag, dan heb je bloedarmoede. IJzertabletten kunnen helpen om dit tekort aan te vullen. Ook als je Hb goed is, krijg je het advies om gezond te eten.
Samen met je verloskundige kun je van tevoren een bevalplan maken. Je maakt dan afspraken over:
- Waar je gaat bevallen. Meestal krijg je het advies om in het ziekenhuis te bevallen als je een hoog risico hebt op overmatig bloedverlies.
- Wie je gaat begeleiden tijdens de bevalling. Dit kan je eigen verloskundige zijn, maar soms ook de gynaecoloog of een verloskundige vanuit het ziekenhuis.
- Of je bij het begin van de bevalling een infuus krijgt.
- Of er al een zak bloed klaargelegd moet worden voor een eventuele bloedtransfusie.
- Of je extra medicatie nodig hebt na de bevalling.
Wat gebeurt er als ik tijdens of na de bevalling overmatig bloedverlies heb?
Beval je thuis en heb je ineens veel bloedverlies, dan zal de verloskundige je naar het ziekenhuis sturen met de ambulance. Daar word je opgevangen door een verloskundige, verpleegkundige en een gynaecoloog. Ze controleren je bloeddruk, je hartslag en het zuurstofgehalte in je bloed. Je krijgt via een infuus in je arm extra vocht en medicijnen.
De verpleegkundige brengt een slangetje in je blaas (katheter). Via dat slangetje kan het vocht uit je blaas weglopen. Omdat de blaas naast de baarmoeder ligt, kan een volle blaas soms voorkomen dat je baarmoeder goed kan samentrekken.
Je krijgt het medicijn oxytocine (dit is een hormoon) om je baarmoeder goed te laten samentrekken. Via een spuitje in je been of in je bil krijg je dit medicijn toegediend. Als dit niet voldoende werkt, kun je nog andere medicijnen krijgen.
Operatie
Heb je ondanks de medicijnen nog steeds veel bloedverlies, dan is er meestal een operatie nodig. Hiervoor wordt je onder narcose gebracht. De gynaecoloog kan dan de baarmoeder goed onderzoeken. Dit gebeurt via de vagina. Soms is er een klont bloed of een stuk placenta achtergebleven. Daardoor kan de baarmoeder niet goed samentrekken. De gynaecoloog maakt de baarmoeder leeg. Meestal stopt het bloeden dan.
Als de baarmoeder leeg is, maar niet goed samentrekt, brengt de gynaecoloog een ballon in je baarmoeder in. Deze ballon wordt gevuld met water. De druk tegen de baarmoederwand zorgt ervoor dat het bloeden stopt.
Bloedvaten dichtmaken
Als dit allemaal niet voldoende helpt, kan het nodig zijn om de bloedvaten van de baarmoeder dicht te maken. Dit heet een embolisatie. Een radioloog brengt via een slangetje in de lies een soort lijm aan bij de vaten van de baarmoeder. Dit kan niet in elk ziekenhuis. Soms moet je voor deze behandeling worden overgeplaatst naar een ander ziekenhuis.
Extra bloed (bloedtransfusie)
Als je veel bloed hebt verloren, zal je gynaecoloog met je overleggen of je een bloedtransfusie wilt. Je krijgt dan het bloed dat een bloeddonor bij de bloedbank heeft gedoneerd.
Verwijdering van de baarmoeder
Als alle behandelingen niet werken, is het soms nodig om de baarmoeder te verwijderen. Deze operatie is vaak lastig, omdat er veel bloedvaten in de baarmoeder zitten. Die kunnen weer extra veel bloedverlies veroorzaken. Bij 1 op de 1000 vrouwen met overmatig bloedverlies moet de baarmoeder worden verwijderd.
Herstellen na overmatig bloedverlies bij de bevalling
Als je een heftige bevalling hebt gehad of na de bevalling veel bloed bent verloren, heb je daarna weinig energie. Het is dan lastiger om voor je kleine te zorgen. En je wilt ook nog genieten van je gezin en je kraamperiode. Deze adviezen kunnen je helpen:
- De kans is groter dat je borstvoeding niet goed op gang komt. De verloskundige zal je tips geven voor je borstvoeding.
- Je lichaam is bezig met herstellen. Dat kost veel energie. Probeer daarom veel rust te nemen. Laat dus niet al het bezoek achter elkaar komen.
- Gezond eten geeft je lichaam de voedingsstoffen die het nodig heeft om te herstellen. Eet extra groente (vitamines) en extra eiwitten (zoals bonen, noten, yoghurt).
- Praat over wat er allemaal gebeurd is. Dit kan met je partner, maar bijvoorbeeld ook met je gynaecoloog of verloskundige. Misschien was je tijdens of na de bevalling bang om de controle kwijt te raken. Ook je partner kan na een heftige bevalling angstig zijn. Als je vragen hebt of hulp nodig hebt, bespreek dit dan met je verloskundige, gynaecoloog of huisarts.
Bronnen: Thuisarts.nl, Degynaecoloog.nl